Foto bij ``5``

Na 10 minuten langs de grote weg te hebben gelopen hoor ik het geronk van een auto. Ik kijk een klein stukje om en zie tot mijn verbazing dat het een zwarte impala is. Hij rijdt hard langs. Mijn ogen ontmoeten die met de passagier. O nee dat heb ik weer. Het zijn die gasten die net bij mij thuis waren. Ik stop en steek over. De auto stopt en ik begin het op een lopen te zetten. Maakt niet uit hoe hard ik loop ik weet zeker dat ze me in halen, vooral met die auto. Hij komt snel dichterbij. Rechts naast me liggen omgevallen bomen. Ik kijk even achter me en zie dat de auto nu zo dichtbij is dat als ik verder blijf rennen ze me binnen 1 minuut hebben. Ik bedenk me geen moment en spring over de omgevallen bomen. Mijn tas is een last voor mijn schouders. Het enige wat ik kan horen is mijn gejaagde ademhaling en mijn hartslag die in mijn oren klinkt. Piepende banen maken het duidelijk dat de auto is gestopt. Ik kijk achter me en zie een rookpluim door de bomen komen. In de verte hoor ik sirenes. Ik blijf stil staan en kom op adem. Er klinken 2 klappen en ik besef dat de 2 jongens uit de auto zijn gestopt en nu achter me aan komen. Asjeblieft zeg. Ik zet het weer op een lopen maar voel dat mijn benen niet meer willen. Gelukkig had ik nog steeds een voorsprong. De voetstappen naderen sneller dan ik had gehoopt. ‘hé, blijf staan, we doen je niets!’ even had ik het willen geloven. Iets zegt me dat ik naar rechts moet uitwijken. Ik doe wat mijn gevoel me zegt en wijk af naar rechts. Mijn tas blijft haken en ik voel hoe ik mezelf open haal. Als ik om kijk zie ik alleen Sam achter me aan rennen. Dat betekend dat die ander hier ook ergens moet zijn. Ik speur snel het gebied rond terwijl ik mijn tas los maak. Ik begin weer te rennen en zie dan links van me een gedaante opdoemen. Ik kan hem niet snel genoeg ontwijken en wordt hard tegen een boom aangeduwd. ‘waarom ren je weg?’ vraagt Dean hijgend. Mijn borst gaat zo snel op en neer dat het pijn doet. Ik moet hier weg. Nu pas besef ik me dat ik geen kant op kan. Dan maar met geweld. Ik ontspan mijn schouders en stap met mijn rechtervoet een stukje weg. Dean kijkt naar mijn voeten. Ik geef hem een ijsbeentje en duw hem weg. Zo snel ik kan ren ik naar de weg. Nu weet ik zeker dat hun auto onbewaakt is.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen