O37. Cecilia Romaine
Ik werd wakker doordat het matras opveerde, ik had niet diep geslapen en voelde me vreselijk. ‘Elisa?’ probeerde ik te zeggen, maar er kwam alleen een schoor geluid uit mijn mond.
Ik hoorde iemand lachen. ‘Nee, raad nog eens?’
Ik voelde hoe mijn mond zich tot een glimlach vormde en duwde me met mijn ellebogen op. ‘Seth,’ concludeerde ik.
‘De enige echte.’ Seth liep naar de deur, terwijl ik hem nauwlettend in de gaten hield.
‘Ga je weg?’ vroeg ik hem, ik probeerde onverschillig te klinken, maar merkte dat het eerder wanhopig klonk. Ik vervloekte mezelf om mijn afhankelijkheid aan deze jongen.
Seth schudde zijn hoofd en glimlachte schaapachtig. ‘Ik ben zo terug.’
Ik knikte en ging weer liggen, ik was klaarwakker, tenminste, dat dacht ik. Ik hoorde hoe Seth beneden in de keukenkastjes rommelde en sloot vermoeid mijn ogen.
Opeens besefte ik het me, hij zat door de keukenkastjes te rommelen. Ik herinnerde me vaag dat Elisa er een paar oude spullen had neergezet, zodat we het verleden niet zouden vergeten. Ik schoot op uit bed en negeerde de steek die door mijn hoofd schoot. Zo snel mogelijk als mijn beroerde toestond rende ik de trap af en hield pas halt toen ik in de keuken stond en Seth verbaasd naar een foto zag kijken.
Zonder de foto te hebben gezien wist ik al welke het was, ik herkende het vergeelde papier en de kleine scheurtjes aan de zijkanten. Het beeld vormde zich in mijn hoofd, Elisa in een prachtige witte jurk met versiersels in verschillende lichte tinten. Ze had een prachtige ketting omgehad en een enorme zwarte hoed, waar ik haar hartelijk om had uitgelachen. Haar donkerblonde haar was gekruld, waardoor het korter leek dan het in werkelijkheid was en ze had haar gezicht lichtjes gepoederd.
Ik daarentegen had mijn haar om mijn hoofd gevlochten, ouderwets voor die tijd, maar het was altijd mijn favoriete kapsel gebleven. Ik had een klein strooien hoedje op mijn hoofd waar een brede zwarte band omheen liep en een jurk met een vreselijk dunne taille aan. Het bovenstuk lichtroze en de rok gebroken wit.
Ik glimlachte bij de herinnering aan die dag, we waren in Parijs geweest toen een man met een enorm apparaat in zijn handen op ons af was gekomen en ons had gevraagd of we op de foto wouden, we hadden twijfelend toegestemd, maar hadden er uiteindelijk een heleboel plezier aan beleefd.
Seth draaide zich naar mij toe en keek me verward aan. ‘Wat is dit?’ Hij hield de foto op, waardoor ik de achterkant kon zien waarop met een sierlijk handschrift 1853 was geschreven.
‘Dat is…’ Ik probeerde een logisch excuus te verzinnen. ‘Een foto die ik en Elisa in het fotografie museum hebben gemaakt.’
‘In het fotografie museum?’ vroeg Seth met opgetrokken wenkbrauw.
Ik knikte haastig en pakte een stoel vast om op te leunen. Mijn benen trilden en ik hoestte.
Seth knikte haastig en pakte me toen voorzichtig vast. ‘Je moet in bed blijven, je hebt een aardige verkoudheid gekregen.’
Er zijn nog geen reacties.