Foto bij Hoofdstuk 2.3

'Detentio!'
Ik staarde naar de personen op het podium die duelleerden. Het boeide me niet. Ik dacht na. Mijn zwart tasje hield ik dicht tegen me aangeklemd.
Ik was naar de Duelleerclub gewandeld, en nu zat ik hier. Voor me, op het podium, werd een jongen in touwen gewikkeld en viel hij op de grond.
'Paralitis!' riep de andere jongen. Hij had duidelijk de overmacht en het zag ernaar uit dat hij zou winnen. Maar ik lette niet echt op.
'Hoi!' Een meisje kwam naast me zitten. Ik wist niet van welke afdeling ze was, maar ze leek wel vriendelijk. 'Hoi.' zei ik terug.
'Wat doe je?' vroeg ze.
'Kijken.' antwoordde ik kort, terwijl ik mijn tasje nog steviger tegen me aandrukte. Het meisje zweeg even. Toen zei ze: 'Ehh... Wil je niet meedoen?' Ze knikte naar de duelleerders op het podium.
Ik schudde wild mijn hoofd. 'Ik verlies zeker en vast.'
'Kan je niet duelleren?'
'Wel, maar... Niet goed genoeg.'
'Ach, kom op! Hoe wil je het anders leren?' Het meisje keek me zo enthousiast aan, dat ik knikte. 'Oké dan...' Ik wou opstaan, tot ik me opeens het tasje herinnerde. Mijn gezicht vertrok en ik ging dadelijk weer zitten. Ik klemde het ding tegen me aan, alsof ik het aan me vast wou plakken. Niemand mocht het boek vinden.
'Wat is er?' vroeg het meisje.
'Ehh, ik ehh... heb opeens buikpijn.' loog ik snel. Ik ben erg goed in liegen, maar nu stond het op mijn gezicht af te lezen dat ik maar iets verzon. Ze keek me schattend aan. Opeens keek ze naar de stoel langs me. Ze sperde haar ogen geschrokken wijdopen. 'Een slang!' gilde ze.
Ik sprong op en draaide me met een ruk om. De stoel was leeg. Ik hoorde haar in lachen uitbarsten. 'Is je buikpijn over?'
Nu kon ik er echt onderuitkomen. Dat zou pas opvallen. Ik werd rood en ging weer zitten. Ondertussen was het vorige duel afgelopen. De verliezer strompelde naar zijn plaats, terwijl de winnaar trots riep: 'Wie durft het tegen mij op te nemen?' Hij keek de zaal rond. Niemand reageerde.
'Zij wilt wel,' hoorde ik opeens iemand zeggen. Nieuwsgierig keek ik om, zoekend wie gesproken had. Mijn hart zonk in mijn schoenen toen ik zag dat het het meisje naast me was. Ze wees naar mij.
Alle ogen waren op mij gericht. Langzaam stond ik op. Voorzichtig legde ik het tasje neer. Ik kon het maar met moeite loslaten, maar duelleren met een tas gaat nogal moeilijk. Dus liet ik los en stapte aarzelend het podium op. Ik pakte mijn toverstok en ging vlak voor mijn tegenstander staan. We bogen en zetten vijf stappen naar achter. Nu was het duel écht begonnen.

Reageer (1)

  • dodeke

    dat is zo goed, ze gaan dueekeren spannend

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen