Foto bij Hoofdstuk 2.1

Nieuw hoofdstukje :)

Enkele dagen na Daniels dood zat ik weer in de bibliotheek. Ik sjokte langs de rekken, mijn blik niet lossend van de miljarden – of zelfs meer – boeken die hier stonden.
Het was rustig in de bibliotheek. Een eindje verderop zaten enkele Ravenklauwers te lezen, en nog een eindje verder zocht een leerling uit Huffelpuf iets op in een boek, maar verder was er niemand. Ik liep al een tijdje langs de rekken, maar ik leek niets te vinden. Dat had vast te maken met Daniels dood. Regelmatig dwaalden mijn gedachten af naar hem. Hoe hij daar lag, aan het meer... Ik slikte.
Opeens trok een boek mijn aandacht. Ik pakte het uit het rek en blies het stof eraf. Ik hoestte. Nu kon ik de in goudverf geschreven titel lezen:
Onontdekte Spreuken en Geheime Geschiedenis van de Magie
Het klonk wel interessant. Op z'n zachtst gezegd dan. Ik zocht gauw een stoel. Ik sloeg het boek open en begon te lezen.
Ik las misschien wel uren. Bij elke zin, elk woord leken mijn ogen groter te worden. Nog nooit had ik zoiets verbazingwekkend gelezen. En het was allemaal waar. Elke regel, elke letter. Kleine details uit het dagelijkse leven die je over het hoofd ziet, waren grote bewijzen van wat hier stond. Niets was gelogen.
'BOE!'
Geschrokken keek ik op. Ik keek recht in het lachende gezicht van Maaike, mijn beste vriendin. Ik glimlachte. 'Hoi Maaike!'
Ze grijnsde. Mijn blik versomberde. 'Je weet het nieuws dus nog niet?'
'Nieuws? Welk nieuws?' vroeg ze. Ze keek me aan. Ik slikte even. 'Daniel is... dood.' Ik wist dat Maaike hem niet persoonlijk kende, maar ik had haar vaak over hem verteld. Een traan rolde over mijn wang. Ze zag het meteen. Ze ging naast me zitten en legde haar arm om me heen. 'Ik vind het zo erg voor je.'
Ik veegde de traan met mijn mouw weg. 'Ginny vertelde het me.'
'Van mij had zij het?' vroeg Maaike.
'W...Weet ik niet,' zei ik. Maaike glimlachte. 'Dus... Misschien loog Ginny?'
'Ginny zou nóóit tegen me liegen over zulke dingen.' riep ik kwaad.
'Oké, oké...' suste ze, 'De persoon van wie ze het heeft misschien?'
Ik schudde mijn hoofd. 'Je weet niet wat er is gebeurd.' Weer vertelde ik het hele verhaal, over Ginny die het vertelde in de bibliotheek, over Patrizio die ons meelokte en alles vertelde, over toen hij en nog een andere Zwadderaar ons aanvielen, over de bodem van het meer. Over de raadselachtige afspraak en over het kieuwwier.
'Ik... Ik dook naar de bodem... Ik zag hem liggen en ik... Ik pakte hem en zwom omhoog. Ik legde hem op de kade. Ik probeerde zijn hartslag te voelen, met dezelfde dwaze hoop die jij nu hebt. Tevergeefs.' Ik zweeg even, 'Toen liep ik snikkend weg.'
Maaike staarde voor zich uit. 'Hij is wel dood, dus...' Ik zag dat ze het moeilijk had met het idee dat er een moordenaar rondliep op Zweinstein. Ikzelf vond dat ook niet zo'n prettige gedachte.
'Maar, Maaike...' zei ik, terwijl ik behoedzaam om me heen keek, 'Ik heb zonet iets interessants gevonden.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen