11
Vol ontzag liepen we de villa binnen, het was vooral gemaakt van hout, maar de helft was zowat glas.
De villa was heel open en licht, de meubels waren wit of grijs.
‘Kom we gaan naar mijn kamer.’ Emya liep voorop en ging naar de zijkant van het huis. Drie muren van haar kamer was van glas, de enige muur was helemaal behangen met schilderijen.
Evalinde liep naar de schilderijen,
‘Wow, dat zijn mooie schilderijen, als je die als Rembrandt uitgegeven had zou iedereen je nog geloven. Wie heeft de gemaakt.’ Blozend keek Emya naar beneden, ze stond tegen het bureau aan. Ik zag nog net hoe ze een tweede laag onder het bureau terug schoof.
Evalinde draaide zich om,
‘Waarom zeg je niks, en waarom ben je zo rood.’ Ik keek haar verbaast aan, ze was een beetje traag van begrip.
‘Eh, Evalinde ik denk dat Emya dat zelf heeft gemaakt.’ Kwam Irys er tussen.
‘Nee, toch? Dat meen je niet! Hoe?’ Heel zacht antwoorden Emya,
‘Nou, je pakt verf, een kwast en een doek en dan ga je schilderen?’
‘Eh Evalinde hoezo blond?’ Zei ik, Evalinde keek naar haar blonde steile haar. Het was een heel dom gezicht, ze keek naar boven maar keek daardoor scheel.
Achter me moest Anné opeens lachen, daardoor brak de spanning. Emya startte de computer op en haalde haar laatste tekening van het bureau af.
‘Kijk, hier. Ik heb een steen ooit een keer vertaald.’ Een plaatje met een steen verscheen op de computer, in het steen waren allemaal tekens gezet. Het was niet van deze taal en ik betwijfelde of het Romeins was.
Emya liep naar de glazen muur en trok de witte gordijnen dicht daarna zette ze de gordijnen strak door de op de onderkant een zware balk neer te leggen. Ze ging onder de beamer staan en sprong richting het “aan” knopje, toen ze hem eindelijk raakte verscheen op het gordijn de zelfde steen als op de computer. Ze pakte een lezerlampje en begon bij het eerste teken.
‘Dit is een oude formule, van voor de Romeinse tijd, het is rond dit gebied gevonden. Deze tekens...’ Ze wees naar een rij tekens die op de steen waren gekrast
‘betekenen dat er mythische wezens rond lopen.’
‘Je bedoelt liepen,’ Zei Anné, maar Emya schudde al haar hoofd.
‘Nee lopen, het lijkt er op dat het om een soort draak gaat met van die bok horens. Maar het kan ook zijn dat het om een ander wezen gaat.’ Irys zuchtte,
‘Goede vertaler ben jij zeg, je weet niet eens bij duidelijke tekens wat er staat.’ Emya lachte,
‘Ze zijn duidelijk maar als je goed kijkt.’ Ze zoemde in op een teken,
‘Dit is de boosdoener, kijk dit hoekje is afgebroken.’ Nu wees ze met de lazerpen op een hoekje.
‘Als dit een door getrokken punt is, is het een Elf, gaat het hoekje niet door, dan is het dat wezen met die bok horens.’ Nu knikte ze begrijpelijk. Emya begon opeens te vloeken,
‘O, nee, nee, nee!’ Begon alle gordijnen dicht te trekken.
‘Ze moeten hier weg, snel. Ik moet iets uitzoek, trouwens ze kunnen net zo goed helpen!’ Mompelde ze in zichzelf.
‘Aha, idee.’ Ze raakte een paneel die tegen de muur aan zit, zware rolluiken zakken naar beneden.
‘Jullie blijven hier vannacht.’ Zei ze plotseling,
‘Hoezo?’ Vroeg Irys wantrouwig,
‘Op de steen staat dat het monster los loopt ergens in deze maand, ik heb er over heen gekeken.’ Ze schudde weer haar hoofd,
‘Ik had jullie niet hier heen moeten brengen, bel jullie ouders, zeg maar dat we iets uitzoeken voor geschiedenis, verzeker hun dat ze niet naar buiten mogen de hele maand na twaalven’ Ik snoof minachtend,
‘Het zijn maar fabels.’ Emya stem werd ineens scherp, ze wees met een vinger naar mij
‘Zeg dat nooit!’ Snel belde we onze moeders. De moeders waren het er mee eens, ze vonden het leuk dat we ons zo inzette voor het huiswerk.
‘Goed, blijf hier, om de hoek zijn matrassen en in de keuken kan je eten halen.’ Ik zag dat ze even met haar hoofd schudde,
‘Waar ga jij dan heen? Jij kan ook niet naar buiten, het is al tien voor twaalf. We zijn hier al even met het vertalen!’ Ze snoof minachtend, en draaide om.
Daarna rende ze in een waas naar de deur. We renden achter haar aan, maar de deur viel in het slot.
‘Ik maak hem wel open.’ Evalinde pakte een spelt uit haar haar en binnen no time was de deur open.
Ik rende voorop het bos in, haar voetstappen kon je in de modder nog zien. Langzaam werd de omgeving wit, de voetstappen werden kleiner en langs een ander pad hielt een dier haar in, tot de voetstappen weg waren. Volgens mij hebben we het verkeerde spoor gevolgd
Reageer (1)
awesome
1 decennium geleden