Foto bij Hoofdstuk 1

Zweinstein - verpesten of vernieuwen?

'Loop even door,' snauwde Jenny. 'Zo komen we nooit op tijd. Je kunt die trein echt niet missen, hoor!'
'Sorry ma,' mompelde Renzo. Hij duwde zijn karretje vooruit en verhoogde zijn tempo. Hij was zenuwachtig. Vandaag zou hij voor het eerst naar Zweinstein gaan. Hoewel hij al heel veel over Zweinstein had gehoord van zijn ouders, wist hij toch niet goed wat hij eigenlijk moest verwachten.
'We zijn er,' zei Pieter. 'Perron 9 3/4. Toe, opschieten, Rens. Loop door het hek.'
Renzo slikte. Ook dit had hij een miljoen keer te horen gekregen. Er gewoon op af lopen. Maar toen hij het op een drafje zette, merkte hij toch dat hij klaar stond om een klap te krijgen. Maar natuurlijk gebeurde dat niet. Toen hij rondkeek, zag hij een prachtige stoomlocomotief.
'Opschieten, Renzo! Je bent al hartstikke laat!' riep Jenny. 'Ah, daar zijn Billy en Joanne met Gary.' Ze zwaaide naar hun vrienden.
'Jullie zijn laat,' zei Billy afkeurend.
'Renzo was weer eens langzaam,' grinnikte Pieter. 'Maar we hebben het gehaald, gelukkig.'
'Kom, Rens,' zei Gary. Hij was al gekleed in zijn gewaad. 'De trein gaat over vijf minuten weg. Ik wed dat alle plekken al bezet zijn. Hank is er ook al.' Hank was Gary's oudere broer. Hij zat al in het vijfde jaar. Gary had ook nog een jonger zusje, Hilde. Zij was 9 jaar en mocht nog niet mee. Gary's tante paste op haar.
Renzo omhelsde zijn moeder.
'Ma,' fluisterde hij zacht. 'Wat als ik nou in Griffoendor kom?'
Zijn moeder zuchtte. 'Voor de zoveelste keer, maak je daar nou niet druk om. De hele familie heeft in Zwadderich gezeten. Denk niet dat jij daar niet bij komt. Afgesproken?'
Renzo knikte en volgde Gary toen de trein in. Jenny keek hem na. Het was haar nooit gelukt écht van hem te houden.

Gary en Renzo zaten nog maar net in een coupé toen de trein begon te rijden. Renzo staarde uit het raam, terwijl Gary enorme praatjes hield. Renzo luisterde maar half. Hij vond het af en toe heel vervelend om met Gary om te gaan. Het was een aardige knul, maar zo ontzettend vol van zichzelf!
'Weet je dat Harry Potter dit jaar al voor de tweede keer naar Zweinstein gaat?' smakte Gary. Hij had een flink aantal smekkies in zijn mond gestopt.
Renzo spitste zijn oren. Zijn moeder had het er wel eens met hem over gehad. Harry Potter was een en al verderf, had ze gezegd. Hij moest die jongen uit de weg gaan. Maar het onderwerp bleef hem intrigeren. Hij had de Vloek des Doods overleefd! Hij was de Jongen Die Bleef Leven!
'Ik hoorde dat hij bij ons op school zit, ja,' antwoordde Renzo.
'Hm-hm. Hij schijnt vorig jaar een heldendaad te hebben gedaan, of zo.'
'Wat voor heldendaad?'
'Hij heeft de Steen der Wijzen uit de handen van Krinkel gehaald.'
'Wie is Krinkel?'
'Een professor Verweer tegen de Zwarte Kunsten. Tenminste, dat was hij. Hij is nu dood.' Gary grijnsde.
'Echt?' Renzo keek Gary met grote ogen aan. 'Hoe weet je dat?'
'Hank vertelde dat,' zei Gary. Hij haalde zijn schouders op en zijn grijns werd nog breder. 'Ik had gehoopt dat Potter in die kamer zou sterven, in plaats van Krinkel.'
Renzo trok wit weg. Wat was dat voor school waar hij heenging?
'Je hoeft niet bang te zijn, hoor,' grinnikte Gary. 'Het gebeurt heus niet weer. En bovendien was het al te verwachten, met die zwakke Krinkel.
Weet je wat ma zegt? Dat Perkamentus gewoon niet weet wat voor leraren hij moet aannemen. Perkamentus is een zwakkeling, zegt ze.'
Renzo staarde weer uit het raam. Dit had hij al honderd keer gehoord. Perkamentus dit, Perkamentus dat. Maar uiteindelijk, wist Renzo, was de Heer van het Duister alleen bang geweest voor professor Perkamentus.
De rit duurde erg lang, zeker omdat Renzo met de minuut zenuwachtiger werd. Hij kon niet goed meer stilzitten en ijsbeerde de hele tijd door hun coupé. Af en toe kwamen er een paar leerlingen langslopen en een mollige vrouw kwam vragen of ze iets wilden kopen, maar Renzo kocht niks. Hij wist zeker dat hij geen hap door zijn keel kon krijgen.
'Weet jij hoe we gesorteerd worden?' vroeg hij op een gegeven moment aan Gary.
'Hank zegt dat we een of andere hoed opkrijgen die vertelt in welke afdeling we komen,' antwoordde hij. 'Jemig, wat duurt deze rit lang.'
Renzo knikte. Een hoed zou hen indelen? Hoe kon die hoed nou weten waar hij bij paste? Hij schrok op uit zijn gedachten toen een stem omriep dat ze bijna zouden arriveren. Hij had zijn gewaad nog niet aan! In razendsnel tempo kleedde hij zich om. Vrijwel meteen daarna stond de trein inderdaad stil.
Gary en hij liepen als een van de eersten de trein uit. Het was een drukte van jewelste en Renzo had geen idee waar hij heen moest gaan.
'Eerstejaars hierheen!' riep een stem. Al snel vond Renzo de persoon van wie die stem afkomstig was. Een reusachtige man stond met een lantaarntje de eerstejaars bijeen te roepen. Hij was flink bebaard en zag er een beetje angstaanjagend uit.
'Dat is Hagrid,' fluisterde Gary. 'Hank heeft wel eens over hem verteld. Hij is van school afgeschopt, toen hij jong was. Een of andere sukkel die Perkamentus als terreinknecht heeft aangesteld. Zo zie je maar weer hoe dom ons schoolhoofd is.'
Renzo knikte, al begreep hij er niet veel van. Waarom was Perkamentus nou dom? Wat was er nou mis met die Hagrid?
'Iedereen in een bootje,' gebaarde Hagrid. 'Een beetje opschieten, graag.'
Renzo en Gary stapten in een van de voorste bootjes. Toen ze begonnen te varen, keek Renzo zijn ogen uit. Ze voeren langs een enorm kasteel, mooier dan hij had durven dromen.
'Dat is Zweinstein,' riep Hagrid luid om.
Een paar meisjes slaakten opgewonden gilletjes, en ook Renzo kon niet stoppen met staren. Het was prachtig. Werkelijk práchtig.
Toen ze aan wal kwamen, ging Hagrid weg en kwam een streng uitziende vrouw naar hen toe. Ze nam hen mee naar binnen, naar een soort lokaal.
'Ik ben professor Anderling, lerares op Zweinstein en vervangend schoolhoofd,' riep ze. 'Straks gaan we naar de Grote Zaal en zullen jullie ingedeeld worden in de afdeling die het beste bij jullie past: Griffoendor, Huffelpuf, Ravenklauw of Zwadderich. Ik zal jullie naam omroepen en als je die van jou hoort, kom je naar voren, zet je de Sorteerhoed op je hoofd en zodra die heeft besloten, loop je naar de afdelingstafel van de afdeling waar jij voortaan bij hoort. Deze afdeling zul jij de rest van je schooltijd beschouwen als je familie. Begrepen?' Ze keek iedereen aan over haar brilletje. Toen niemand reageerde, zei ze: 'Goed. Kom maar mee, allemaal.'
Toen ze de Grote Zaal binnenstapten, keek Renzo zijn ogen opnieuw uit. Het dak van de zaal was behekst, zodat het leek alsof er helemaal geen plafond was. De zaal stond vol met lichtjes. Aan vier lange tafels zaten honderden leerlingen. En recht voor hem stond nog een lange tafel, met alle leraren. Renzo kon niet stoppen met rondkijken, er was té veel om te bekijken. Hij wilde net Gary aanstoten toen professor Anderling haar keel schraapte.
'De sorteerhoed,' zei ze.
Op een kruk lag een oud uitziende hoed. Eerst wist Renzo niet goed wat er ging gebeuren, maar toen bewoog de hoed. Een scheur ging open, zodat het net leek of de hoed een mond had. Sterker nog, het wás een mond, want het begon te zingen:

Vanbuiten zie ik er misschien,
niet helemaal perfect uit,
maar ik, de Sorteerhoed,
ben niet zo'n ijdeltuit.
Ik kan meer dan alle hoeden,
dan alle mutsen, alle petten,
Ik kan mensen indelen,
ik kan op hun details letten.
Ik ben de Sorteerhoed van de school,
ik deel alle leerlingen in.
Ik zie al je geheimen,
direct vanaf het begin.
Wanneer jij me op je hoofd zet,
kan ik voor jou beslissen,
bij welke afdeling je hoort,
en dan zeg ik het.
Hoor je misschien bij Griffoendor,
Bekend om zijn durf en lef,
riddelijkheid en dapperheid,
Is wat ik bij een Griffoendor aantref.
Of hoor je bij Huffelpuf,
werk je hard en veel,
ben je trouw, heb je geduld,
dan is Huffelpuf waar ik je indeel.
Ravenklauw staat erom bekend
heel wijs en slim te zijn,
dus voor zeer geleerde mensen
is dit het perfecte terrein.
Als laatste is daar Zwadderich,
misschien voel je je daar wel thuis.
Die schuwe lui schuwen echt niets,
als hun doel maar wordt bereikt.
Dus zet me straks op je hoofd,
je hoeft niet bang te zijn,
ik zet je bij de goede afdeling,
dan voel jij je alleen maar fijn!

De hoed bewoog niet meer en de zaal begon te klappen. Renzo slikte moeizaam. Hij moest de hoed opzetten met de hele school erbij. De zenuwen gierden door zijn lijf.
Professor Anderling deed een stap naar voren en schraapte opnieuw haar keel. Ze had een rol perkament in haar hand.
'Als ik je naam zeg, gaan jullie naar het krukje en zetten jullie de hoed op!' riep ze. 'Krauwel, Kasper!'
Een klein jongetje deed een stap naar voren, zette de hoed op en ging op de kruk zitten.
Na enkele tellen bewoog de hoed: 'Griffoendor!'
Een luid gejuich steeg op van de meest linkse tafel. Kasper hipte van het krukje, zette de hoed terug in ging met een brede grijns bij zijn mede-Griffoendors zitten.
'Hast, Terry!' riep professor Anderling.
Zij werd bij Ravenklauw ingedeeld. Daarna kwam Loena Leeflang, die ook bij Ravenklauw kwam, Timo Perse kwam bij Huffelpuf en Elmo Franksen kwam bij Griffoendor.
'Droms, Gary.'
Renzo keek zijn vriend na toen die vastberaden naar het krukje stapte, de hoed op zijn hoofd prentte en met een brede grijns naar de leerlingen keek. De hoed had nauwelijks tijd nodig om te 'Zwadderich!' te roepen. Gary keek hem even aan, knikte en liep toen naar de juichende Zwadderich-tafel toe.
'Wemel, Ginny,' zei professor Anderling.
Een klein, roodharig meisje liep naar voren. Renzo moest even slikken toen hij haar zag. Hij merkte dat hij naar haar staarde, en werd knalrood. Hij hoopte dat niemand naar hem keek, maar toen hij rondkeek, keek iedereen naar het roodharige meisje.
'Griffoendor!' riep de hoed en het meisje ging met een verlegen glimlach naar een groep roodharige jongens toe. Waarschijnlijk haar broers, bedacht Renzo.
'Dradens, Renzo,' zei professor Anderling.
Renzo liep naar het krukje. Hij voelde zijn hele lichaam gloeien en zijn hand trilde toen hij de hoed pakte en op zijn hoofd plantte. Een stemmetje begon tegen hem te praten.
'Een Dradens,' mompelde de hoed. 'Dat is duidelijk... Maar waar deel ik je in?'
'Zwadderich?' fluisterde Renzo.
'Zwadderich? Ja, dat is waar je familie heeft gezeten,' zei de hoed. 'Maar die afdeling past duidelijk niet bij je...'
'Waarom niet?'
'Ik moet je indelen waar je bij past... Maar waar pas je bij?' De hoed zweeg nog een paar seconden. De hele zaal keek hem verbaasd aan. Het duurde langer dan de meesten. 'Zwadderich, zei je? Nee, nee, dat kan echt niet...'
Renzo slikte. Geen Zwadderich? Maar zijn moeder had toch gezegd dat hij sowieso bij Zwadderich zou komen? Waarom gebeurde dat dan niet? Zijn hart klopte sneller dan ooit.
'Dan wordt het toch... Griffoendor!' Dat laatste schreeuwde hij door de hele zaal heen.
Nee! Nee, dat kon niet! Geen Griffoendor!
'Nee, ik wil bij Zwadderich,' mompelde hij, maar professor Anderling had de hoed van zijn hoofd gehaald. De tafel van Griffoendor juichte, en het lukte Renzo om een kleine glimlach op zijn gezicht te toveren. Hij keek vluchtig naar Gary, maar die keek woedend terug. Renzo wendde zijn blik gauw af. Hij kon er toch niks aan doen dat hij niet bij Zwadderich was gekomen? Dat was niet zijn fout! Het was die sorteerhoed! Hij kon niet bij Griffoendor, zijn moeder zou hem vermóórden... Wat moest hij in hemelsnaam doen?
Hij nam plaats naast een van de roodharige broers, maar kreeg het niet voor elkaar iets tegen hem te zeggen.
'Goed gedaan, jong,' grijnsde de jongen. 'Ik ben Fred en dit is mijn tweelingbroer George. Welkom bij Griffoendor!'
Renzo glimlachte voorzichtig, maar voelde zich helemaal niet blij. Gefeliciteerd met je ondergang, dacht hij wrang.
Na Renzo werden er nog meer eerstejaars ingedeeld, maar hij kon zich er niet op concentreren. Ook tijdens het feestmaal, vol eten wat hij verrukkelijk vond, kreeg hij nauwelijks een hap door zijn keel. De roodharige tweeling had nog geprobeerd een beetje met hem te praten, maar toen hij nauwelijks iets terugzei gaven ze de moed op. In plaats daarvan begonnen ze een klein voedselgevecht.
'Waar is Ron eigenlijk?' vroeg het roodharige meisje, Ginny.
Ze had nog niet veel gezegd, maar Renzo hoorde elk woord. Het was het enige waar hij zich wél op leek te kunnen concentreren.
'Ik weet niet,' mompelde een van de roodharige jongens. 'Ik heb ze, nu je het zegt, ook niet in de trein gezien. Hij en Harry niet. Waarschijnlijk zijn ze weer druk bezig de regels te overtreden.' Zijn toon klonk geïrriteerd.
Harry? Harry Potter? Renzo spitste zijn oren en keek naar de roodharige familie, maar blijkbaar hadden ze het onderwerp weer laten rusten. Renzo nam een hap van een stuk taart en probeerde Gary's blik te vangen. Maar hij merkte dat die hem expres niet aankeek. Hij had een woedende blik in zijn ogen, al lachte hij met zijn mede-Zwadderaars. Renzo zuchtte en staarde weer naar zijn bord. Hij zou straks naar professor Anderling toegaan om te vragen of hij alsnog in Zwadderich ingedeeld mocht worden. Wat moest hij anders? Hij kon echt niet in Griffoendor blijven.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen