Foto bij Jaloezie & Spijt

Mijn woord = waterkant. Het verhaal speelt zich af aan de waterkant. Mijn naam = Jay (m).

      Ik liep over het gras naar het meertje, met mijn handen in mijn zakken maakte ik vast een verveelde uitstraling maar daar dacht ik nu even niet aan. Ik liep even weg van het feestterrein, door de het kleine bosje met prikkende dennenbomen. Ik drukte een tak weg en meteen voelde ik de pijn van dennen die in mijn hand staken, natuurlijk bloedde het niet, en eigenlijk deed het ook niet heel pijn, maar de herinnering aan Kerst toen ik de kerstboom van oom Harold op mij kreeg, stond in mijn geheugen gegrift.
      Daar was het, het meertje. Precies zoals ik hem mij herinnerde. De oude bootjes van Mary en Spencer lagen in het water en een paar eenden keken me nonchalant aan terwijl ik verder in de richting van het kleine meer liep. Aan de rechterkant stond een klein, vernield boothuisje.
Ik plofte neer op de bedding en plukte een grasspriet om die vervolgens in mijn mond te steken, als een sigaret. Ik moest lachen om mezelf, doen alsof je een sigaret in je mond hebt is zo kinderachtig. Maar ja, ik deed het nog steeds.
      Ik zuchtte even en keek naar de zon, het was een mooie dag geweest. Over een paar uur zou de zon wel ondergaan en zou iedereen zich langzaam klaar gaan maken voor de afterparty. Of hoe het feestje dat na de bruiloft kwam ook heette.
      Ik dacht na. Wat had ze er mooi uit gezien in haar witte jurk, met haar lange blonde haren en haar groene ogen. Emmy, mijn Emmy, al was ze nu toch echt van die snob genaamd Joseph. Ik kon het toch nog niet helemaal bevatten hoe het allemaal was gelopen, het ene moment sta je nog te knuffelen op het vliegveld en ‘Ik zal je vreselijk missen.’ te zeggen en het volgende moment hoor je dat ze iemand heeft ontmoet op haar stage in Australië.

Ik herinnerde het me als de dag van gisteren. Terwijl ik tv zat te kijken in de woonkamer – “Deadliest Catch” van Discovery Channel was erop, zowel mijn als mijn vader’s lievelingsprogramma – hoorde ik de telefoon rinkelen in de keuken. ‘Neem jij even op? ‘ had ik naar mijn moeder geschreeuwd. Een zachte biep toen de telefoon werd opgenomen.       ‘Jay, deze is voor jou.’ Chagrijnig omdat ik midden in mijn programma werd gestoord, nam ik de telefoon van mijn moeder over en vroeg nors:       ‘Met wie spreek ik?’
      Het was Emmy, mijn mooie Emmy. We kenden elkaar al sinds onze geboorte omdat onze ouders goede vrienden waren. Iedereen vroeg of we niet iets met elkaar hadden, daar lachten we altijd om. Nee joh, wij hebben niks met elkaar, we zijn elkaars beste vrienden! Natuurlijk had ik altijd wat meer gevoeld voor Emmy, al zou ik dat nooit toegeven.
      Nu zei ze opeens dat ze voor een jaar naar Australië zou vertrekken, voor haar nieuwe studie. Letterlijk viel mijn wereld toen in het water. Gelukkig mocht ik wel mee haar wegbrengen naar het vliegveld. Ik herinnerde me het ongemakkelijke moment, toen we tegenover elkaar stonden afscheid te nemen, ik wou haar wel dolgraag knuffelen en vertellen dat ze hier moest blijven, maar ik durfde niet. Toen ze me uiteindelijk toch een afscheidsknuffel gaf en ze wegliep, had ik een brok in mijn keel. Wat moest ik dit jaar nou weer gaan doen?
Uiteindelijk is er veel veranderd, zo ben ik uit huis gegaan en een nieuw appartement gehuurd. Ik ging naar de sportschool en werd fitter, gespierder, en ik zag er beter uit. Ik zorgde dat ik onweerstaanbaar was voor haar, tot die ene dag.
Ze kwam thuis, ik stond daar in mijn mooie kleren, onder de Axe-deo, met gel in mijn haar, en een bos rode rozen, te wachten totdat zij zou verschijnen. En daar verscheen ze, nog steeds zo mooi als ik me kon herinneren. Ze rende op me af, vloog me om de nek, en toen zag ik hem.
      ‘Dit is Joseph, hij komt uit Australië en we zijn al sinds dag één samen, oh Jay. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest!’

Bam. Een steek recht in mijn hart. Ik heb Joseph nooit gemogen, en toen stond ze opeens met trouwplannen voor de deur.
Ik veegde mijn neus even af aan mijn mouw, ik was verkouden en keek weer naar de zon die plotseling een stuk lager stond, was ik hier al zo lang?

Het meertje was niet veranderd, ondanks dat wij dat wel waren. Vroeger kwamen Emmy en ik altijd al hier, om te spelen. Ik keek naar het boothuisje, ik herinnerde me meteen het feestje dat Emmy en ik toen samen hadden georganiseerd voor onze klas. De eerste keer dat ik had gemerkt dat Emmy toch ook wel een lekker ding was.
      Ik liep door het boothuisje heen, iedereen had het naar zijn zin en had wat drinken in de hand. Aangezien we bijna allemaal zestien waren, was de alcohol van de partij. Charlie, destijds mijn beste vriend, liep op me af.
      ‘Taylor Scott ziet je zitten man, dat hoorde ik net van Will. Jij hebt echt geluk!’ Zei hij tegen me. Taylor was het mooiste meisje van de klas, en als zij je zag zitten was dat toch echt een grote eer. Ik zag Taylor met haar vriendinnen een eindje verderop tegen de bank aanleunen en ze wenkte me met haar handen. Ik liep er grijnzend op af – iets wat elke zestienjarige zou doen – maar opeens hoorde ik de deur van het huisje open gaan. Ik draaide me om en met grote ogen keek ik naar het meisje – nee, de vrouw – die toen binnenkwam.
      Emmy zag er fantastisch uit. Ik hoorde iemand achter in het boothuis fluiten – waarschijnlijk Erik Potter – en liep op haar af, ik was Taylor Scott totaal vergeten, maar in plaats van te zeggen dat ze er fantastisch uit zag en dat ik graag met haar wou dansen zei ik: ‘De chips is bijna op, ligt er nog wat in de voorraadkast hier?’ Emmy’s glimlach leek even te vervagen maar toen zei ze: ‘Ja, ligt er vast nog wel. Hoe zie ik eruit?’ ‘Goed. Goed genoeg voor je eigen feestje, excuseer me even.’
Ik heb zo vaak gewenst dat ik dat moment kon overdoen, voor de rest van de avond heeft Emmy met Nate Berry – het stuk van de klas – gedanst. Ik voelde de jaloezie gloeien.

Ik zuchtte weer, de zon was nu bijna helemaal onder en het donkere water gaf een mysterieuze gloed. Opeens hoorde ik iemand mijn naam roepen.
      ‘Jay? Jay! Ben je daar?’ Iemand was me blijkbaar aan het zoeken.
      ‘Ja, ik ben hier. Wie is daar?’ Ik stond snel op, klopte het zand van mijn pak en spuugde de grasspriet uit.
      ‘Ik ben het, sukkel. Wat was je aan het doen?’ Emmy verscheen tussen de takken door, betoverend en mooi zoals altijd.
      ‘Euh, niks. Gewoon, genieten van het water.’
      ‘Herinner je het nog?’ Vroeg Emmy aan mij. ‘We speelden hier altijd soldaatje toen we zes waren, en toen we dertien waren, zaten we hier te roddelen als een stel oude dametjes.’ Ze gniffelde en ik deed mee. ‘Ja, dat herinner ik me nog wel.’
      ‘Of die rare eend die hier opeens was, we hebben haar toen Gloria genoemd, weet je nog?’
      ‘Ja. Ook dat weet ik nog. En het boothuis was altijd een goede plek voor feestjes.’ Ik keek Emmy aan, haar groene ogen zagen er fantastisch uit en ik kon het niet helpen om er nog even iets langer in te staren. Toen ze wegkeek, bleef ik haar aankijken.
      ‘En in die struik daar, daar heb je toen een keer in gekotst? Toen moest m’n neef Stuart nog – hé, waar kijk je na?’ Ik voelde mijn gezicht rood worden toen ze opeens in mijn ogen keek.
      ‘O, gewoon.’ Ik probeerde uit alle macht om niet te stotteren.
      ‘Kom eens hier.’ Zei Emmy, ze pakte me bij mijn kreeg en trok me dichterbij. Haar lippen voelden koel en zacht aan op de mijne. ‘Ik weet dat jij en Joseph elkaar niet zo goed mogen, en ik weet dat jij mij liever ziet samen met jou. Ik ben niet blind, Jay. Ik weet hoe je naar me kijkt. En ik hoop dat dit voldoening voor je is.’ Ze stond nog steeds heel dichtbij. ‘Voldoening?’ Vroeg ik verbaasd.
      ‘Je weet dat ik nu getrouwd ben met Joseph, en ik ben niet van plan om bij hem weg te gaan. Maar weet dat – ‘ ze keek omlaag en schopte met haar voet een klein kiezelsteentje weg ‘ – dat jij net zoveel voor me betekent als hij, misschien nog wel meer. En dat als de relatie stuk loopt, jij dan je kans krijgt.’ Ik moest lachen en trok mijn rechterhoek van mijn lip op. Emmy gaf me nog een kus en hield met haar rechterhand mijn achterhoofd vast.
      ‘En kom je nu mee? Naar het feest? Iedereen zit te wachten op jou.’ Zonder mijn antwoord af te wachten trok ze me weg bij het meertje. Ik wierp nog een laatste blik op het water.
      Het was mijn eerste zoen met Emmy geweest. Toen we bijna uit het bosje waren stopte ik plotseling en daardoor werd Emmy door de kracht terug in mijn armen geworpen, ik zoende haar nog een keer en ik glimlachte erbij.
'Wat doe je?' Vroeg Emmy die haar lippen van de mijne afhaalde, maar zich nog niet lostrok.
      'Ik hou van je. Het klinkt dom, maar eigenlijk m'n hele leven al. In het begin was het echt vriendschap, maar later. Ik dacht echt dat toen je terug kwam uit Australië, dat je dan bij mij zou willen zijn, maar dat liep blijkbaar anders. Ik vind je gewoon heel leuk en dat moest ik even kwijt, sorry als ik je bruiloft heb verpest, dat was niet mijn bedoeling. Ik wens je al het goeds toe in je komende leven en, en... Verder heb ik eigenlijk niks te zeggen, maar ik hoopte eigenlijk dat je het niet erg vindt, zeg maar.' Zei ik.
Emmy beet op haar lip en ik zag haar ogen een beetje waterig worden.
      'Ik hou ook van jou.' Zei ze toen er een traan over haar wang liep en ze wegrende in de richting van het feestterein.
Ik mocht van mezelf niet glimlachen, maar ik deed het toch. Joseph zou dit gaan verliezen, hoe dan ook.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen