31

Het is donker als ik wakker word, snel kijk ik op mijn wekker die rood gloeit in de zwarte omgeving.
Vijf voor zes, zoals bijna altijd. Thirza en Iris liggen nog te slapen, die zouden over een uurtje ofzo wakker worden. Ik ga zo zitten dat ik makkelijk ver kan springen. Iris draaide zich om op de twee persoon luchtbed, bijna rolde ze er af. Verstijfd zit ik op het bed, maar verder gebeurt er niks. Ik zet me af en beland op het luchtbed tussen Iris en Thirza in. Die met een gil van het luchtbed af stuiteren en met een doffe bons op de vloer komen.
‘Goede morgen,’ Zeg ik lachend,
‘Vind je?’ Was Iris nijdige antwoord, Thirza nam het gesprek over.
‘Maar we waren gisteren nog niet uit geroddeld ik wil weten hoe het hier zit,’
Vragend keek ik haar aan, maar volgens mij snap ik wat ze bedoeld.
‘Nou Drycha, welke jongen vind jij leuk,’ Iris keek me belangstellend aan, Thirza geeft antwoord voor ik kan liegen.
‘Ik gok die jongen waar jij zo ver mogelijk vandaan wou gaan zitten,’
‘Ja, die jongen eh… Seth toch?’ Schuld bewust keek ik naar beneden.
‘Nee, misschien, een beetje, heel erg.’ Ze begonnen hard te lachen,
‘Kan het misschien iets stiller ik probeerde te slapen,’ Sam staat met een norse houding in de deur opening. We beginnen nog harder te lachen. Zuchtend liet hij de kamer uit naar de keuken. Als wij beneden komen zie ik Sam met een kop koffie staan. Wallen zaten onder zijn ogen.
De zon schijnt helder buiten. Was het alweer zo laat?
‘Hé zullen we anders vandaag naar het strand gaan!?’ Roept Thirza ineens
‘Thirza! Je bent geniaal!’ Gilt Iris in mijn oor,
‘Weet ik’
‘Kucheigendunkkuch’ kuch ik,
‘en bedankt’
‘Zei ik iets,’ Is mijn reactie terwijl ik een onschuldig gezicht probeer te trekken, wat niet helemaal lukt.
‘Gaan jullie maar omkleden en naar het strand,’ Lacht Emily, op het moment dat Seth, Embry en Jacob binnen komen rennen.
Snel schieten we naar boven om onze spullen te pakken, en even later waren we op weg naar het strandje.