Foto bij OO1. Cecilia Romaine

By Scuttle.

17 Maart 2008

Zachtjes trommelde ik met mijn vingers op het dashboardkastje, ik keek naar de regendruppels die langzaam over de ruit van de auto naar beneden gleden. Het was een treurige dag, de hele ochtend had het al geregend, het dikke wolkendek blokkeerde elk straaltje zonlicht. Het paste perfect bij hoe ik me nu voelde.
“Cecilia?” Ik begreep meteen aan de klank van Elisa’s stem wat ze bedoelde, ik stopte met trommelen en slaakte een zucht.
“Sorry.” mompelde ik terwijl ik mijn blik naar de snel voorbijvliegende bomen verplaatste. Ik wist niet of ik het fijn moesten vinden dat we na al die jaren eindelijk stopten met onze zoektocht. Het gaf een goed gevoel, eindelijk de mogelijkheid hebben om ergens te blijven, een thuis te hebben, maar toch knaagde het gevoel dat ik iets misliep. Maar dat was belachelijk, meer dan vijfhonderd jaar ben ik op zoek geweest naar de ware liefde, nooit heb ik hem gevonden. Het leek logisch om de zoektocht op te geven, het was zinloos.
Ik had niet gemerkt dat we waren gestopt en schrok dan ook toen Elisa plotseling een hand op mijn schouder legde. “We zijn aangekomen,” glimlachte ze, een echte glimlach, een van het soort dat ik al lang verloren had. “Ons nieuwe thuis.”
Ik keek door het raam naar het huis, het was een niet al te groot vrijstaand huis met twee verdiepingen, het gebroken wit op de muren deed het eruit zien alsof het er al een tijd stond, net als de overwoekerde voortuin.
“Het is geweldig, niet?” Elisa was over mij heen gebogen om het huis te kunnen zien, ze glimlachte nog steeds, een glimlach die niet van haar gezicht te halen leek en haalde haar schouders op. “Het heeft wat werk nodig, natuurlijk.”
Het viel me op dat het huis inderdaad prachtig kon zijn, met wat verf hier en daar en een paar bloemen zou het er al een stuk beter uitzien. “Het is perfect.” Ik probeerde te glimlachen, wat uiteindelijk in een grimas resulteerde. “Laten we naar binnen gaan.” zei ik, in een poging om enthousiast te lijken.
Elisa schudde haar hoofd en zuchtte. “Dat werkt niet bij mij, ik ken je te goed, dat weet je toch.”
Zonder antwoord te geven opende ik de deur en liep naar de achterbak, ik voelde hoe de regen mijn kleren binnendrong en mijn hele lichaam ijskoud deed voelen. Ik negeerde het, ik had pijnlijkere dingen meegemaakt, kou boeide me niet. Met mijn koffer liep ik naar de veranda en wachtte onder het afdak op Elisa, die met een vrolijke paraplu boven haar hoofd over het grindpad aankwam.

Reageer (3)

  • Debussy

    Stel verder!!(flower)

    abboooo erbij :D

    1 decennium geleden
  • BeautyBitch

    abo bij snel veder

    1 decennium geleden
  • NienkeAlblas

    Snel verder!

    Nieuwe abo :)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen