Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3
Op weg naar de boomgaard voel ik dat een opwindende spanning zich van me meester maakt. De geweldige A-appels zijn van de omvang van een mensenhoofd, als ze al niet groter zijn. Je kan veel van de Antyllie zeggen, maar behalve in geestelijk manipuleren zijn ze ook goed in genetisch manipuleren. Bovendien, als een A-appel is aangebroken, zorgt het flinterdunne laagje wat overal zit dat hij niet kan bederven. Je kan -zelfs met z'n tweeën- meer dan een week met één appel doen. Maar er zit een addertje onder het gras. De Antyllies weten natuurlijk wel dat er appels worden gestolen. Dus hebben ze een paar jaar geleden nepperts in omloop gebracht, wij noemen ze Neppels. Ze zien, voelen en ruiken exact hetzelfde. Alleen is het fruit niet gevuld met heerlijk vruchtvlees, maar met walglijke ziekmakende larven. Zodra je door de harde schil heen snijdt (wat trouwens ook een verschil is met gewone appels) word je bedolven onder een wriemelde massa die eruit word geslingerd door het gas wat zich ophoopt. Er stierven vele mensen die het waagden een verkeerde open te snijden. Maar nog steeds waren de Antyllie niet tevreden. De meeste doden vielen namelijk onder hun eigen volk, want bijna niemand in ons dorp kon een A-appel betalen, of stelen. Dus gingen ze weer om de vergadertafel zitten. Ze ontwierpen een dier, de Lemkim, een kruising tussen een hond en een paard, dat het verschil moest kunnen ruiken. Het idee pakte goed uit, want ookal kunnen mensen het niet door de dikke schil waarnemen, de geur van bedorven maden konden de dieren goed onderscheidden. Maar inplaats van de dieren te belonen, slaan de Antyllie ze zodat ze gedwongen zijn om in een moordend fabriekstempo de vruchten te keuren. We zijn inmiddels bij de poort aangekomen. Tot mijn verbazing is er geen enkele bewaking aanwezig. Whatever, ons komt het in ieder geval goed uit. Binnen een mum van tijd hebben we al twee appels te pakken, die samen misschien wel 7 kilo wegen. Maar zonder Lemkim zullen we er echt niet achter komen of we geen Neppels plukken. Als je een Lemkim te pakken krijgt en zorgt dat de Antyllie het niet merken ben je schathemeltje rijk. De beestjes zijn enorm trouw en hebben een geweldig geheugen. Ze weten precies waar in de appelboomgaard de ingangen en uitgangen zijn en willen zelfs, als je ze goed behandeld, de goede appels gaan halen. Misschien denk je nu: 'Maar dat valt toch enorm op?!' dat valt wel mee. Lemkims lopen wel vaker door de boomgaard heen en plukken appels, voor hun luie baasjes. Char stoot me aan en haar ogen staan wijd van schrik. 'Voetstappen!',fluistert ze hees. Nu hoor ik ze ook. Wat dit betreft, hebben we één gevaarlijke troef: omdat Antyllie zoveel kinderen krijgen dat de medewerkers in hun bedrijven ze niet eens meer herkennen, kan je doen alsof je een Antyllie bent. En aangezien de kinderen even arrogant zijn willen ze altijd beter zijn dan anderen. We zien ze wel eens door het dorp wandelen, met dezelfde vodden aan als wij, dan doen ze alsof ze beter zijn dan wij in hongerlijden. Maar die rotgrijns hebben we niet. Een vieze vuile man komt de hoek om. Hij is duidelijk dronken en kijkt ons geil aan. We zetten ons Antyllie smoel op en glimlachen liefjes. Nu nog een verklaring voor de appels. Daar zorgt Char voor. 'Niet zeggen tegen pappie hoor! We zijn hele goede appeldieven',voegt ze er samenzwerig aan toe. 'Zalll 't niet doennnn moppie!',lalt de man met dubbele tong. Voor dat ik weet wat er gebeurt heeft hij Char vast en kust haar. Als ik zie dat hij probeert haar shirtje omhoog te trekken grijp ik in. 'Niet doen. Ik ga het tegen pappie zeggen!',jammer ik. De vent laat haar los en Char spuugt in zijn dikke face. 'Ik ben beter in spugen als zij!',voegt ze er liefjes aan toe. Terwijl we de hoek om rennen roep ik nog: 'En ik ben beter in spellen dan zij!' We rennen nog zeker vijf minuten door zodat we zeker weten dat we minstens 10 kilometer tussen die vent en ons zit. Char trilt nog na, dus besluiten we maar naar ons nest te gaan. Twee A-appels is een mooie buit. En nou maar hopen dat er geen Neppel tussen zit. Als we buiten staan kunnen we ons niet bedwingen. Het is lang geleden dat we echt fruit ophadden. Ik kies er één uit en steek mijn mes erin.
Er zijn nog geen reacties.