Foto bij Behind The Fairytale |03|

Behind The Fairytale |03|
Embry Call

Het kleine, dunne meisje was toch nog wel sterker als ik gedacht had. Ze sleurde me zo mee naar binnen en doordat ze dat zo zonder nog naar me om te kijken deed, voelde ik hoe het hout krassen maakte op mijn rug. Ze haalde het touw rond mijn been weg en legde het even opzij. Oke, dat kon ze doen, ze legde mijn been in een rechte positie, perfect om te genezen. Ze grijnsde en nam het touw weer, ze draaide zich nu meer naar mijn gezicht, nam mijn handen en... Ik trok ze snel weg, dat kon ze niet doen. Ik werd niet vastgebonden.
‘Hey!’ Ze moest stoppen, de trut. Ze keek me vragend aan, begreep niet eens wat ik hier mee bedoelde. Ik keek haar aan en bestudeerde haar. Ze was zo groot als een meisje van zes, maar leek op een meisje van zestien. Ze hield haar hoofd scheef terwijl ik haar aan staarde.
‘Wie ben je?’ Ik sprak de woorden traag uit, in de hoop dat ze me verstond. Ze keek heel even blij, en dan dacht ze heel diep na. Ze toonde me even haar hand, net als je tegen een hond “blijf” zegt. Ironie. Niet? Ze liep snel weg en toen ze zich omdraaide, zag ik op haar blote schouders twee grote, maar zachte littekens. Normaal zouden zo’n dingen er eng uitzien, maar nu hadden ze een vriendelijke uitstraling. Ze waren vrolijk, de littekens waren niet met kwaad gemaakt... Direct was ze terug en toonde me een blad met Engelse basiszinnen. Er naast stonden vreemde, sierlijke tekens waar ik niets van verstond. Ze nam mijn hand en legde die op het blad. Vragend keek ik haar aan. Moest ik aanduiden wat ik zei? Ik keek en zocht wat ik bedoelde, maar vond het niet. Ik schudde mijn hoofd. Met een snelle beweging draaide ze het blad om en toonde nog een aantal andere bladen. Nu vond ik mijn zin, er stond echt letterlijk “wie ben je” en dat vond ik fantastisch. Ik legde mijn vinger op de zin.
‘Wie ben je?’ Herhaalde ik traag. Ze keek naar het blad en glimlachte.
‘Em nee Dauwe’ Tja, nu moest ze de zin nog aanduiden... Emneedauwe? Ik keek naar het einde van het blad en zag dat er een grote plaats open was, in haar hand had ze een grof stukje grafiet vast. Ik tikte tegen haar hand en direct had ze het door. Ze stak me het stukje grafiet toe en trok - toen ik wou schrijven - het oude papier onder mijn hand weg. Ze liep naar het luik van de blokhut en sprong er vloeiend door, wat later kwam ze terug met lege vellen van het papier. Met een brede glimlach stak ze ze me toe. Ik nam de papieren aan en schreef in de drukletters die ik op de andere papieren gezien had een grote A. Terwijl ik ze schreef, zei ik luidop alle manieren waarop je die kon uitspreken. Zachtjes zei ze me na en toen ze dat perfect deed, knikte ik goedkeurend. Ze nam het stuk grafiet terug uit mijn handen, brak er een stuk vanaf en gaf een deel terug aan mij, zelf nam ze de papieren en schreef vloeiend de A een aantal keren. Er achter schreef ze wat dingen in de sierlijke tekens die ik niet verstond en zei ook wat ze schreef. De A-klank bijvoorbeeld. Ik lachte en begon aan de B, zo gingen we heel het alfabet af en op het einde schreef ik weer Emneedauwe, plaatste er een vraagteken achter en sprak het weer vragend uit. Glimlachend trok ze er een streep door en zette er grote spaties tussen.
‘Em.’ Ze schreef de letters op het papier en wees naar zichzelf.
‘Jij?’ Ik nam de papieren en zocht het op, maar vond het niet. Ik wees naar haar en herhaalde het. ‘Jij.’ Daarna wees ik naar mezelf. ‘Ik.’ Ik twijelde even. ‘Em?’
Ze lachte en knikte tevreden. ‘Ik?’ Ze wees naar zichzelf. Ik knikte. ‘Jij.’ Vastberaden wees ze naar mij. En glimlachte toen ik haar toonde dat ze gelijk had. Ze wees weer naar zichzelf. ‘Em, ik.’ Wees naar mij. ‘Dei, jij.’
‘Dei?’ Dat had ze me nog niet gezegd, maar ik was er zeker van dat dat jij betekende. Ze knikte en toen ik naar haar wees verscheen er een gelukzalige glimlach op haar gezicht. Maar toen schreef ze nee en zuchtte. Ze keek me even moeilijk aan en dacht na. Ik dacht ook even na, als em ik betekende, en ik vroeg haar wie ze was, misschien was die em nee dauwe dan een goed antwoord en was Dauwe haar naam. Dan was nee misschien ben en zei ze dus letterlijk: ik ben Dauwe. Twijfelend keek ik haar aan en hopend dat ze geen werkwoordsvormen hadden, begon ik aan mijn zin in de vreemde taal.
‘Dei nee Dauwe?’ Glimlachte ik.
Ze knikte half en half, maar besloot toen het papier te pakken. Ze zocht haar zin en keek toen naar de Engelse vertaling ervan. Ze nam het papier dat we net geschreven hadden en ging met haar vinger vergelijkend over de letters. Toen ze de letters gevonden had en voor zichzelf even gemompeld had, haalde ze diep adem en zei: ‘Ik ben Dauwe.’
Ik glimlachte. ‘Ik ben Embry.’
‘Embry.’ Traag herhaalde ze mijn naam, alsof ze de klanken wou proeven of er zeker van zijn dat ze hem juist verstaan had.
‘Jij, dei, Embry.’ Ze legde haar vinger tegen mijn borstkas. ‘Ik, em, Dauwe.’ Ze legde haar hand op die van haar en wachtte even. ‘Em nee Dauwe, dei new Embry.’ Ze hadden dus wel werkwoordsvormen.
‘Dei new Dauwe.’ Constanteerde ik.
‘Dali, dali, dali!’ Het klonk als een blije “Ja, ja, ja!” Ik keek op het papier en zag al snel de korte antwoorden als ja, nee, misschien staan. Ik duidde de ja aan en keek vragend haar richting uit. Ze nam het papier met de letters en keek er even naar.
‘Ja.’

Jeej!(: Ik word altijd blij van reacties (:
Die nieuwe taal uitvinden was zo fijn (:
Ik wou in het fonetisch schrift schrijven hoe je alles uitsprak, maar quizlet schrijft die tekens met cijfertjes en hekjes enzo dus dat kan ik niet echt gebruiken... Dan maar zo goed mogelijk uitleggen met gewoon schrijven hoe je het zegt...
Em, gewoon met een korte e
Dei, deej, maar een beetje de j als een i maar toch niet helemaal xd
Nee, gewoon nee
New, neuw met een korte e
Dali, daali
Lua, loewa

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen