Opdracht 1 schrijfwedstrijd Timshel. Mijn persoon heet Alex en mijn woord is angstaanjagend.

Alex kijkt naar het lijk voor zijn voeten. Hij heeft het gedaan. Hij wilde het niet. Het was zijn beste vriend. Het bloed stroomt nog uit het lichaam. Het maakt hem wéér bang, het is té indrukwekkend op een negatieve manier. Het wekt wéér angst bij hem op. Hij staat op en begint te rennen, het huis uit, de straat uit, de wijk uit, de stad uit en hij blijft maar doorrennen totdat hij uitgeput neer valt op een bankje langs de weg. En hij denkt terug aan wat er de afgelopen tijd gebeurt is:

Alex stond gewoon op en ging naar school. Hij kwam zijn vrienden tegen, Marcel en Henk. Ze gingen samen naar school en rookten wat bij het rokershoekje op het schoolplein. Toen de bel ging, gingen ze naar binnen en ze liepen naar de les. Na een vermoeiende schooldag fietste Alex naar huis en opeens sprong er een man uit de bosjes en bedreigde hem met een mes. Hij zei tegen hem dat hij mee moest gaan en Alex ging met hem mee. Toen ze bij het huis van de man aankwamen, zag Alex dat de man het huis had gekraakt. Ze gingen naar binnen en de man bood hem wat te drinken aan. De man ging naar de keuken om hem een cola te halen die hij had gevraagd. Toen hij later terugkwam had hij de cola in zijn handen, alleen de cola had een vreemde kleur. Alex had het wel gezien, maar hij dacht dat het aan hem lag. Hij dronk de cola op en viel meteen in een diepe slaap…

De dag erna werd Alex die morgen heel laat wakker met een bonkende hoofdpijn. Hij ging recht op zitten en zag de man. Hij zat onder het bloed. Het maakte Alex bang. Het wekte angst bij hem op. Alex vroeg wat hij deed, wie de man was en waarom de man onder het bloed zat. De man antwoordde: “Je bent in mijn huis, ik ben de beroemde drugsbaron Nicollo Machiavelli en ik heb net iemand vermoord die mij in de weg zat. Maar niet zomaar in de weg. Hij had mij verraden tegenover de politie. Ik heb hem gestraft.”
“Wie was het? ”vroeg Alex aan Nicollo. “Het was Stephan van Vleit. Je kent hem hè?”
Alex schrok en hij zei: “Ja, ik ken hem.” Stephan was een oud klasgenootje van hem wat al een week vermist was.
“Alex, ik geef jou nu de opdracht om naar school te gaan, je bent wat laat, maar ik heb je voor de eerste twee uur afgemeld omdat je zogenaamd hele erge hoofdpijn hebt en je moet ook doen alsof je hele erge hoofdpijn hebt, je moet Henk Bakkers voor mij volgen. Als school uit is dan ga je naar je ouders en leg je deze brief op tafel. Daarin staat dat je met vrienden even op vakantie bent. Ik wil dat je daarna terug komt en mij verslag uit brengt over waar Henk woont, werkt en dealt,” eindigde Nicollo zijn opdracht.
“Maar ik kan Henk niet volgen, hij is mijn beste vriend!” bracht Alex ertegenin.
“Des te beter,” zei Nicollo gemeen. Alex vertrok en deed wat hem opgedragen was.

Toen Alex die middag bij Nicollo aanklopte deed hij zelf open en liet hem binnen.
Hij bracht verslag uit. Nicollo was tevreden zei hij. Hij gaf Alex 50 euro en liet hem zijn eigen gang gaan.

De dag die erop volgde werd Alex vroeg wakker en hij voelde meteen dat er iets niet aan de haak was. Nicollo zat naast zijn bed en wenste hem goedemorgen. Hij begon meteen met de opdracht die hij vandaag moest doen: “Ga weer naar school. Breng weer verslag uit van Henk Bakkers en leg dan deze brief bij hem thuis op tafel. Het is een dreigbrief dat hij moet ophouden met mij te saboteren.” Alex stond op en deed wat hem gezegd was.

Dezelfde dag kwam hij weer thuis bij een tevreden Nicollo. Hij gaf hem deze keer 100 euro. Hij zei dat hij de zaak een weekje zou laten rusten en dat zou kijken wat het hem opgeleverd had.

De week erop, Alex was die nacht al vaak wakker geworden van het gestommel van Nicollo die door het huis liep. Toen het eindelijk ochtend was zat Nicollo weer naast zijn bed en begon vandaag met: “Alex, ik heb een zeer betreurende opdracht voor jouw. Ik had het liever ook niet gewild maar het moet toch. Henk heeft niet geluisterd naar de dreigbrief en nu is aan jou de taak om er een einde aan te maken. Je krijgt van mij een mes mee. Zorg alsjeblieft dat de politie er niet achter komt. “
“O, nee, ik moet Henk vermoorden,” gierde het door Alex’ hoofd. Maar hij deed wat hem was opgedragen, hij wilde immers zelf niet vermoord worden.

Na school liep hij met Henk mee naar huis met de smoes dat hij iets niet snapte van wiskunde. Toen ze bij hem thuis aankwamen vroeg Alex voor de zekerheid of ze alleen thuis waren. Het antwoord was ja. Ze begonnen met de wiskunde-opgaven, ondertussen haalde Alex zachtjes en langzaam het mes uit zijn zak en wees er mee naar Henk. Alex zag het verbaasde gezicht van Henk en zei: “Ik doe dit in opdracht van Nicollo Machiavelli. Ik doe het niet graag. Maar het moet. Tot nooit meer ziens.” Met die woorden stak hij Henk neer.


Alex schrikt op en begint te huilen en te huilen. Dit is wat hem nou zo bang maakte. Dit was nou zo indrukwekkend op een negatieve manier. Dit was wat beangstigend was. Hij wilde niet meer zo verder leven. Hij pakte het mes en keek ernaar. Ja, dat zou hij doen, dan zou hij weer bij Henk zijn. Alex stak het mes in zich en glimlachte.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen