Een nieuw begin.
En dan nu....Hoofdstuk 2
Enjoy!
ohja, H3 kan een tijdje duren. vind wat ik eerder had geschreven nl heel slecht... dus ga vanaf daar opnieuw beginnen... Maar op het moment weet ik niet wat te schrijven...
bron afbeelding. ja ehh, mijn computer
De pijn die ik voelde was bijna ondraaglijk. Het voelde alsof ik levend verbrand werd. Schreeuwen had geen zin, daar was ik al achter. Op de een of andere manier kwamen er hier geen mensen langs.
Ik weet niet hoelang ik hier al ben. Of waar hier precies is. Ik weet niet wat ik hier doe. Sterker nog, ik weet niet wie ik ben. Het enige wat ik weet is dat ik pijn heb.
Besef van tijd heb ik niet. Ik kan hier nu al dagen zijn, of uren. Ik weet alleen dat de pijn er de hele tijd al was. Denken kon ik niet. Maar nu wel al steeds beter. Ik kan de dieren horen. De wind en volgens mij zelfs een riviertje. De pijn begon minder te worden, mijn voeten en handen beginnen al te stoppen met branden. Ik kan de omgeving ruiken. Ja, volgens mij ben ik in een bos. De pijn begint verder weg te trekken en mijn zintuigen worden steeds beter.
Wat is dat voor grappig geluid? Het klinkt als een hart. Maar niet mijn hart, dat kan niet. Dat van mij klopt nog maar heel weinig en heel zwak. Dat hart klopt juist heel snel. Ik hoor de hoefjes van een hert. Eerst langzaam, dan steeds sneller. Hij rent weg. Als het geluid van de hoefjes vervaagd, vervaagd ook het geluid van het kloppende hart.
Ik luister naar mijn eigen ademhaling. Zo kan ik de tijd wat beter bijhouden.
397, 398, 399
nee dit tempo ging toch wel wat te snel. Misschien moet ik het tempo van mijn hart bijhouden. Dan gaat er meer tijd voorbij met minder tellen.
Ik luisterde naar mijn hart. Het leek wel alsof dat tempo wel heel snel afnam. Of lag dat aan mij? Werd ik steeds ongeduldiger? Nu ik eraan denk lijkt het wel of de pijn al bijna helemaal weg is. Ik voel het nog branden in mijn keel. Zal ik wachten tot dat ook weg is? Of zal ik nu proberen mijn ogen te openen? Maar wat zou ik zien als ik mijn ogen open zou doen? Moet ik ze wel open doen?
Ik wilde me weer concentreren op mijn hart. Maar op dat moment gaf die net zijn laatste slag. Wat nu?
Ik besloot mijn ogen dan toch maar open te doen. Heel langzaam. Ik had niets specifieks verwacht, en toch was ik verbaasd. Ik zag boomtoppen. Nou niet echt speciaal zou je zeggen. Daarover was ik ook niet echt verbaasd- ik vroeg me wel af hoe ik in een bos terecht was gekomen- waar ik wel verbaasd over was is dat ik ze überhaupt zag. Het was namelijk donker, nacht. Ik hoorde dus geen boomtoppen te kunnen zien. In feite zou ik geen hand voor ogen moeten kunnen zien.
Ik hoor dingen die ik niet zou moeten kunnen horen, ik zie dingen die ik niet zou moeten kunnen zien, ik ruik dingen die ik niet zou moeten kunnen ruiken. En mijn keel brand ontzettend. Heb ik hier dan zo lang gelegen dat ik helemaal uitgedroogd ben?
Langzaam ging ik overeind. Ik hoorde een blaadje vallen. Nee geen blaadje, een papiertje. Zonder te kijken had ik hem al vast. Het was niet zomaar een papiertje. Een brief gericht aan Alice. Dus ik moet hem niet lezen. Ik ben Alice niet. Of wel? Het klinkt wel bekend. En het briefje lag op mij en er is hier niemand anders. Toch maar lezen dan.
Welkom in je nieuwe leven.
Ik zal de regels even voor je uitleggen. Oh en zeggen wat je bent.
Hoewel je dat zelf wel al kan weten.
Je bent een vampier.
Een vampier? Ik? Hoe kan ik nou een vampier zijn? Maar ik had wel het gevoel dat dat klopte. Hoe wou ik anders de superzintuigen verklaren. En ook het branden in mijn keel was opeens heel logisch.
Er is een heel belangrijke regel, laat mensen nooit weten wat je bent!
Denk verder zelf waar je naartoe wilt en volg je visioenen.
Dat was het. Geen afzender. En bloed drinken, ugh. Dan zou ik mensen moeten vermoorden. Maar ik wil geen monster zijn. Maar hoe kan ik nou geen monster zijn als ik bloed moet drinken?
Toen gebeurde het. Ik zag het niet aankomen, ik weet niet waarom het er opeens was. Maar ik had een visioen.
Ik gaf me over aan mijn jachtinstinct. Toen rook ik hem, zijn bloed. Het rook niet zo lekker als dat van een mens. Ik zag mezelf richting de geur toe rennen. Ik zag mezelf achter een hert aanrennen. Nog een klein stukje verder en dan . Auw, niet alleen ik maar ook iemand anders zat achter dat hert aan. We begonnen allebei van het hert te drinken. Ik en die jongen. Zijn ogen waren goudkleurig, zo mooi. Zijn haar was bronskleurig. Hé Alice, vang de volgende keer de eigen voedsel! zei hij lachend.
Toen was het visioen weg. Ik dacht nog eens na over wat ik net had gezien. Die jongen had het over voedsel en we dronken van een hert. Betekend dat dan dat ik geen mensen hoef te vermoorden om te voeden. Dat zou mooi zijn. En die jongen, zou ik die ontmoeten tijdens het jagen?
Weet je wat, ik ga het maar gewoon eens proberen.
Reageer (2)
verder!!!
1 decennium geledenZeer mooi,geweldig
1 decennium geledenxx