It's a freaky vampire thing. [part 1]
hier is het eerste deel van de serie =]
hope you like ^^
xx
Tell me what you think about it? =]
1. Party time.
“Payne! Kom beneden!” hoorde ik mijn moeder roepen. Ik stond in de badkamer, nog even mijn haar goed doen…en nog een keer een dikke laag zwarte make-up om mijn ogen. Klaar. Snel deed ik mijn ringen nog om terwijl ik richting de trap liep. Ik had altijd om elke vinger een ring. Één was een weerwolf, een andere was een vleermuis en de rest waren allemaal doodskoppen. Met mijn kisten aan stampte ik de trap af. Eindelijk was ik 16. In de keuken zaten mijn ouders en mijn broer te wachten. Mijn broer, Charlie, was ook in het zwart gekleed. “Wat zie je er…donker uit.” Zei mijn vader. Dat zegt hij elk jaar vanaf mijn twaalfde. Toen begon ik interesse te krijgen in zwarte kleding, donkere kamers en mysterieuze dingen. Ik lachte en gaf mijn ouders een knuffel. Ik was niet zo’n gothic die zo weinig mogelijk contact met mensen had, behalve met de dood. Ik was niet zo iemand die haar ouders haatte omdat ze me niet begrepen. Als zij het niks vinden, snap ik dat best. Ze accepteren het dat ik het geweldig vind, dus accepteer ik dat zij het belachelijk vinden. Het enige wat Charlie deed was een hand geven. “Gefeliciteerd.” Zei hij droog en ging weer zitten. Mijn moeder gaf me een pakje, ingepakt in zwart papier…Lief dat ze er aan dachten, maar het was niet nodig. Ik maakte het open, er zat een ketting in. Het was een spin die vast leek te zitten in zijn eigen web. Het web was de ketting die je om je nek moest doen, hij was breed en zwart. Ik was er weg van. “Dank je wel!” Ik gaf mijn moeder nog een knuffel. Charlie keek minachtend. “Vooral niet teveel slijmen…” zei hij. Hij stond op en liep de deur uit. Zo was hij altijd. Het begon vroeger al, hij kon er niet tegen als ik wat meer aandacht kreeg. Dan ging hij me slaan. Daar was hij nu gelukkig overheen gegroeid, toen sloeg hij nog niet zo hard, als ik nu een klap kreeg was ik misschien wel dood. Charlie zat op zwaard vechten en boxen. Ik mocht dus wel oppassen. Ik deed niet aan sport. Al een hele lange tijd niet meer. Ooit had ik op dansen gezeten. Ik was klein en kon er ook nog eens niks van, dus daar stopte ik al snel mee. Snel pakte ik brood, bedankte mijn ouders nog een keer en ging naar boven om nog een keer een goede laag make-up om mijn ogen te doen. Daarna haastte ik me naar school. Het had geen zin, ik kwam toch te laat. Zoals altijd. Ik moest me melden. Uit het kamertje van het schoolhoofd kwam net mijn vriendin Haily lopen. “Gefeliciteerd!” riep ze terwijl ze me omarmde. “Meneer Zuurui is niet echt vrolijk vandaag, ik zou maar oppassen.” Waarschuwde ze me. We noemden hem zo omdat hij eigenlijk nooit vrolijk was. Eerlijk gezegd was ik zijn echte naam vergeten. “Maakt niet uit.” Zei ik. “Ik ben 16 geworden vandaag, en die dag gaat hij niet verpesten.” Haily pakte mijn arm vast toen ik door wou lopen. “Ik moet je echt iets vertellen!” riep ze. “Oh ja…tuurlijk, ik heb alle tijd.” Ik rukte haar hand los van mijn arm. “Vertel.” “Hij keek me aan en hij lachte naar me!” Ze was ongelofelijk blij, dat was wel te merken. “Wat?” vroeg ik. “Joey!” Ze begon nog net niet te gillen. “Mijn god, dat meen je toch niet.” Ik rolde wat met mijn ogen. “Jawel! Wat denk je? Betekend het iets?” Ze keek me hoopvol aan met haar blauwe ogen. “Zoek het op in een van je heksenboeken zou ik zeggen.” Nog even glimlachte ik naar haar en deed de deur van het kamertje open. Daar zat meneer Zuurui op zijn stoel, achter zijn bureau. Ik vond dat hij zijn snor wel mocht afscheren. Het was het enige haar dat hij nog op zijn gezicht en hoofd had. “Payne, wat leuk je weer te zien. Dat is niet lang geleden.” Begon hij. Hij zei het wel vaker. Ik keek het kamertje rond. Ja, alles was nog precies hetzelfde als de vorige dag. Ik liep naar de boekenkast en keek wat voor boeken er in stonden. Niks bijzonders. “Zou je misschien willen gaan zitten?” “Tuurlijk meneer.” Ik ging op het stoeltje tegenover hem zitten en keek naar de foto die op zijn bureau stond. Een foto van zijn dochter en vrouw. Leuk…dacht ik. “Waarom hou je je nou niet eens gewoon aan de regels, Payne.” Vroeg Zuurui. “Ik ben jarig.” Zei ik trots. Zuurui schudde zijn hoofd. “Ik denk dat we toch wat strenger tegen je moeten zijn.” Oh no..erg dreigend. Zei ik in mezelf.
“Ik denk dat ik je ouders eens moet bellen. Want dit kan zo niet, je bent altijd te laat, of je doet rare dingen in de klas of in de kantine.” Waarschijnlijk had hij het over de keren dat ik met eten ging gooien, of dat ik meisjes in minirokjes voor gek zette. Ik lachte. “Denk je dat het ooit verbetert?” vroeg hij me. Nee. Dacht ik, maar ik zei niks. Zuurui zuchtte. “Ik ga toch maar je ouders bellen.” “Moet ik u nou smeken om dat niet te doen zoals al die andere kinderen hier op school?” Hij lachte. “Nee, dat is zo makkelijk aan jou. Jij doet nooit moeilijk. Je mag gaan.” “Niet beginnen te flirten, he.” Zei ik hem nog toen en liep toen de deur uit, terug naar het lokaal waar ik les had. We hadden biologie. Ik droomde weg over de avond van mijn verjaardag. Het zou niet veel bijzonder zijn, gewoon wat vrienden die komen om een horror te kijken. Maar toch had ik er zin in. Ineens kreeg ik een schaaltje voor me geschoven met een vis erop. Het stonk. Er lag een mesje naast. Ik kon het niet laten en prikte wat in het oog van het zielige visje. Er begon vocht uit te spuiten en de stank werd nog erger. Gaaf…vond ik. Haily, die naast me zat, begon ook te lachen. Maar achter me hoorde ik wat kokhalzende geluiden. Het waren Stacey en Demi. Twee doorsnee meisjes. Roze, roze en nog eens roze. Om de week een ander vriendje en ontiegelijk verwend. Ik keek om en lachte naar ze. “Hoi.” Zei ik droog. Ze keken me vuil aan, pakte hun spullen en gingen ergens vooraan in de klas zitten. Haily begon harder te lachen en ik deed met haar mee. “Griezels.” Hoorde ik ze nog zeggen.
De les was voorbij en de pauze was begonnen. Haily en ik gingen bij onze vrienden zitten. Rain, Crimson, Bliss en Hades feliciteerden me allemaal. Je kunt wel merken dat iedereen zichzelf een andere naam had gegeven, net als ik. Rain, Bliss en Haily begonnen meteen te praten over ‘Joey’ en ik ging maar wat met de jongens praten. Ineens waren mijn vriendinnen stil en keken alle drie dezelfde richting op. Ik kon wel raden waar ze naar keken, maar ik keek toch om. En het was inderdaad Joey. Zijn zwarte haar was geweldig glanzend. Nep…heel erg nep. Zijn tanden waren ongelofelijk wit, eigenlijk net als zijn huid. Nog nepper vond ik. Zijn lach was schattig met kuiltjes in zijn wangen…ik bedacht me ineens dat hij daar niks aan kon doen en verder zag ik eigenlijk ook niks verkeerds. Ik rolde met mijn ogen en draaide me weer terug. Hij zat hier nog maar drie weken op school en was nu al bij iedereen populair, behalve bij mij. Rain begon te giechelen als een klein meisje die net een lolly had gekregen. Crimson en Hades keken elkaar aan. “Ik snap het ook niet.” Zei ik tegen ze. Ineens waren alle ogen van mijn vriendinnen op mij gericht. “Wat niet?” vroeg Bliss. Ik merkte ineens dat haar haar leuk zat. “Wat er nou zo bijzonder aan hem is.” Zei ik. “Ik snap niet dat jij het niet ziet!” kreeg ik te horen van Rain. “Eh…het is een jongen. Dus? Die lopen hier wel meer rond.” Ik nam een slok van mijn cola. “Nee…hij heeft iets…iets aparts.” Haily leek na te denken. “Hij heeft wel iets donkers.” “Dat zijn zijn kleren.” Zei ik. “Deze jongens hebben ook iets donkers, wat is er zo anders aan die Joey.” “Hij heeft een broer die nog veel donkerder is.” Zei Crimson.
“Ken je zijn familie?! Waarom heb je dat nooit gezegd?!” Bliss klonk bijna kwaad. “Ik heb alleen maar verhalen gehoord over zijn broer. Dat hij alleen maar ’s nachts te zien is en dat soort dingen. Spookverhalen. Dat ze ergens wonen en niemand weet waar. Het schijnt ook dat die jongens ook nooit iemand mee naar zijn huis wil nemen. Ik vind het allemaal een beetje raar.” “Dan ben ik de eerste die hij mee naar huis neemt.” Zei Haily zelfverzekerd. “Dacht het niet!” stribbelde Rain tegen, en zo begon het kleuter gevecht weer. Ik was er zat van. Maar ik vond het verhaal dat Crimson vertelde wel interessant.
Thuis begon ik op internet te kijken. Joey…wat de hel was zijn achternaam ook alweer. Harbour. Ik typte de naam in op Google. Niks te vinden over een familie die zo zou heten. Ik tikte het in op een zoekmachine voor adressen. Ook niks. Bij Google ging ik ging ik bij foto’s kijken…gewoon voor de lol. Ik wist niet wat ik zag. Er stonden veel foto’s op...Oude foto’s in zwart en wit. Was Joey Harbour een oud persoon? Dat kon niet…het was vast oude familie of wat dan ook. Maar kon je zo vreselijk erg op je grootvader lijken? Ik vroeg het me af. De deurbel ging en ik stormde naar beneden. Alle vrienden stonden voor de deur. “Party time!” riepen ze en liepen langs me naar binnen. Zonder te zien dat ik geschrokken was. We gingen een film kijken. Over vampieren natuurlijk, want daar konden ze niet zonder. De films erover vond ik wel gaaf, maar mijn vrienden geloofden er echt in. Ik niet. Ik vond het onzin. Belachelijk. Ik had mijn gedachten niet bij de film, maar bij Joey. Voor de eerste keer had ik mijn gedachten bij Joey en het voelde niet goed. We besloten na de film, rond twaalf uur, nog naar buiten te gaan. We liepen door de stad en werden raar aangekeken door mensen die we voorbij liepen. Ik wist precies wat ze dachten; Stelletje gothics. Ze vonden ons eng en bleven zo ver mogelijk uit de buurt. Sommige jongens probeerden stoer te doen met schelden, maar die hoefde je als zwart-kleding-dragend-persoon ook maar strak aan te kijken en ze stopten al met lachen. Eigenlijk waren we best machtig, bedacht ik me opeens. We zaten in een barretje aan het eind van een winkelstraat. Het was er gezellig druk. Iedereen was moe en ging naar huis. Alleen Hades en ik bleven over. Hij had zijn lange jas met kettingen nog aan en dronk zijn bier. Onder zijn jas had hij een shirt aan met een skelet die een metal teken maakte met zijn botten hand. Hades’ lange haar viel over zijn schouders. Ik keek wat rond en ineens zag ik Joey staan ergens in een hoekje. Hij stond naar ons te kijken leek het. Ik klopte Hades op zijn schouder. “Waarom kijkt hij zo?” vroeg ik. Toen ik weer naar de hoek keek waar hij hoorde te staan was hij verdwenen. Hades keek in dezelfde richting. “Wie?” aan zijn ogen kon je zien dat hij dronken was. Waarschijnlijk had ik zelf ook wat teveel op, daar hield ik het maar bij. Ik had het gewoon verzonnen. “Niks, laat maar. Zullen we gaan?” Hades probeerde op te staan, maar het lukte hem niet goed. Ja, die was goed dronken. Ik liet hem op mijn schouders steunen en bracht hem naar huis. Daarna liep ik zelf richting mijn huis, waar ik lekker zou gaan slapen. Ik was het wel van Hades gewend, ik had hem wel vaker zo naar huis gebracht. Ik nam de korte weg, zoals altijd. Door een paar donkere steegjes, ik vond het fijn. Ik hield van donkere steegjes. Ze hadden altijd iets spannends. Aan het eind moest ik links afslaan en dan nog een paar meter rechtdoor lopen voordat ik bij mijn huis was. Het leek alsof er iemand stond aan het einde van het steegje. Ik keek wat beter. Er stond echt iemand. Wie? Wie is er nou zo gek om zo laat door dit soort steegjes te lopen…behalve ik? Het was een jongen, dat kon ik zien van deze afstand. Waarschijnlijk had hij me horen aankomen door mijn kisten. Hij draaide zich met een ruk om en keek me recht aan. Zo’n kille blik, kwaadaardig. Ik bleef verstijfd staan en voelde een warm gevoel van binnen…spanning. Ineens rende de jongen de hoek om, dezelfde richting die ik op moest. Ik rende hem achterna tot aan de hoek van de straat…hij was nergens te bekennen. Op de grond zag ik bloedsporen. Ik vroeg me af waarvan. Misschien was hij gewond? Moest ik het pad volgen naar hem? Ik zuchtte en dacht dat ik gek werd. Natuurlijk was er geen jongen hier…waarschijnlijk was het bloed van een gewonde kat. Nu wist ik zeker dat ik teveel alcohol had gedronken.
..
Reageer (4)
snel veder het is te gek(Y)
1 decennium geledenCool!!
1 decennium geledenVerderrrr!!!
xXxXx
Coewl! <3
1 decennium geledenAWESOME<3
1 decennium geleden