Hoofdstuk 5


De muis komt elke dag langs voor zijn dagelijkse portie appel. Met Char gaat het helaas minder goed; er zit blijkbaar toch een worm in haar lijf. Als ik niet binnen een paar een echt medicijn te pakken krijg, zal ze zeker sterven. In de paar dagen nu ben ik weer naar de boomgaard gegaan om appels te stelen. Gelukkig kwam ik een Lemkim tegen die me, na een paar minuten en een appelschil (daar zijn ze dol op) graag wilde helpen de goede appels uit te kiezen. De overgebleven goede heb ik met een minuscuul kruisje gemarkeerd. In de appels zit veel
sap. Als je dat eruit perst houdt je het vruchtvlees over, en dat kan je tot een soort koek pletten. Aangezien ik nu toch een flinke voorraad heb en we wel wat vocht kunnen gebruiken ben ik nu bezig met een van de appels. Wat ook verschillend met gewone appels is het klokhuis. Het is egaal bruin en lijkt op klei qua substantie. Het is perfect om doosjes, handvatten of andere voorwerpen van te maken omdat het goed boetseerbaar is en keihard wordt bij aanraking met vet. Er zitten dan ook geen pitten in, als je het steeltje in de grond stopt krijg je een nieuwe boom. Ik hoor Char hoesten. Haar stem klinkt rauw als ze wat vraagt. 'Wanneer komt Huismuis weer?' 'Ik weet het niet',antwoord ik zachtjes. 'Maar hij komt toch altijd rond deze tijd?' Ze klinkt bijna paniekerig. 'Hij komt heus wel. Je moet gewoon geduld hebben. En je kan mooi meteen even van je stinkbed af komen want het moet echt vernieuwd worden.' Rochelend verschuift Char naar een tijdelijke andere plek. Ik heb net nieuwe dekens genaaid van het zachte hertenleer en Lemkimwol die ik had gevonden bij een stuk prikkeldraad. Ik verwissel het oude harde kussen met stro voor één met veren als inhoud. Als ondergrond heb ik een soort zak gevuld met schapenwol, veren en Lemkimwol. Char werpt zich weer terug en ik bedenk peinzend wat ik met de oude spullen moet. Misschien kan ik ze ruilen tegen hoestmedicijn op de Händel, maar dan moeten ze wel schoon zijn. Char is, ondanks haar slechte conditie, op haar nieuwe bed haar messen aan het slijpen en ik bedenk dat als ik die beddenzooi zometeen schoon heb ze het wel halen om te drogen. 'Huismuis!',zegt Char opeens blij. Het muisje zit achter me te wachten op zijn vertrouwde stukje appel. Zodra hij het te pakken heeft springt hij weer boven op Char om daar z'n maaltijd te nuttigen. Dan kruipt hij Chars mouw in om daar een dutje te doen. Plotseling zie ik dat Huismuis niet wil slapen maar in Chars arm zit te bijten. Ze lijkt er niets van te voelen, maar als ik bloed zie stromen is het wel welletjes. 'Vort!',zeg ik tegen Huismuis, maar hij trekt zich er niets van aan. 'Vort!',zeg ik nog maar een keer. 'Laat hem',fluistert Char. 'Hallo, hij zit je arm op te vreten',zeg ik boos tegen Char. 'En nu haalt ie zelfs dingen uit je lijf!' Huismuis trekt iets wriemelends wits uit Chars arm en dit gaat me toch echt te ver. Net op het moment dat ik Huismuis wil oppakken en weg wil zwiepen zie ik dat hij de made, de enige worm die het had gehaalt om in Chars lijf te kruipen onschadelijk maakt door de kop er af te bijten en de rest op te peuzelen. Deze reddingsactie geeft Char zeker nog een week langer, en meer energie om bijvoorbeeld te eten, bewegen en, heel misschien, te plukken. Maar hoe kan je een muis bedanken? Ik besluit dat hij wel een hele appel verdient en hak door de schil heen van een verse A-appel en maak een klein holletje. Ik zet Huismuis in het holletje en hij begint meteen tevreden te knagen. Om een holletje te maken zal hij ook andere materialen nodig hebben. Ik bedek de vloer en plafond met een soort poeder zodat het geen vocht en geur af geeft en keihard word. Dan geef ik hem een handje Lemkimwol. Daarmee redt hij zichzelf wel.

Nu het oude beddengoed eindelijk ontdaan is van de poep en pies, kan ik er een redelijke prijs voor krijgen. En nog meer als ik er een vulpakket bij geef. Oftewel een doos met vulling. Ik kan er voor kiezen om het vulpakket te laten bestaan uit Lemkimwol en veren, maar dat kost meer tijd en levert dus meer op. Maar toevallig heb ik een strohuis gevonden van de Antyllie waar het zachtste en schoonste stro ligt wat er is. En ik weet hoe je er bij komt, dus het wordt een strobed.

Het is gelukkig al donker als ik klaar ben dus kan ik meteen door naar de Händel. Voorzichtig sluip ik richting het dorp, bedacht op elk geluidje dat mogelijk van de vijand kan afkomen, maar de reis loopt voorbeeldig. Eenmaal binnen lijkt het alsof er willekeurig mensen staan te praten, eten of gewoon niks doen. Maar schijn bedriegt. Terwijl de mensen praten, eten of niets doen zijn ze druk bezig met de wet te overtreden. Ze verkopen gestolen spullen en zelfgebrouwde, of kopen van andere mensen die lijken te praten, eten of niets doen.

Al snel vind ik een koper, die ook nog eens betaald met Händelmunten. Je krijgt ze door dingen te doen, vaak te kopen of verkopen en je kan er alleen dingen in de Händel kopen. Zo hebben de Antyllie er dus niets aan. Nadat ik de zaak afgehandeld heb, loop ik naar de medicijnman toe. Omdat ik wel vaker aardbeien naar hem breng, past hij de prijs aan zodat ik het net kan redden met wat ik heb verdiend. Tevreden ga ik met het hoestdrankje naar het nest. Op ongeveer 100 meter afstand zie ik ze. Een groep harmoniebehouders.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen