34

Zoals beloofd,

---

<+>

---

POV SETH

Drycha is weg gedoezeld en hangt nu tegen me aan. Ook zie ik hoe Thirza en Iris ook beginnen weg te doezelen. Tot helemaal hun ogen gesloten hadden vielen ze na elkaar toe. Met een heldere tik kwamen hun hoofde hard tegen elkaar aan, daar schrokken ze zelf zo van dat ze verbaast rechtop zaten en elkaar aankeken. Iedereen was aan het lachen, gelukkig werd Drycha daar niet van wakker.
Al haar zorgen zijn van haar gezicht verdwenen, het was mij nogal vaak opgevallen hoe ze schichtig alle kanten op keek. Zelfs toen we Leah enzo aan het besluipen waren.
Ik ben ook meteen Leah aan het negeren nu die nogal vaak onze kant op keek met een lach van hier tot Amsterdam. Drycha had me wellis verteld over het weer in Nederland, we kwamen tot de ontdekking dat eigenlijk La Push en Nederland niet veel verschilden.
Drycha begint te bewegen en pakt mijn hand vast. Ik was blij dat het donker was en dat het vuur langzaam begon te doven, want een vervelende grijs was verschenen op mijn gezicht.
Langzaam til ik haar op en loop naar het water, de roedel kijkt me verbaast na.
Als het water hoger komt als mijn knieën blijf ik even staan om te kijken of Drycha wakker word. Nee, mooi.
Zonder haar wakker te maken neem ik een duik. Haar ogen sperde wijt open en twee verraste blauwgroene ogen keken mij aan.
Ze hapt naar adem, de roedel begint op de kant te lachen. Met haar handen stuurt ze een golf zee water mijn kant op, die ik ook vol in mijn gezicht krijg. Iris, Thirza en de jongens van het roedel die zich nog niet omgekleed hadden rennen ook het water in. Een enorm water gevecht begon. Al gauw hadden we de meisjes omsingelt en de ene golf na de andere spoelden over hun heen. Lachend proberen ze zich te verdedigen. Toen we stopten kwamen we tot de ontdekking dat we elkaar aan het nat gooien waren. Verbaast kijken we om ons heen waar die vier heen gezwommen waren.
‘Seth! achter je!’
‘Wat...!?’ Voor ik mijn zin af kan maken voel ik een arm om mijn nek en vult mijn mond en neus zich met zee water. Ik kijk in het gezicht van een grijnzende Drycha,
‘Ik heb je!’ De hele roedel begint te lachen, en zelf Leah lacht hartelijk mee. De wint begon heel hard te waaien, daardoor dooft het laatste beetje vuur bijna.
Rillend rennen we terug naar het kampvuur, meteen komen we in actie en leggen we er houtblokken op.
Als het vuur weer brand sla ik mijn handdoek om mij en Drycha heen, we moeten natuurlijk wel normaal lijken en we zaten op haar handdoek.
Thirza, Iris en Drycha rennen het bos in om hun te kunnen omkleden als ze een beetje opgewarmd zijn. Ik trok alleen even een shirt aan.
Thirza en Iris hadden allebei het zelfde jurkje aan met rode roos op de zijkant en een licht groene achtergrond.
Drych had daarin tegen een lange broek aan met een licht blauw hemdje.
Door het zoute water was al de zwarte verf uit haar haren gespoeld, blijkbaar had een van die andere twee een föhn bij want haar blonde golvende haar leken van goud gemaakt maakt te zijn in het licht van het kampvuur. Weet je, ik vind het helemaal niet erg meer dat ik met Drycha ingeprent ben.