Steeds meer vraagtekens, steeds minder vertrouwen.

Het was zaterdagochtend. Renzo was vroeg wakker, zoals hij vrijwel altijd was. Hij ging in de leerlingenkamer zitten, die vrijwel leeg was. Daar begon hij in 'De Geschiedenis van de Toverkunst' te lezen. Hij had nog maar een halve pagina gelezen toen hij voetstappen van de trap hoorde. Harry Potter hemzelf liep de leerlingenkamer binnen. Hij had kleine wallen onder zijn ogen en keek slaperig uit zijn ogen.
'Goeiemorgen,' mompelde hij gapend.
'Hoi,' reageerde Renzo. Hij keek hoe Harry naar het portret liep. 'Zenuwachtig?'
'Beetje,' antwoordde Harry verbaasd. 'Ik zie je wel in het stadion.'
'Ja, succes,' zei Renzo, die het maar raar vond dat hij hier een gesprek met Harry had.
Harry liep de leerlingenkamer uit en Renzo richtte zich weer tot zijn boek, maar kon zich niet echt concentreren. Niet dat het gesprek zo speciaal was geweest, maar het klonk zo - normaal. Renzo wist maar niet wat hij van Harry Potter moest denken. Hoe kon zo'n normale jongen hun heer hebben verslagen? Eigenlijk vond Renzo het allemaal nog steeds maar raar. Maar goed, zijn moeder zei het, dus moest het wel waar zijn. Over zoiets groots zou ze echt niet liegen.

Tegen elven liepen Renzo en Kasper samen naar het stadion. Griffoendor moest tegen Zwadderich en Renzo hoopte dat Zwadderich zou winnen. Zijn hart lag nog steeds bij die afdeling en hij was er ook nog steeds sterk van overtuigd dat er een fout was gemaakt.
'Waarom Zwadderich?' zei Kasper gefrustreerd. 'Soms snap ik echt helemaal niks van jou.'
'Ik ben verkeerd ingedeeld,' zei Renzo. 'Ik hoor in Zwadderich thuis.'
'Dat is onzin,' zei Kasper. 'In Zwadderich zitten sluwe, gemene mensen. Zo ben jij niet.'
'In Zwadderich zitten helemaal niet alleen sluwe en gemene mensen!' protesteerde Renzo.
'Echt wel.'
Renzo draaide zich verbaasd om naar zijn andere kant. Ginny was naast hen gaan lopen en luisterde al een tijdje mee naar hun gesprek.
'Niet waar,' zei Renzo, al klonk hij iets minder zelfverzekerd.
'Oke, best. Niet iedereen is gemeen. Maar sluw wel,' zei Ginny wijs. 'Ik snap jou echt niet, hoor. Je bent bij de leukste afdeling ingedeeld. Alle duistere heksen en tovenaars komen bij Zwadderich vandaan.'
'Inderdaad,' riep Kasper uit. 'Zelfs Jeweetwel heeft in Zwadderich gezeten!'
'Mijn ouders zaten in Zwadderich,' zei Renzo boos. Hij draaide zich om en liep weg, hoewel ze het stadion bijna naderden. Hij rende zo hard hij kon en wist niet precies waar hij heen liep. Pas toen hij uitgeput raakte en eindelijk weer achterom durfde te kijken, zag hij dat hij bij Hagrids huisje was aangekomen. Hij zakte neer op de grond, omdat hij wist dat Hagrid ook in het zwerkbalstadion was. Hij was blij dat Kasper noch Ginny hem was gevolgd. Hoewel hij er zin in had gehad naar een zwerkbalwedstrijd te kijken, kon hij het niet opbrengen weer naar het stadion te vertrekken. Hij sloeg zijn armen om zijn benen en bleef een hele tijd zo zitten, terwijl hij in het stadion constant gejoel, gefluit of geklap hoorde.

Na wat een eeuwigheid leek te zijn, stond Renzo op en liep hij alsnog naar het stadion. Omdat Hagrid nog niet terug was, wist hij dat de wedstrijd nog niet afgelopen kon zijn, maar hij hoorde bijna geen geluiden meer. Na een tijdje kwam hij bij het stadion aan. Hij wilde liever niet naar binnen gaan, maar luisterde daarom naar het commentaar van Leo Jordaan.
'Het lijkt wel of hij is flauwgevallen - arme Harry - maar hij heeft wel iets in zijn handen - zou het? Ja, toch wel! Harry heeft de snaai gevangen! Griffoendor wint!'
Een enorm gejoel, gejuich en geklap steeg op uit het stadion. Renzo wist niet goed of hij nu blij of teleurgesteld moest zijn.
Het gejuich verstomde weer. Renzo wist niet wat er aan de hand was, maar hij besloot maar terug te gaan naar het kasteel. Later zou hij wel horen wat er allemaal gebeurd was. En anders niet.
Hij liep net het kasteel binnen toen een meisje hem tegemoet kwam. Het meisje keek een beetje wazig uit haar ogen.
'Hallo,' zei ze. 'Zit je niet in het stadion?'
'Nee,' zei Renzo lichtelijk geirriteerd. Dat zag ze toch?
'Kom je er wel net vandaan?' vroeg het meisje.
'Ja.'
'Weet je wie er gewonnen heeft?' vroeg ze.
'Griffoendor heeft gewonnen,' zei Renzo nukkig. Hij wilde hier weg. Hij vond het meisje maar raar.
'Oh, gelukkig,' zei ze dromerig. 'Ik hoopte al dat Griffoendor zou winnen. Ik vind de mensen van Zwadderich maar een beetje onaardig.'
'Je bent niet de enige, blijkbaar,' mompelde Renzo.
'Ja... Ze pakken altijd mijn spullen af,' zei het meisje.
'Oh, oke,' reageerde Renzo. 'Dat is inderdaad onaardig.'
Het meisje knikte en staarde naar de muur alsof ze iets fascinerends zag. Toen Renzo haar blik volgde, zag hij echter niets.
'Waarom zit jij eigenlijk niet in het stadion?' vroeg Renzo, toch wel nieuwsgierig.
'Oh, ik wilde wel, maar ik moest mijn spullen vinden,' zei het meisje. 'En nu heb ik ze gevonden, maar jij zegt dat Griffoendor heeft gewonnen dus dan is de wedstrijd afgelopen en kan iedereen hier elk moment zijn.'
'Des te meer reden om hier weg te gaan,' zei Renzo. 'Ik ga. Tot ziens.'
'Tot ziens, Renzo,' zei het meisje. 'Tot ziens.'
Renzo keek het meisje even verbijsterd na en vroeg zich even af hoe ze zijn naam wist, maar toen hij naar de leerlingenkamer liep was hij haar al snel weer vergeten.

Toen Kasper een halfuur later de slaapzalen binnenliep, fluisterde hij een paar keer Renzo's naam, maar Renzo deed net of hij sliep. Hij had geen zin om Kasper te spreken. Als hij Zwadderich zo vreselijk vond, waarom ging hij dan überhaupt met Renzo om? Waarom deed hij alsof hij Renzo mocht? Renzo was een Zwadderaar. Hij was gewoon verkeerd ingedeeld en hij bleef daarbij, wat alle anderen ook zeiden.

'Renzo,' mompelde Kasper. 'Renzo, ben je wakker?'
Ja, hij was wakker, maar hij wilde het niet laten merken.
'Rens, het is al 11 uur, ik weet dat je wakker bent,' zei Kasper. 'Het spijt me van gisteren.'
Renzo opende langzaam zijn ogen.
'Waarom?' snauwde hij. 'Sinds wanneer zeg jij sorry tegen Zwadderaars?'
'Jij bent geen Zwadderaar,' zuchtte Kasper. 'Of je je nou zo voelt of niet, je bent ingedeeld bij Griffoendor. En misschien zijn niet alle Zwadderaars slecht. Je ouders zijn vast heel aardig.'
'Ik begrijp het gewoon niet,' mompelde Renzo. 'Mijn moeder had gezegd dat ik sowieso in Zwadderich zou komen en dan word ik ineens ingedeeld bij Griffoendor! Ze zal het zo vreselijk vinden als ze hoort dat ik bij Griffoendor zit.'
'Weet ze dat niet dan?' vroeg Kasper verbaasd.
'Ik durfde het haar niet te vertellen,' gaf Renzo toe.
'Waarom niet?'
'Ze zou woedend op me worden. Ik weet niet of ze ooit nog iets tegen me zou zeggen.'
'Natuurlijk wel!' zei Kasper. 'Jij kunt er toch niks aan doen waar je ingedeeld bent? En het is je moeder! Die houdt toch van je?'
Renzo keek Kasper even zwijgend aan en zuchtte toen diep.
'Je weet niet hoe mijn moeder is,' mompelde hij. 'Laten we er nu over ophouden, oké?'
'Maar ik -'
'Kasper, alsjeblieft.'
'Oké,' zei Kasper, die duidelijk moeite moest doen zich in te houden en niet verder te vragen.

Die middag besloten Renzo en Kasper hun huiswerk Bezweringen te maken: ze moesten een aantal spreuken oefenen. Eigenlijk was vooral Renzo aan het toveren; Kasper maakte overal foto's van. 'Voor mijn vader,' had hij gezegd.
Aan het eind van de middag wilde Kasper dolgraag bij Harry op bezoek gaan. Hij lag op de ziekenzaal omdat zijn bot moest aangroeien.
'Nee, Kasper!' zei Renzo voor de zoveelste keer. 'Hij vindt het vast niet leuk dat je hem zo vaak opzoekt!'
Kasper had teleurgesteld gereageerd, maar had toch toegegeven. Midden in die nacht werd Renzo echter wakker van een aantal geluiden. Het verbaasde hem dat de andere jongens op de slaapzaal niet wakker waren geworden.
'Wat doe je?' siste Renzo toen hij Kasper zijn camera uit zijn tas zag pakken.
Kasper keek geschrokken op.
'Ik ga bij Harry op bezoek,' fluisterde Kasper een beetje beschaamd.
'Waarom?' zei Renzo verbijsterd. 'Ben je helemaal gek ofzo? Je lijkt wel verliefd op hem.'
'Natuurlijk niet,' zei Kasper zacht. 'Ik wil alleen zien hoe zijn arm is! Ik bedoel, heb jij ooit een botloze arm gezien?'
Hij klonk heel erg enthousiast.
'Nee,' gaf Renzo toe. 'Nog nooit.'
'Ga dan mee!' zei Kasper. 'Ik ga maar heel kort, ik maak een foto en dan ga ik weer terug. Ik weet zeker dat mijn vader -'
'Ik ga niet mee,' fluisterde Renzo. 'Ik hoef Harry Potter niet zo vaak te zien.'
Kasper trok zijn wenkbrauwen op omdat hij dat opnieuw een rare opmerking vond, maar reageerde er verder niet op.
'Oké, maar verraad me niet?' vroeg hij een beetje smekend.
'Tuurlijk niet,' zei Renzo. 'Maar ik vind het nog steeds een raar plan.'
'Jaja,' zei Kasper. Hij grijnsde breed. 'Tot straks. Of, als je gaat slapen, tot morgen.'
Hij draaide zich om en liep de slaapzaal uit, zijn camera stevig in zijn hand houdend.

Reageer (2)

  • Caverna

    Hihi jaa, ik heb bijna vakantie dus dan heb ik alle tijd om te schrijven ^^

    1 decennium geleden
  • Folklore

    Leuk! Ga je snel weer verder? (:

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen