LXXIV
Alice Potter
Remus knikt en glimlacht terwijl hij mijn hand vastpakt. ‘Ik denk dat dat een goed idee is.’ Hij kijkt me twijfelend aan. ‘Wanneer wil je het hem vertellen?’
‘Zo snel mogelijk,’ zucht ik. ‘Als ik de kans zie, zal ik het doen. Ik kan dit niet meer aan.’ Tranen springen weer in mijn ogen. ‘Ik was zo bezorgd, Remus en ik kon het aan niemand vragen.’
‘Rustig maar.’ Remus trekt me weer naar zich toe. ‘Ik lag in bed, was aan het wachten tot de jongens weg zouden zijn.’
Ik knik. Marinda had gelijk, daar zal ze wel weer erg blij mee zijn. Eigenlijk wil ik Remus nog vragen of er iets was gister en waarom hij zo snel weer vertrok bij het avondeten, maar het lijkt me niet het goede moment. Bovendien is al wel gebleken dat ik me niet zo snel zorgen moet maken.
‘Gaat het weer een beetje?’ Remus laat me los om me aan te kunnen kijken. Als ik knik, glimlacht hij. ‘Dan,’ zegt hij en schuift een stukje naar voren op de bank, ‘ga ik even wat stelen uit de keukens. Ik heb nu toch wel honger.’
‘Oké, ik ga me even fatsoeneren.’ Ik loop naar de spiegel.
Remus loop richting de deur, maar bedenkt zich dan blijkbaar want hij staat er nog als ik me weer omdraai. Als ik hem verbaasd aankijk, grijnst hij. ‘Dit is onze kans om een keer gewoon door het kasteel te kunnen lopen en een hele dag samen te zijn, zonder zorgen. Je denkt toch niet dat ik je dan alleen laat?’ Hij steekt zijn hand naar me uit. ‘Kom je mee?’
Ik ren half naar hem toe, waar hij om moet lachen en als ik zijn hand vast heb, verstop ik mijn blozende gezicht tegen zijn arm. Hij slaat zijn arm om me heen en trekt me in een korte omhelzing voordat hij weer mijn hand pakt en de deur opent. ‘Daar gaan we dan.’
Ook al hebben we op de weg hier naartoe ook al hand in hand gelopen, is dit anders. We lopen rustig, maar ik kan het niet laten om de hele tijd om me heen te kijken of er niemand is. Als Remus het ziet, zucht hij en laat me stilstaan. ‘Zonder zorgen, zei ik.’
Hij loopt weer door en kijkt af en toe of ik niet zenuwachtig aan het doen ben. Remus laat onze handen zachtjes heen en weer bewegen, maar begint steeds wilder met onze armen te zwaaien, als een klein kind. Hij kijkt me aan met een tevreden lachje.
Ik schud lachend mijn hoofd. ‘Ga je straks ook nog huppelen?’
‘Dat is eigenlijk geen slecht idee…’ Hij grijnst als ik hem met opgetrokken wenkbrauwen aankijk. ‘Maar dat moeten we voor de terugweg bewaren.’
Opgelucht zie ik dat we er zijn, geen gehuppel voor mij.
Hoe denken jullie dat James zal reageren als ze het voor elkaar krijgt het te vertellen?
Reageer (29)
ik denk dat james daar gewoon gaat staan met een helemaal uitgestreken gezicht, of dat zijn mond wagenwijd openvalt en niks kan uitbrengen en dan zal hij iets zeggen in de trant van: "mijn zusje... Jij date mijn zusje?" en afhankelijk of sirius erbij is zal sirius james zijn gedachten proberen verwoorden en ook verbaast zijn en dan wordt James plots enthousiast en roept:" we worden schoonbroers! Familie!" of zoiets
1 decennium geledenHmm, remus die huppelt. Zo een serieuze man als hij is, zal ik me nooit huppelend voor kunnen stellen.
Hij gaat eerst niets kunnen zeggen en dan misschien zelfs boos zijn op Remus, omdat het tenminste James' kleine zusje is, maar wel blij (omdat hij liever Remus heeft dan één of andere klootzak ^^)
1 decennium geledenVerder!
oeh SPANNEND!! laat ons niet in spanning a.j.b.!!
1 decennium geledenHuppel de huppel ^^
1 decennium geledenIk ddenk.... ik denk... dat James... eerst heel boos zal zijn, maar dan zal inzien hoe schattig ze samen zijn en hoe goed ze bij elkaar passen en dan niet meer boos is ^^
don't you think?
Snelverder! <333333333
snel verder
1 decennium geleden-xx-