O39. Cecilia Romaine
Ik glimlachte toen Seth de deur weer zachtjes opende en zijn uiterste best leek te doen om stil te zijn. Ik was wakker geworden van Elisa en had Seth boos horen mompelen toen hij naar beneden liep om mijn zus de les te lezen. Ik grinnikte zachtjes, Elisa hield er niet van om te worden gecommandeerd, vooral niet door vreemden.
‘Je bent wakker,’ besefte Seth, hij liep met snelle passen naar het raam toe en trok de gordijnen verder dicht, het zonlicht dat in een lichte streep naar binnen was gevallen blokkerend.
In het donker zag ik dat hij een snelle blik op me wierp, alsof hij zeker wou weten of er niets gebeurd was in de paar minuten dat hij weg geweest was.
‘Het lijkt er wel op,’ antwoordde ik. ‘Of ik droom nog.’
Seth’s mondhoeken trokken omhoog in een glimlach, het duurde even voordat ik me besefte hoe hij die opmerking zag. Hij dacht dat ik hem zo’n typische liefdesverklaring gaf, zoals je in romantische films altijd zag. Ik opende mijn mond om ertegenin te gaan, maar sloot hem weer toen ik de blijde blik in zijn ogen zag. Het kon vast geen kwaad om hem ook eens gelukkig te maken, na alles wat hij al voor me had gedaan verdiende hij dat wel.
Ik sloeg de dekens van me af en zette mijn voeten op de koude houten vloer. Voordat ik op kon staan was Seth al naar me toe gehaast.
‘Je moet in bed blijven, anders word je alleen maar zieker.’
Ik haalde mijn schouders op en glimlachte bemoedigend. ‘Ik voel me al een stuk beter.’
Het was niet waar, ik voelde me een niet alleen een stuk beter, ik voelde me net zo gezond als altijd. Ik liep langzaam naar de deur, terwijl ik de hele tijd Seth’s blik op mijn rug voelde branden. Ik was ervan overtuigd dat als ik hem zou zien hij weer een bezorgde maar vooral verwarde blik zou hebben, maar ik kon het hem niet kwalijk nemen.
Reageer (1)
Gewldig!
1 decennium geleden