2.

Glas cola.
Toetsenbod voor mijn neus.
Slokje.
Ik drukte op de aan-knop van de computer, en zette de monitor aan.
Ik haalde mijn telefoon uit mijn broekzak, legde het op tafel en tikte het password op mijn computer in.
Slokje.
Wachten.
MSN opstarten.
Slokje.
Inloggen.
Kijken wie online is.
Slokje.
Slokje.
Trillende tafel.
Trillende tafel?
-I knew it!-
Ik pakte mijn telefoon en klapte hem open.
“Met Linn?”
“Hey, Paul hier!”
¬¬ - Gawd.-
“Oh. Hey.”
“Ook niet echt blij?”
“Chagrijnig. Never mind.”
“Aw. Geeft niet. Ik ben vast veel erger, haha.”
“Weet niet. Ik ben echt erg.”
“Oke ik zal je maar… AU! Rotcomputer!”
“Wat doe jij nou weer?”
Een flauwe glimlach verscheen op mijn gezicht.
Leedvermaak.
“Vallen ofzo. Ik struikelde over mijn computer.”
Ik kon het niet laten.
Ik grinnikte even kort, en sloot mijn ogen even.
-Hij heeft wel een mooie stem.-
“Ja lach maar. Zou ik ook doen.”
“Okay. HAHA.”
Ik grinnikte weer.
Ik zette gapend de computer weer uit, dronk mijn glas leeg, en stond op.
“Ik loop even naar mijn kamer. Daar heb ik meer rust.”
“Goed he.”
Ik deed de gangdeur open en liep slaperig de trap op.
Nog een trap.
Deur open.
Met een klein sprongetje wipte ik op bed en ging achterover liggen, met mijn benen op mijn kussen.
“Al boven?”
“Nee op de plee, nu happy?”
Ik stond weer op en ging rondjes lopen in mijn kamer.
“Wedden dat ik dadelijk ook val?”
“Hoezo?”
“Ik loop namelijk rond, en er ligt vanalles hier op de grond. Wacht maar af, je hoort me dadelijk gillen.”
“Oh gawd. Dat word lachen.”
Truitje.
Ik stapte er semi-per-ongeluk op, en gleed uit.
Ik hield me nog net op tijd vast aan mijn bureaustoel, en kwam weer overeind.
“HO. Oeh daar ging ik al bijna. Duurt niet lang meer. Ik val zo op de grond hoor.”
“Dadelijk verwacht ik het al, en is het niet leuk meer. Dus ophouden nu. Zo. Hoe is het?”
“Had je dat toenstraks niet al gevraagd?”
“Nee. Geloof het niet. Hoe is het?”
“Ehm. Goed denk ik. Met jou?”
Ik grinnikte. Het klonk zo…
Standaard.
“Goed. Nu wel tenminste.”
“Lol.”
“Lol? Gosh. Die is oud. Verzin eens een nieuwe schat.”
“Schat? Wie gebruikt hier nou oude woorden?”
Ik grinnikte en sprong op mijn bed.
Ik stond bijna onmiddellijk weer op en ging voor de spiegel staan.
“Och, wat zit mijn haar weer super charmant.”
“Dat zou ik wel eens willen zien.”
“Echt niet!”
Ik liet even mijn hand een paar keer door mijn haar gaan, en veegde wat uitgelopen eyeliner weg.
“Zoo. Dat is al veel beter.”
“Voila! Hey, zullen we eens afspreken?”
Mijn hart stond even stil.
Bonk bonk, bonk bonk, stop.
Afspreken, stop.
Doen? Stop.
Ja, nee, ja, nee, stop.
Stop.
Stop stop.
Driedubbel stop.
Doorgaan.
Give it a shot.
A chance.
Stop.
Doorgaan.
Oké.
Doen.
Stop.
Doorgaan.
“Ehm is goed. Waar, wanneer, wat?”
“Morgen. Poort van de Art Academy. Je weet wel waar dat is. Neem je fiets niet mee, je mag bij mij achterop. En hoezo ‘wat’?”
Pen, papier.
Morgen. 3 november.
Poort Art Academy.
“Laat dat maar zitten. Hoe laat?”
“Zeven uur?”
“Best.”
19 uur.
Poort Art Academy.
Goed.
Oké.
Ik staarde wezenloos voor mij uit.
Mijn hand tekende streepjes op het stukje papier.
“Ik moet zo hangen, Linn. Moet nog aardrijkskunde doen.”
Ik schoot wakker uit mijn trance, en ging weer rechtop staan.
“Aw. Oké. Spreek je morgen dan. Sayonara!”
“Tot morgen! Hou van je!”
“Ik niet van jou!”
Ik grinnikte en klapte mijn telefoon dicht.
Zucht.
Ik ging op mijn bed zitten en haalde mijn dagboek onder mijn kussen vandaan.

Morgen.
Art Academy.
Paul Griffiths.
19.00 uur.
‘S avonds.
Tot morgen.
Xxx. Linn.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen