O13. Cecilia Romaine
27 Maart 2008
‘Ja, we zouden niet willen dat hij nog eens binnenkomt.’ mompelde ik. ‘Ik ga nog even naar boven, alvast wat spullen neerleggen voor morgen.’
Elisa keek me even vragend aan en leek toen te begrijpen waar ik het over had. ‘Je moet naar school hè?’ grijnsde ze terwijl ze de tassen oppakte en naar de keuken begon te lopen.
‘Ja, ik moet naar school Elisa. Maar daar weet jij alles van, aangezien het jouw idee was. Dat je, voor als je het vergeten was, geen moment met mij hebt besproken.’ Ik wierp haar een boze blik en liep onder het gegrinnik van Elisa de trap op naar mijn kamer.
Met een zucht ging ik op het bed zitten en keek naar de koffers die klaarstonden om uitgepakt te worden, iets dat ik elke keer dat ik het moest doen vreselijk vond. Rustig begon ik mijn kleren in de grote witte kast te leggen en zette mijn schoenen op een rijtje naast de deur.
‘Cece, het eten is klaar!’ riep Elisa van beneden, ik negeerde de laatste koffer waar de helft van de inhoud nog inlag en snelde de trap af. Ik rook de geuren van patat en kaassoufflés en lachte. Elisa had het eten klaargemaakt dat we altijd aten op de eerste dag in een nieuw huis. Iets dat het altijd wat minder triest maakte en er altijd voor zorgde dat ik mijn gedachten leeg kon maken en even alleen aan de vette hap op mijn bord dacht.
Elisa had twee borden opgeschept totdat er niets meer bij kon en een glas Sinas voor haarzelf ingeschonken. ‘Cola, zoals altijd?’ vroeg Elisa.
Ik knikte bevestigend en gaf haar een glas aan.
‘Hoe heb je die inbreker eigenlijk weggejaagd?’ Elisa keek me afwachtend aan, waardoor ze niet doorhad dat ze helft van de Cola over haar hand schonk. ‘Oh nee!’
Ik gaf haar een doekje aan, wat me de tijd gaf om over een antwoord na te denken. Ik wist niet of ik haar moest vertellen over Seth en de muziekkamer, waarschijnlijk zou ik toch alleen maar een speech krijgen over hoe we geen levens meer in gevaar mochten brengen. ‘Hij schrok denk ik.’ zei ik dus maar, zo overtuigend mogelijk. ‘Ik ben best angstaanjagend als ik op het punt sta iemands hersens in te slaan.’
Elisa wierp een blik op mijn kleine gestalte. Ik was niet erg lang en zag eruit alsof je me met een zacht duwtje al om kon laten vallen, dat was ook zo, maar ik was vastberaden en liet me niet snel onderlopen. ‘Natuurlijk.’ glimlachte Elisa en ze gaf me mijn glas.
We liepen naar de tafel die groot genoeg was voor een groot gezin en aten in stilte onze maaltijd op. Hoewel ik had gehoopt dat de patat en kaassoufflés mijn gedachten af konden leiden bleven deze bij Seth hangen. Ik kon aan niets anders denken. Opeens schoot er iets me te binnen, ik moest morgen naar school, maar zou Seth daar dan ook zijn? Waarschijnlijk wel, hij leek me nog niet oud genoeg om zijn diploma al gehaald te hebben, hoewel zijn lengte wel enorm was. Wat moest ik doen als hij naar me toe kwam? Ik was goed in staat om hem te negeren, maar ergens wou ik dat helemaal niet.
Ik zuchtte en schudde mijn hoofd, ik moest maar hopen dat ik Seth niet tegen zou komen.
Reageer (2)
nee niet negeren
1 decennium geledenSnel verder!!!!!!!!!
1 decennium geleden