Opdracht 1
Genre: horror/parodie
Het meisje in felgekleurde kleding kwam langzaam bij. Ze hing aan een ketting aan het plafond. Voor haar hing een tv scherm. Het meisje kreunde, en rammelde met de kettingen. Haar schouders deden pijn. De tv ging aan. Op het scherm was een raar mannetje met een wit masker te zien.
“Hallo, kleine avonturier. We gaan een spelletje spelen. Al-”
“Oooh! Ik hou van spelletjes!”
Het meisje glimlachte breed en deed een poging om in haar handen te klappen. De man op het scherm zuchtte.
“Al jaren laat jij op tv zien dat je een grote avonturier en ontdekkingsreiziger ben-”
“Ik hou van avonturen en ontdekkingen! Wat zal ik ontdekken? Is er een schat?”
Het meisje keek zoekend om zich heen. Het mannetje zag zijn kans en vervolgde zijn verhaal.
“Vandaag kun je bewijzen hoe groot een avonturier jij bent.”
Het mannetje op het scherm drukte op iets uit het beeld. De vloer onder het meisje opende zich: onder haar maalden een heleboel scherpe zagen.
“Boots! Kom hier Boots! We hebben een avontuur! Hou jij van avontuur?”
Het meisje richtte zich nu tot de man op het scherm. Even was hij stil van pure verbazing. Ze was helemaal niet bang. Dit hoorde niet. Hij antwoordde enigszins aarzelend.
“Ik hou niet van avontuur. Ik hou meer van spelletjes.”
“Ik hou ook van spelletjes. Boots ook. Boots houdt van alles. Zullen we een spelletje spelen?”
“Nee! We zijn al een spelletje aan het spelen! Kijk naar-”
Het meisje deed weer en poging in haar handen te klappen en keek enthousiast om zich heen.
“Spelen we verstoppertje? Daarom kan ik Boots niet vinden! Oooh! Ik vind hem wel. Zien jullie hem?”
Het meisje richtte zich nu tot de lege lucht. Even was ze stil, en toen sprak ze weer.
“Inderdaad! Dat hebben jullie goed gezien!”
Het meisje probeerde achter zich te kijken, waar Boots het aapje lag. Het mannetje op het scherm begon, zichtbaar geïrriteerd te raken.
“HEY! Dit zijn dus de spelregels: Deze ketting gaat-”
“Ik hou van spelregels. En van kettingen. En van Boots. Boots! Ik heb je geziieeen! Mijn beurt om me te verstoppen!”
Het mannetje zuchtte geïrriteerd en sloeg met zijn hand tegen zijn voorhoofd, en wreef vervolgens over zijn hoofd. Hij had altijd al een diepe hekel gehad aan haar, en was zo blij geweest dat hij haar eindelijk te pakken kon krijgen. Helaas was ze nog irritanter nu dan tijdens dat stomme programma van haar. En ze luisterde voor geen meter.
Het meisje richtte zich weer tot de lege lucht: “Waar zal ik me verstoppen?”
Na een korte stilte knikte ze instemmend. In de lucht blijven hangen met haar handen voor haar ogen was inderdaad een goede verstop plek. Ze spiekte tussen haar ogen door en keek naar het scherm.
“Kun je me zien, mannetje met het witte gezicht? Hihihi, ik wed dat je me nooit zult kunnen vinden!”
Het mannetje met het masker zuchtte nogmaals. Dit werd niks. Hij ramde op een knop die buiten het scherm zat, en de ketting waar het meisje aan hing liet plotseling los. Met een gil viel ze naar beneden in de wachtende zagen, die haar prompt vermaalden tot een bloederige pulp.
Eindelijk rust.
Genre: Thriller
“Loop weg van die knop, en niemand raakt gewond!”
Sergeant Johnson zweette peentjes. Hij werkte al bijna tien jaar bij de geheime dienst, en had daarvoor al vijftien jaar in het leger gediend. Hij had heel wat gespannen situaties meegemaakt, maar nooit zoiets als dit. Dit was heel erg, afschuwelijk zelfs. Hij had het zo vaak gezegd. Maar ja, hij was maar een gewone agent. Een agent in de geheime dienst, maar nog steeds maar een agent. Zelfs de sergeant voor zijn naam was alleen maar een artefact uit een tijd van lang geleden: In het leger was hij altijd sergeant Johnson geweest, en iedereen hier noemde hem ook zo. De helft van de nieuwe mensen kenden zijn echte rang niet eens, die dachten dat hij echt sergeant was.
“Ik hou van avontuur. Hou jij ook van avontuur?”
Wat was dat nou voor onzin? Een klein meisje was tot diep in het pentagon binnengedrongen, en zat nu in de best beveiligde kamer aan deze kant van Rusland: de kamer met de rode knop. Alle kernraketten die Amerika nog had, gericht op Iran, Rusland en meer van dat soort landen. De rode knop was voor noodgevallen, zodat als iemand gek genoeg was Amerika op te proberen te blazen ze hen ook mee konden nemen. Maar die idiote president had zijn sleutel laten zitten, en nu was dit meisje hier met de knop aan het spelen. Dit was helemaal niet goed.
“Nee, ik hou niet van avontuur. Stap weg van die knop.”
Sergeant Johnson's vingers knepen zacht in de trekker. Hij zou haar neerschieten als het moest. Verdomme, waarom was er verder niemand? Hij durfde geen stap te zetten. Als hij naar voren wilde lopen om haar weg te trekken zou hij zijn wapen niet meer op haar kunnen richten. Als ze dan op de knop drukte... Maar hij kon ook niet zo blijven staan.
“Ik hou wel van avontuur. Boots ook. En van rood. Mag ik deze knop indrukken?”
Haar vinger zweefde naar de knop. Sergeant Johnson gilde in paniek keihard “Nee!” en ze trok haar hand terug. Zijn sergeantenstem maakte nog steeds indruk. Hij was er dan ook mee geboren. Grapje van zijn vader: Johnson zijn voornaam was Sarge. Hij wiste het zweet van zijn voorhoofd.
In die ene seconde, dat Johnson niet meer op haar richtte omdat hij zijn voorhoofd afveegde, sloeg ze met haar vuist naar de knop. Maar Johnson was sneller. Ze was maar een kind, maar hij had erop gerekend dat ze onvoorspelbaar was. Hij haalde de trekker over. Een keer. Twee keer. Drie keer. Hij raakte de tel kwijt.
Klik. Klik. Klik. Klikklikklik. Het enige geluid wat nog weerklonk in de kamer was het geklik van zijn lege pistool. En de sirenes. Oh god. De sirenes. Het meisje lag voorover op het toetsenbord, recht op de rode knop. Johnson stond doodstil. Het enige wat nog bewoog waren de stipjes op het grote scherm boven hem. Tientallen stipjes, en er verschenen er steeds meer. Ook in Rusland verschenen ze.
Johnson viel op zijn knieën, en staarde naar de zich ontvouwende kernoorlog. Maar bij europa doofden bijna alle stipjes een voor een uit. Het raketschild. Het had de wereld gered. Voorlopig. Er zou oorlog komen. Rusland zou deze onbedoelde kernaanval zeker niet waarderen. Ook in de VS zouden de paar gemiste raketten miljoenen doden veroorzaken. En hij, Sergeant Sarge Johnson, was de oorzaak ervan. Als hij dat meisje gewoon had weggetrokken...
Zonder dat hij het besefte had Johnson een nieuw magazijn in zijn pistool gestoken en een kogel doorgeladen. Hij duwde het pistool tegen zijn hoofd, voelde het kille metaal tegen zijn slaap. Hij wilde niet de zondebok van de wereld zijn. Hij wilde niet in een wereld vol oorlog leven. En verdomd, hij was geen kille moordenaar, hij zou de moord op dat kleine meisje, hoe ze hier ook gekomen was, nooit kunnen vergeten.
Voor hij echter de trekker kon overhalen werden de deuren achter hem opengeschopt. Plotseling waren er wel hulptroepen. Johnson wilde opstaan om ze tegemoet te treden. Hij had het pistool echter nog in zijn hand, en dat werd als een bedreiging gezien. Vijf agenten van de geheime dienst, collega's van hem, leegden hun wapen op hem. Johnson was dood voor hij de grond raakte. Hoe de ruimte er nu uitzag zou meer vragen oproepen dan beantwoorden, maar de twee die de waarheid wisten waren dood.
Genre: brief
Beste RD,
Ik herinner me de dag nog goed dat ik jou voor het eerst ontmoette in mijn dromen. Jij was jong, ik wat minder. Twintig was ik. En jij was nog klein en onhandig. Ik vraag me nog steeds af wie verbaasder was, jij of ik. Ik denk dat jij dat was. Ik maakte me vooral druk om de vraag of ik misschien gek was geworden. Het was dan misschien een droom, maar veel echter dan welke andere droom dan ook. Jij was wat meer gewend aan magie, gezien de gekke wereld waar jij in leeft. Gezien het fantastische wezen dat je zelf bent.
Ik heb jou zien opgroeien van een klein onhandig ding tot de grote en sterke meid die je vandaag de dag bent. Iedere nacht zag ik je weer, iedere nacht was een nieuw feest. Ik zag je hoop en dromen. Ik zag hoe erg jij je het gepest van je leeftijdsgenootjes aantrok. En ik probeerde je te troosten, en om jou te helpen je weg te zoeken, zoals jij mij hielp mijn weg te zoeken.
Vaak heb ik mij afgevraagd wat voor vreemde magie dit was. Jouw ouders waren overleden, en plotseling verscheen ik bij jou in mijn dromen. Ik voedde je op, ik was je vader, je beste vriend, je steun. Ik bleef altijd weg van de anderen, alleen jij wist van mijn bestaan. Ik voelde me niet thuis in jullie wereld, die is te mooi voor mij. Maar bij jou voelde ik mij altijd thuis. En dat was ook omgekeerd zo. Mocht je me dat niet nogmaals kunnen vertellen, wees gerust: Ik weet het.
Jij leerde mij de ware betekenis van vriendschap en loyaliteit. Inzet, competitiedrang. Omgekeerd probeerde ik je te leren wat minder koppig te zijn en je eerlijkheid voor je wil om te winnen te laten komen, iets waar ik helaas wat minder in ben geslaagd. Gelukkig waren je andere vrienden daar wat beter in. Maar toch, jouw thuis was bij mij, en terwijl mijn wereld steeds killer en gevaarlijker werd, verschoof ook mijn thuis naar mijn dromen. Naar jou.
Hah, om te bedenken dat ik mijn studie heb opgegeven om in het leger te gaan, vanwege jou! Ik was een geweldige ingenieur, maar door jou heb ik geleerd vliegen te waarderen. Aangemoedigd door jou heb ik geprobeerd te gaan vliegen, echt te gaan vliegen. En misschien aangestoken door de vechtlust die jij ontwikkelde besloot ik in een straaljager te gaan vliegen. Het was niet hetzelfde als jouw vliegen, maar het was genoeg. Alle technische snufjes van de mensen ten spijt, jij was degene die mij echt leerde vliegen. Jij leerde mij de lucht te lezen. Toen de oorlog hier uitbrak, en de dagen duister waren en de lucht gevuld was met vliegtuigen van Rusland en Amerika, toen mijn kameraden uit de lucht geschoten werden, bleef ik als laatste rondvliegen. Onverwoestbaar, onraakbaar, onsterfelijk. Ik was de laatste die escorte vloog voor de evacuatie vliegtuigen. Ik heb mijn leven aan jou te danken. En door mij hebben indirect velen anderen hun leven aan jou te danken. Ik kon niet iedereen redden, maar ieder van hen die gered is door mij komt dankzij jouw lessen.
Ze noemen mij de beste vliegenier ooit, beweren dat mijn naam de boeken in zal gaan en gelijk zal zijn aan die van de Rode Baron, of Erich Hartmann. Jouw naam is mijn bijnaam geworden: Rainbow Dash. Mijn vliegtuig was geschilderd zoals jijzelf gekleurd bent. Maar ik weet dat ook die titel aan jou toebehoort. Gelukkig heb jij die titel ook gekregen. Je stond aan het hoofd van de beste vliegeniers van jouw wereld. Zoals het hoorde. Jij hebt het verdient, en ik ben trots op je.
Helaas word jij sneller oud dan ik. Ik weet niet waarom. Misschien verloopt de tijd anders in de wereld van mijn dromen, of misschien leeft jouw soort gewoon minder lang dan de mijne. Je prachtige vleugels zijn gelukkig nog even sterk als altijd.
Maar ook al ben jij ouder dan ik, het is mijn leven dat ten einde loopt. Niet door ouderdom, maar door vrije wil. Na de oorlog was ik in de war. Jij gaf me troost. Je hebt me zelfs uiteindelijk voorgesteld aan je vrienden. In mijn dromen kon ik genezen. Maar de mensen hier vonden mijn dromen schadelijk. Ze vonden het waandenkbeelden, illusies, uitingen van een zieke geest. Onzin. Als mijn geest ooit ziek is geweest, is het nu.
Post-Traumatisch Stress Syndroom noemden ze het. De dromen waren een uiting daarvan. Het feit dat ik ze al langer had deden ze af als een andere mentale aandoening. Alles probeerden ze, iedere pil, elke therapie. Ik loog, maar ze doorzagen het, wisten dat ik niet genezen was. Uiteindelijk werden ze drastisch. Ze namen mij mijn dromen af. Ze namen me jou af. En toen, (o, de ironie!) verklaarden ze me genezen. Ik zou vrolijk verder kunnen leven. Ze hadden het zo fout. Ze hadden me het enige wat me dierbaar is afgenomen. Ik twijfel niet of je echt echt bent. Jij bent voor mij echt, en dat is alles wat telt.
We hebben nooit goed afscheid kunnen nemen. Ik heb daar nog steeds zo'n spijt van. Ik heb je gewaarschuwd, dus ik hoop dat je nooit hebt gedacht dat ik je verlaten heb. Maar je weet dat ik wat dat betreft op jou lijk: bot, onbezonnen en roekeloos, maar oneindig loyaal. Ik heb er vertrouwen in dat jij weet dat mijn afwezigheid niet gewenst is.
Ik heb het jarenlang geprobeerd. Maar wat ik ook doe, ik kan niet slapen. Ik ben zo moe, maar het lukt niet. Zelfs de sterkste kalmeringstabletten krijgen me niet in slaap. Maar in tegenstelling tot wat de vijandelijke piloten dachten, ben ik niet onsterfelijk. Ze noemen de dood de eeuwige slaap, en dat is de slaap die ik zal slapen. Deze wereld is niks voor mij. Teveel oorlog en dood. Zelfs het vliegen is niet leuk zonder jouw commentaar. En het zijn mensen geweest die mij hebben verraden.
Dit is een brief om alles voor mezelf op een rijtje te zetten. Voor de menselijke lezer zal het het geraaskal van een gek zijn. Jij en ik weten gelukkig beter. Dit word mijn wanhopige poging om bij jou te komen. Of het zal werken weet ik niet, maar het is het proberen waard.
Mocht het niet werken: ik verbrand deze brief, in de vage hoop dat hij jullie bereikt. Bij jullie werkt het, misschien hier ook: gedreven door onze pure vriendschap. Ook dat is het proberen waard.
Mocht deze brief wel aankomen maar ik niet, weet dan dit: Ik ben nooit getrouwd geweest, en heb nooit veel vrienden gehad, maar dat was niet nodig. Jij was mijn dochter en mijn beste vriendin. En ook al zijn je prachtige manen vervaagd en gebleekt door ouderdom, je blijft de mooiste van allen.
Ik hou van jou, en bedankt voor de geweldige tijd samen. Het waren de beste twintig jaren van mijn leven. Zorg goed voor jezelf, Dashie. We zullen elkaar terugzien.
Je loyale en (niet langer geheime) beste vriend,
Steve Gray
Reageer (2)
me likes
1 decennium geledenRainbow Dash en Dora x'D
1 decennium geleden