Foto bij Chapter 2.4 - Stowaway

Weet je, het was niet mijn bedoeling om dit hele verhaal vanuit Jack te schrijven. Maar zoals gewoonlijk maak ik het mezelf weer moeilijk, lol.

Jack zuchtte en concentreerde zich op zijn kaarten, iets wat hem nog niet echt was gelukt tot Marin de deur uit was. Marin... van de zee. Een toepasselijke naam voor iemand die zich geen leven vóór de zee kon herinneren. Tenminste, als hij haar moest geloven als ze zei dat ze niets meer wist. Persoonlijk kon hij zich daar helemaal niets bij voorstellen. Je vergat toch niet alles? Of bijna alles. Haar naam, die wist ze nog wel. Misschien nog wel meer. Ze was niet erg spraakzaam geweest wat dat betreft.
Ach, het maakte niet uit. Een vrouw aan boord! Had hij daar niet over gefantaseerd? Aan de kade had hij er geen kunnen vinden, en kijk nou! Zomaar, gratis en voor niks...
En een mooie, ook nog. Hij dacht aan de fijne trekken van haar gezicht, die in schril contrast stonden met de vurige blik in haar lichtbruine ogen. Er zat iets van radeloosheid in, vond hij. Alsof het haar eigenlijk allemaal niet meer uitmaakte. Maar de snelheid waarmee ze haar dolk had getrokken en de kilte waarmee ze hem had afgewezen, vertelden dan weer het tegenovergestelde.
Ze was een raadsel. Jack was dol op raadsels. Vooral in de vorm van mooie jonge vrouwen.
Maar hij mocht zich nu niet laten afleiden. Het was wel degelijk waar wat hij tegen Marin had gezegd: hij had dingen te doen. Belangrijke dingen.
"Oké, waar zal ik eens beginnen met zoeken?" mompelde hij tegen zichzelf. God, hij had geen idee. Hij zou gewoon naar de dichtstbijzijnde haven varen en daar vragen of ze 'Alysa' gezien hadden. Ja, dat zou hij doen.
Jack knikte tevreden bij zichzelf en rolde de kaart op. Tijd om op het dek te gaan kijken.

Ze was het dek aan het schrobben, precies zoals hij had gezegd. Jack bleef geamuseerd staan kijken. Ze leek het dek aan te vallen alsof het haar persoonlijk kwaad had gedaan.
Zijn glimlach vervaagde toen er iemand van de bemanning op haar afstapte. Het was een man van in de twintig, van wie Jack zich vaag meende te herinneren dat hij Ivar heette. Op het moment dat hij hem aan had genomen, had hij wel oké geleken, maar nu kon Jack zijn bloed wel drinken. Vooral toen hij een gezellig gesprekje met Marin leek aan te knopen, een flauwe glimlach om zijn lippen. In het begin antwoordde Marin kortaf en zonder op te kijken, wat hem weer enigszins geruststelde. Het duurde echter niet lang of haar geschrob verslapte. Hij hoorde haar lachen, een spontane lach, de eerste echte lach die hij haar had zien maken. Een vlaag irritatie golfde door hem heen. Hoe had 'ie dat voor elkaar gekregen?
Toen Marin definitief haar doek opzij legde en ontspannen verder praatte, besloot Jack dat het tijd werd om in te grijpen. Hij liep op het duo af en kuchtte bescheiden.
"Oh, hallo capt'n" zei Ivar. Marin keek verstoord.
"Ik kan mij niet herinneren dat ik toestemming heb gegeven om te gaan kletsen," zei Jack luid.
"Nee, die toestemming heb ik mijzelf gegeven," antwoordde Marin koeltjes.
"Sorry kapitein," zei Ivar, maar zijn ogen fonkelden niet erg schuldbewust. "Ik ben al weg."
"Dat is je geraden," zei Jack nuffig en hij stapte weg.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen