Foto bij Cinderyn en de prins

Cinderyn en de prins
Gebaseerd op de versie van Perrault van het sprookje Cinderella of Assepoester.

Mijn excuses voor de lange wachttijd. Het was niet mijn bedoeling om het zo lang te laten duren.

Er was eens een jongen die Cinderyn heette. Hij kwam uit een rijk en gelukkig gezin, maar zijn moeder overleed toen hij nog erg jong was. Zijn vader hertrouwde met een vrouw die net zo gemeen en ijdel was als haar twee dochters. Nadat ook de vader van Cinderyn stierf was hij aan haar genade overgelaten. Hoewel de stiefmoeder haar man op zijn sterfbed nog had beloofd Cinderyn lief te hebben als ware hij haar bloedeigen zoon, behandelde ze hem nog slechter dan de bediendes. Hij moest van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat werken en kreeg er geen vriendelijk woord voor terug. Hij sliep in de stallen en moest het voortdurende geplaag en geklier van zijn stiefzusters ondergaan.
      Op een dag kwam er een boodschapper van de koning door het dorp waar ze woonden. Deze verkondigde dat er een groot feest zou worden gehouden in het koninklijk paleis, waar alle jonge, ongehuwde vrouwen verwacht werden, want de prins was op zoek naar een echtgenote. De stiefmoeder en de twee stiefzusters konden hun opwinding nauwelijks bedwingen. Ook Cinderyn wilde graag gaan, maar hij wist dat hij om toestemming zou moeten vragen.
      Nadat hij de openhaard in de slaapkamer van zijn stiefmoeder had aangevuld met wat nieuwe stukken hout raapte hij zijn moed bij elkaar en vroeg: “Moeder, mag ik naar het bal?”
      De verwaande vrouw lachte. “Jij? Wat moet jij daar nou? Je hebt daar helemaal niets te zoeken.” Cinderyn boog teneergeslagen zijn hoofd en verliet de kamer.
      Op de dag van het bal waren de stiefmoeder en haar twee dochters de hele middag bezig zich voor te bereiden. Ze sloegen geen acht op Cinderyn, die bezig was met zijn dagelijkse klusjes. Alleen toen hij net de paarden voor de koets had gespannen en hij de stiefzuster op hun weg naar buiten toe tegenkwam, spraken ze tegen hem. Ze pestten hem ermee dat hij niet mee mocht, maar hij probeerde te doen alsof het hem om het even was.
      Ze vertrokken met hun moeder, en Cinderyn bleef met de andere bedienden achter. Hij stond net op het punt om de stallen binnen te gaan om de rijdieren te voeren toen hij opeens iemand achter hem hoorde zeggen: “Hallo Cinderyn.”
      Geschrokken draaide hij zich om en zag een man in een blauw gewaad op het erf staan. De onbekende had een stok in zijn hand en zijn baard was lang en wit. “Hoe komt u hierbinnen? En hoe weet u mijn naam?” wilde Cinderyn weten.
      “Ik ben je petevader. Ik kom zorgen dat je toch naar het bal kunt.” Voordat Cinderyn nog iets kon zeggen of doen hief de man zijn stok twee keer op en liet hem met een harde klap weer op de stenen terecht komen. De eerste keer veranderde Cinderyns armoedige kleding in kledij die geschikt was voor een edelman en zijn versleten schoeisel werd een paar prachtige laarzen met gouden gespen; de tweede keer verscheen er een indrukwekkend wit paard midden op het pleintje, uitgerust met zadel en al.
      “Ga nu, Cinderyn. Je moet voor de klok twaalf uur slaat terugkeren, want dat is wanneer de betovering uitgewerkt zal zijn.”
      Cinderyn steeg op het paard en kwam weldra aan bij het kasteel. Hij bond zijn ros aan een boom vast en werd zonder problemen binnengelaten in een grote zaal. Daar eenmaal aangekomen stond hij onwennig tussen al de rijke mensen. Hij wist niet zeker wat hij moest doen, want hij kende niemand. Bijna was hij weer omgekeerd en vertrokken, maar toen stond opeens een jongeman voor hem die niemand anders kon zijn dan de prins. De prins was de enige aanwezige die geen masker droeg en Cinderyn had nog nooit een knappere man gezien.
      “Vermaakt u zich?” wilde de prins weten.
      “Eigenlijk ben ik pas net aangekomen,” biechtte Cinderyn op.
      “Net pas!” riep de prins uit. “Dan zult u nu moeten dansen, want waar is een bal anders voor geschikt? Welke van de jonge vrouwen geef je de voorkeur?”
      Cinderyn wilde niet pretentieus overkomen, maar hij kon niet anders dan de waarheid te spreken. “Geen enkele.”
      “Geen enkele!” herhaalde de prins verrast. “Dat zal niet volstaan, u zult toch moeten dansen. En aangezien dit feest ter ere van mij wordt gehouden, zie ik het als mijn plicht om daar persoonlijk op toe te zien. Zou u me de eer willen doen?”
      De prins nam Cinderyn bij de hand en voerde hem naar de dansvloer. Veel mensen staarden naar hen, waaronder de stiefmoeder en de twee zusjes, maar Cinderyns angst en ongemakkelijkheid was onmiddellijk vergeten wanneer hij naar de prins keek. Hij kon zijn ogen niet van hem af houden, en dat was wederzijds. De prins danste de hele avond met Cinderyn, tot de grote verontwaardiging van veel gasten en de schaamte van de koning en koningin.
      Er werd net aan een nieuwe dans begonnen toen er een zwaar, dreunend geluid door de zaal klonk. Cinderyn keek geschrokken op en zag dat het al twaalf uur was. Hij liet de prins los en haastte zich zo snel hij kon richting de uitgang van de zaal. De prins achtervolgde hem, maar hij was te laat. Cinderyn sprong op zijn witte paard en toen de prins voor het kasteel aankwam was het enige wat hij nog vond een van de gouden gespen van Cinderyns schoenen, die hij was verloren gedurende zijn vlucht.
      Nog niet halverwege de weg naar huis veranderde het witte paard van Cinderyn in een muilezel en werden de dure stoffen van zijn pak weer de vaak opgelapte vodden die hij gewoonlijk droeg. Enkel de overgebleven gesp verdween niet, dus die borg Cinderyn goed op in zijn zak.
      De volgende ochtend vertelde de prins aan zijn ouders dat hij de man van het bal wilde vinden en dat hij met hem de rest van zijn leven wilde verbrengen. Het koninklijk echtpaar wilde hier niets van horen en verbood het de prins om zijn zoektocht te ondernemen. De prins sloop echter toch uit het kasteel weg en doorstreek in de weken die daarop volgden de vele kleine dorpen rondom het kasteel, op zoek naar zijn grote liefde. Overal waar hij kwam vroeg hij of men misschien een man had gezien met een gesp die precies leek op die die hij in zijn bezit had.
      Zodra men hiervan vernam, werden er in vele gezinnen gespen gemaakt of gekocht, in de hoop dat die overeen zouden komen met die van de prins. Geen was echter precies gelijk, en uiteindelijk kwam de prins aan bij het huis waar Cinderyn met zijn stiefmoeder en stiefzusters woonde. De moeder ontving hem hartelijk en liet hem een gouden gesp zien die volgens haar aan de oudste dochter toebehoorde.
      “Maar lieve vrouw, de persoon die ik zoek is geen meisje,” vertelde de prins haar, die weigerde om de gesp ook maar te bekijken. Juist op dat moment kwam Cinderyn binnen om het vuur op te stoken, en de prins wees op hem. “Heb jij misschien een gesp die op deze lijkt?”
      De stiefmoeder riep uit: “Maar prins, hij is niet eens naar het feest geweest. Bovendien is hij maar een bediende. Weet u zeker dat het deze gesp niet is?” En ze duwde haar dochter naar voren om het valse exemplaar nog eens ten toon te stellen.
      De prins sloeg echter geen acht op haar, want Cinderyn had zijn hand in zijn zak gestoken en trok de gesp van zijn laars tevoorschijn. De prins was dolgelukkig toen hij zag dat het de juiste was, want nu had hij zijn danspartner gevonden. De prins liet zich onmiddellijk op één knie vallen. “Liefste, zou je met me willen trouwen?”
      Cinderyn aarzelde geen moment voordat hij instemde. De stiefmoeder krijste en tierde en de twee meiden gilden, maar het hielp allemaal niet. Cinderyn en de prins keerden terug naar het kasteel, waar de koning en koningin hun zoon met open armen terug verwelkomden. Ze waren erg geschrokken toen hij was weggelopen en waren zo blij om hem terug te zien dat ze hem niets meer konden weigeren. Toch aarzelde de koning voordat hij zijn zegen gaf voor het huwelijk. “Maar zoon,” protesteerde hij, “je kunt toch niet met een man trouwen? Zal deze wel van je kunnen houden zoals een vrouw van je zou houden?”
      “Vader,” zei de prins, “ik weet zeker dat hij dat kan, want ik houd niet alleen net zo veel van hem als ik van een vrouw zou kunnen houden, maar ik ben ervan overtuigd dat ik zelfs nog meer van hem houd.”
      De koning kon hier niets tegenin brengen, want de prins was zijn enige kind en hij wilde enkel zijn geluk. Het huwelijk van Cinderyn en de prins vond niet lang daarna plaats, en iedereen in het land was uitgenodigd, op de stiefmoeder en haar dochters na. Cinderyn en de prins dansten opnieuw de hele avond alleen met elkaar op hun huwelijksfeest en ze leefden nog lang en gelukkig.

Reageer (5)

  • Butterflygirl

    Op zich wel een beetje onhandig want ze hebben geen erfgenamen nu...

    6 jaar geleden
    • Square

      Adoptie bestond ook al in sprookjestijden!

      6 jaar geleden
    • Butterflygirl

      Oooh hahaha

      6 jaar geleden
  • Fandom

    rule 63 cinderella >,<

    1 decennium geleden
  • vivian07

    Ik houd van jouw verhalen. Je hebt een erg prettige schrijfstijl.

    1 decennium geleden
  • NoDeatheater

    Ahww... <3

    1 decennium geleden
  • Wiarda

    D'AW! <3

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen