In dit derde hoofdstuk leer je de hoge wachten kennen van de stad die ook in het eerst hoofdstuk voorkwam.

Nadat Demos kwaad en neitsbegrijpend uit de werkkamer was weggestormd schreef Abraham driftig zijn boek af. Zijn boek doet zou gaan over de kubus. De kubus die hij altijd dicht bij zich droeg. Altijd geklemd in zijn rechterhand. Hij voelde het als zijn plicht om na al die jaren dit boek af te schrijven. hoeveel voorvaderen en moeders hebben de kubus al niet gedragen? maar nooit dit boek af kunnen schrijven? Het zou ales bevatten. De hele formule hoe deze kubus gemaakt is miljoenen jaren terug en wat het precies inhield, wat was die Kubus, wat was zijn verhaal? en waarom is hij zo van belang?. Het was tenslotte de kubus van het lot, hij was nu zover gekomen het boek moest af nu!

En het lukte Abraham. Nachten, en dagen werkte hij aan het boek over de kubus. Uiteindelijk had hij het af. minstens 800 bladen lagen her en der verspreidt over zijn bureau. Nu moest hij het boek laten binden. Er moest een kaft om heen en er moest een echt boek van worden gemaakt. Hij sorteerde de bladzijdes, van baldzijde 1 tot de allerlaatste vond er een rood lint omheen en zuchtte diep. Het boek was geschreven. Hij was trots op zichzelf niet alleen dat hij het boek geschreven had maar ook dat hij als enige wist wat de kubus inhield. Waarom hij zo belangrijk was en wat het verhaal van de kubus was. Maar alleen de hoge wachten hadden het recht maar ook de kennis om het te kunne begrijpen wat het inhield. tezamen zouden zei het weten de heersers van de onbereikbare stad. dat idee deed Abraham glimlachen.

Abraham liep zijn werkkamer uit, sloot de deur en ging met de stapels papieren met het rode lint eromheen gebonden als een pakketje de cirkelende marmeren trap af die langs de toren naar beneden liep. Hij ging op weg naar een maker die het boek voor hem in elkaar zou gaan zetten. het boek was geschreven in het keltisch. De maker zat in een huisje op het binnenplein en met de koets was het nog een anderhalfuur reizen. Maar hiervoor kon Abraham het geduld opbrengen. En eigenlijk ging het best snel voor hij het wist was hij bij de maker en legde hij de situatie uit en natuurlijk sputterde de maker niet tegen. Abraham was een groot en machtig man in de stad, iedereen waardeerde hem maar hij was dan ook een soort president of burgermeester van de stad. Dat was hij al bijna 25 jaar.

Abraham heeft 3 uur op een van de bankjes op het binnenplein moeten wachten. na die 3 uur was zijn boek af, gebonden met een goud emnz andkleurigachtige kaft. Op de voorkant stond een zilveren kubus niet te groot niet te klein, precies zoals de kubus was. En erdoor en omheen waren verschillende kleuren lijnen afgebeeld. Het had een bepaald patroon kunnen zijn, of de maker was zo creatief dacht Abraham met een grijns toen hij het boek ontving van de maker. Het boek was af.
dagen gingen voorbij en zoals gezegd had Abraham een vergadering georganisseerd. Hij had geen zoon of dochter aan wie hij het familiegeheim moest doorvertellen dus had hij ervoor gekozen het over te dragen aan de hoge wachten. Abraham was al een oude man, hij zag er uit als iemand van tussen de 80 en 90 maar hij wist dat hij veel en veel ouder was. Natuurlijk hoopte hij dat de wachten het zouden begrijpen en hets erieus zouden nemen. Zijn grootste angst was dat ze hem gek zouden verklaren of misschien het wel zouden geloven maar de kennis zouden misbruiken.

Weken nadat hij het boek af had ging hij op weg naar de vergadering die plaats vond in de tweede toren. De toren die eigendom was van de hoge wachten. De toren stond aan de andere kant van de stad. En torende net zoals de noordertoren ( die eigendom was van Abraham) ver boven de stad uit. Met zijn boek onder zijn rechterarm gedrukt ging hij de zwarte glanzende marmeren trap die cirkelde langs de zuiidertoren. De toren van de hoge wachten. Halverwege was een donkergroene houten deur hij klopte er een aantal keer op en hij mocht binnenkomen. dat wist hij door een apart geluid, dat van ver leek te komen maar toch duidelijk was. Met zijn linkerhand opende Abraham de deur en keek de ronde kamer door. Deze kamer had een lichtbruine kleur en er viel veel licht naar binnen door het raam. In het midden vand e kamer stonden in een cirkel een aantal luxe stoelen om een glazen tafeltje heen.

De hoge wachten stonden verdeeld langs de opening van de kamer. drie aan de ene kant en drie aan de andere kant. Ze bogen allemaal voor hem en hadden hun handpalmen tegen elkaar gedrukt als teken van respect. ' de veragdering kan beginnen' zei Abraham trots.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen