O27. Cecilia Romaine
28 Maart 2008
Geïrriteerd zocht ik in mijn tas naar de sleutel van het huis, om uiteindelijk te concluderen dat ik hem niet had meegenomen. Ik schudde mijn hoofd ongelovig en zakte met een zucht op de grond neer. Meerdere keren had ik al aangebeld, maar blijkbaar was Elisa niet thuis, aangezien ze de deur niet opendeed. Binnensmonds vervloekte ik mezelf dat ik niet had nagedacht om een sleutel mee te nemen.
Ik bleef geïrriteerd op Elisa wachten, met mijn wiskunde huiswerk op mijn schoot. Toen ze na een half uur nog niet er was propte ik het boek ongeduldig terug in mijn tas en liep een rondje om het huis. Als Seth het huis binnen had kunnen komen zou ik dat toch zeker ook moeten kunnen, besloot ik, een blik op het nieuwe slot werpend. Ik grinnikte, ik ging in mijn eigen huis inbreken, dat was weer eens wat anders dan die saaie theorie in mijn boek.
Ik inspecteerde het slot en probeerde de deurhendel nog eens voor de zekerheid, er kwam geen enkele beweging in de deur. Ik zuchtte en haalde een hand door mijn haar, hoewel Elisa een nieuw slot had gekocht zou het geen probleem zijn om binnen te komen, in de vele jaren die ik tot nu toe leefde was ik wel vaker mijn sleutel vergeten of verloren en ik was nooit langer dan een uur buitengesloten geweest. In de meeste gevallen had ik het slot geforceerd of was Elisa halverwege aangekomen en had hem voor me opengedaan, zuchtend om mijn verstrooidheid.
Ik haalde een paperclip uit mijn etui en begon aan het slot te morren, dat tot mijn frustratie in geen enkele manier meegaf. Ik vloekte binnensmonds en begon opnieuw, dit keer met het gewenste resultaat.
Met een lichte glimlach op mijn gezicht zwaaide ik de deur open en liep ik het huis binnen alleen maar om bij mijn eerste stap een flinke steek in mijn been te voelen. Ik wierp een blik naar beneden en zag tot mijn verbazing dat zich op de pijp van mijn broek een enorme groene vlek vormde die langzaam groter werd. Onhandig hinkte ik naar de bank en stelde na nader onderzoek vast dat ik me gesneden had aan een van Elisa’s rondslingerende spullen. Het was geen diepe snee en ik besloot er niet veel aandacht aan te besteden, een van de weinige voordelen aan onze vloek was dat we op een andere manier dan normale mensen genazen. We genazen sneller, alleen kwam daar wel het feit bij dat ons bloed niet rood was, zoals je zou verwachten, maar gifgroen. Zodra we begonnen te bloeden vormde het bloed een laagje over de wond heen dat snel vormde in een nieuwe laag huid.
Rustig ging ik op zoek naar het speciale verband dat ik en Elisa altijd bij verwondingen gebruikten, een soort verband dat ervoor zorgde dat ons bloed niet zichtbaar erdoorheen kwam, alleen om tot de conclusie te komen dat Elisa alles mee had genomen.
Ik schudde mijn hoofd en viste mijn mobiel uit mijn broekzak, ik belde Elisa’s nummer, dat ik uit mijn hoofd kende en wachtte ongeduldig tot ze opnam.
‘Cece, wat is er?’ Nam ze op en ik hoorde de verbaasde toon in haar stem, ik belde haar bijna nooit, alleen in noodgevallen.
Ik zuchtte. ‘Je hebt al het verband meegenomen en door jouw geweldige renovatie, wat je trouwens echt goed hebt opgeruimd,’ ik kuchte sarcastisch en hoewel ik wist dat Elisa het niet kon zijn rolde ik geïrriteerd met mijn ogen. ‘Heb ik het nu nodig.’
Elisa bleef even stil en mompelde toen een verontschuldiging.
Ik hoorde wat mensen op de achtergrond praten en maakte een verbaasd geluidje. ‘Waar ben je?’
Reageer (1)
ja, waar is ze? ze moet komen!
1 decennium geleden