Chapter seven
Ook wilde ik even melden dat ik begon met de gedachten dat dit het laaste hoofdstuk zou zijn maar ik heb er weer te veel ingepropt dus waarschijnlijk volgen er nog één of twee hoofdstukken vandaag (of morgen)
En jullie zijn echt veels te lief voor me, haha <3
ik hou echt van jullie, jullie zijn de beste lezers. (: (lalala, heel sentimenteel, ik weet het, maar ik meen het wel. (: )
Dit hoofdstuk is speciaal voor EstatedAmore, 'cause she made me cry. (:
Niall James Horan
Ken je dat moment in films wanneer er niks meer van het leven van de hoofdpersoon te maken valt en dat ze dan hun hart uitstorten bij een wildvreemde die ze dan het beste advies ooit geeft waardoor hun leven drastisch veranderd en alles goed komt? Ja? Zo werkt dat dus niet in het echte leven. Ik was na eindeloos lopen terecht gekomen in een achterbuurt van Londen waar ik nu dus onder een brug zit. Mijn toekomst stond al de hele tijd vast, het was gepland dat ik hier zou eindigen. Naast mij zat een dakloze man met een fles whisky in zijn hand te slapen. Ik was daarnet zwijgend naast hem gaan zitten in de hoop samen ons leed te delen maar al gauw kwam ik erachter dat hij sliep. Zoiets zie je niet in films, daar maken ze alles mooier dan dat het eigenlijk is. Verdomde films ook. Als mijn leven een film zou zijn geweest zou ik nu het meisje hebben gevonden, haar naam weten en met haar op de eerste date zijn geweest. Daarna komt er een ’15-jaar-later’ scene waarin we gelukkig getrouwd zijn en een heel leger kinderen hebben met al haar prachtige genen. In plaats daarvan zit ik nu naast een dronken zwerver onder een brug in een achterbuurt van Londen. Geen bruiloft voor mij en al helemaal geen leger kinderen. Ik moet het doen met een stinkende zwerver. “Ik vond het heel leuk je ontmoet te hebben, waarschijnlijk zul je me vaker zien omdat ik je nieuwe buurman wordt” zei ik tegen de dakloze man terwijl ik opstond en het zand van mijn broek afklopte. Het kon me niets schelen dat de man sliep, ik wilde hem gedag zeggen als vriendelijke buur. Ik graaide wat in mijn zak en gooide een hand vol kleingeld naast de man neer. Dat zou hij wel vinden wanneer hij wakker werd. Ik stapte onder de brug vandaan en mijn voeten belande weer in de dikke laag sneeuw waar Londen onder bedolven lag. Bij elke stap kraakte de sneeuw wat een grappig geluid gaf. Als een idioot begon ik in het rond te springen om zo mijn eigen beat te maken. Toen ik een halve draai maakte zag ik het achterhoofd van een bruin harig meisje. Haar krullen danste speels over haar schouders bij elke stap die ze maakte. Dit moest haar zijn, het moest wel. Het lot heeft ons weer bij elkaar gebracht. Een paar seconden stond ik aan de grond vast genageld terwijl ik ademloos naar het meisje staarde. Een warm gevoel verspreide zich in mijn lichaam terwijl mijn hart tien keer zo snel sloeg en de adrenaline door mijn lichaam gierde. Het zoeken was dus niet voor niets geweest. Toen ik weer bij zinnen was rende ik met alle snelheid dat in mijn benen zat naar mijn bruin harige toekomstige bruid, want mijn leven blijkt dus toch net als een film te zijn. Een film waarin je denkt dat alles mis gaat maar uiteindelijk niets lijkt te zijn wat je denkt dat het is. Ik weet zeker dat wanneer ze zich omdraait dat ze dan in mij armen valt. Waarschijnlijk heeft ze ook de hele dag naar mij gezocht, dat moest wel. Ik kon de glimlach niet van mijn gezicht afkrijgen toen ik steeds dichter bij haar in de buurt kwam. De laatste meters leken wel kilometers, zo lang duurde het voor dat ik eindelijk achter haar stond. Ik hief mijn arm op een voorzichtig legde ik mijn hand op haar schouder zodat ze gedwongen was zich om te draaien. Ik beet nerveus op mijn lip terwijl de tranen in mijn ogen sprongen. Op zo’n moment zou er in een film een mooi liedje gespeeld worden op de achtergrond terwijl de hoofdrolspelers zich helemaal in het moment verliezen. Bij mij was er natuurlijk geen muziek maar dat dacht ik er zelf wel bij. Kleine witte stukjes begonnen uit de hemel te dwarrelen, het sneeuwde! Dit moment kon gewoon niet perfecter zijn. Het leek net alsof het meisje zich in slow motion omdraaide terwijl ik stond te popelen om herenigd te worden met haar prachtige blauwe ogen. Toen ze eindelijk helemaal omgedraaid was en ik recht in haar gezicht staarde, kon ik er geen zinnig woord meer uitbrengen. Mijn mond stond open van verbazing terwijl ik vol ongeloof naar het meisje staarde. “Sorry, ik dacht dat je iemand anders was” mompelde ik binnensmonds. Ik. Haat. Mijn. Leven. Dit kon je gewoon echt niet menen. Ik dacht écht dat alles voorbestemd was. Ik zat er naast, obviously. Dan maar weer terug naar mijn ik-ga-leven-als-zwerver-plan. Ik liep naar een andere brug die was gebouwd over een best wel grote rivier. Onder deze brug zat ook weer een zwerver. Meerdere zelfs, het was een vrij grote brug met genoeg plek voor een heel elftal zwervers aan beide kanten, die dan ook nog veel ruimte voor zichzelf hadden. Zie je wel, dat hele zwerver gebeurden paste wel bij mij, ik kon al inschatten of ik genoeg ruimte had. Poging twee van mijn deel-mijn-leed-met-andere ging dus in gang. Ik plofte neer naast de dichtstbijzijnde dakloze die ik kon vinden en staarde doelloos voor me uit om het zelfde effect te krijgen wat ze in films ook hadden. Dat moment waar je spontaan medelijden krijgt met de hoofdpersoon omdat hij er zo triest bij zit. Die persoon naast me had zijn knieën op getrokken en steunden met zijn hoofd op zijn benen terwijl hij zijn armen om zijn bovenbenen heen had geslagen. Ik kon er niet uit opmaken wie er nou precies naast me zat. Misschien was het wel een oude man die me zou beroven zodra hij de kans kreeg. Ik schonk er niet veel aandacht aan omdat ik mezelf anders heel erg bang zou maken. Plotseling begon de persoon naast mij zachtjes te snikken. Het kon geen betere timing hebben, dit paste precies in een scene van een film. Oké Niall, nu moet je echt ophouden. Je zit niet in een film dus leg niet steeds de link. Ik twijfelde of ik mijn arm om hem heen moest slaan om hem te troosten. Het feit dat hij waarschijnlijk weken niet gedoucht had hield me uiteindelijk tegen en bleef ik dus maar voor me uit staren. “Het leven is klote hé?” constateerde ik hardop. Ik kreeg geen reactie van diegene naast me dus ging zelf maar verder met praten. “Ik ben al een hele dag dakloos, het is toch best zwaar. Mijn maag knort als een gek en ik wil eten bij Nando’s maar ben mijn pas vergeten. Geld heb ik niet aangezien ik dat weggegeven had en nu zit ik hier onder een brug.” Al snel realiseerde ik me dat dit niet heel veel medelijden zou wekken. Toch best moeilijk, een zeikgesprek houden. “Ik ben al de hele dag opzoek naar een meisje wat ik tegen kwam in een schoenenwinkel op kerstavond. Ze weet niet wat voor indruk ze heeft achter gelaten op mij en ik stop niet met zoeken voordat ik het haar heb verteld. Daarom heb ik de hele dag door Londen gelopen op zoek naar haar terwijl ik geeneens gegeten heb, geen één keer verdomme! Nou ja, ik heb ontbeten maar buiten dat heb ik niet gegeten. Toen ik dacht dat het haar was, bleek het uiteindelijk iemand anders te zijn. Ik spring liever van deze brug af in plaats van eronder te zitten wat ik nu doe. Waarom zit niks mee in het leven? Een wijze man sprak vroeger ooit: Leven is lijden, en hij zit verdomme helemaal juist. Denk er maar eens over na, hoe moeilijk is het leven wel niet? Het enige wat ik wil is dat meisje opnieuw zien maar wat ik krijg is een pijnlijke rug, honger, en een nieuwe woonplaats onder een brug. Verder ben ik opgelicht door Coca-Cola, wilde ik mijn hart uitluchten bij een persoon die bleek te slapen en is mijn leven geen film.” Ik zuchtte. Waarom konden sommige dingen niet gemakkelijker lopen? Het snikken van diegene naast me langzamerhand af en hij schraapte zijn keel zodat ze enigszins weer wat geluid kon produceren. “Jij maakt je druk om een meisje? Ik ben vandaag het huis uit gezet waar ik woonde sperciaal om voor een klein jongetje te zorgen. Zijn moeder is op kerstavond overleden en zijn vader is een alcoholist. Ik had zijn moeder beloofd voor hem te zorgen maar zijn vader heeft me verboden om hem nog te zien. Dat jongetje wilde zo graag nog een cadeau voor zijn moeder kopen voordat ze zou sterven en koos er daarom voor om naar de winkel te gaan op de meest drukke dag van het jaar in plaats van de laatste kostbare uren van zijn moeders leven met haar te spenderen. Hij bedoelde het goed maar hij was bijna te laat, zijn moeder had ons bijna verlaten zonder haar zoon nog een keer te hebben gezien. Dit kon zijn vader niet hebben. Hij gaf mij de schuld dat zijn zoontje weg was om schoenen te kopen. Ik was in de eerste instantie achter hem aangerend om hem terug te halen en was uiteindelijk bij hem gebleven omdat hij anders zou verdwalen. Veel verandering zit er toch niet in. Ik heb zijn vader wel gewoon verteld dat het mijn idee was uiteindelijk, anders werd het jongetje nog geslagen. Hij is echt niet veilig bij zijn vader maar ik kan hem gewoon niet helpen” zei diegene naast me. Het verbaasde me dat het een vrouwelijke stem was, terwijl ik er steeds vanuit was gegaan dat ik naast een man zat. Ze had me nog steeds niet aangekeken maar toch had ik het gevoel dat ik wist wie ze was. Nee, ik wist dondersgoed wie ze was. Zij was het. Haar verhaal klopte precies bij dat van het meisje uit de winkel. Inmiddels had ze haar hoofd opgeheven en staarde net als ik over de rivier. Eigenlijk was ik zo egoïstisch, ik dacht de hele tijd alleen maar aan mijn eigen gevoelens terwijl zij het veel zwaarder heeft dan mij. Voorzichtig keek ik vanuit mijn ooghoeken naar haar. Ze was nog steeds even prachtig als toen in de winkel, ook al blonken de tranen in haar ogen. Toen ze zag dat ik keek glimlachte ze door haar tranen heen. “Jij bent die jongen van de winkel hé?” Bijna onzichtbaar knikte ik. “Betekend dat dat ik dat meisje ben waar jij naar op zoek was?” Weer knikte ik en week daarna snel mijn blik af om mijn rode hoofd te verbergen. Dit was awkward. Ik had me vaak voorgesteld hoe het zou zijn als we elkaar weer zouden ontmoeten, maar dat het zó zou zijn had ik nooit verwacht. Ongemakkelijk staarde ik met mijn vingers die ik in onmogelijke hoeken aan het draaien was. “Gecondoleerd” fluisterde ik bijna onverstaanbaar. Ik kon het niet laten om nog even snel naar haar te kijken. Haar ogen waren bloeddoorlopen en onder haar ogen waren bijna zwarte wallen te zien. Haar huid was lijkbleek en haar haar hing een beetje levenloos langs haar gezicht, geplet onder de muts die ze droeg. Iets zei me dat ze die twee dagen na kerst het niet super gezellig had in het huis waar ze uiteindelijk uit is gezet. Ik schraapte mijn keel en zocht naar de juiste woorden. “Ehm, Kom met mij meer naar huis- Ik bedoel, als ik iets voor je kan doen- Je weet wel, kan ik je misschien helpen? Bij mij thuis?” Haar aanwezigheid maakte me nerveus waardoor ik in de stress schoot. Ik zette mezelf echt neer als een sukkel. “Je bent dakloos, remember?” glimlachte ze terwijl ze een zachte stomp tegen mijn arm gaf. “Alleen overdag,” grinnikte ik, “’s avond woon ik thuis.” Ze beet twijfelend op haar lip. “Je hebt de hele dag naar mij gezocht, ik denk dat ik het je wel verplicht ben om mee te gaan. Wat afleiding is ook wel goed trouwens.” Grijnzend stond ik op en stak mijn hand naar haar uit. Ze pakte hem vast en met gemak trok ik haar omhoog. Samen gingen we op weg naar mijn appartement. Ik wist nog redelijk goed welke wegen ik had genomen dus kwam zonder moeite de achterbuurt uit. Wie liepen de hele tijd zwijgend naast elkaar terwijl ik veels te vaak even opzij keek om haar te bestuderen. Elke keer gierde de vlinders dan weer door mijn buik. Dat ik haar tegen was gekomen terwijl ik de zoektocht op had gegeven moest wel een teken zijn toch? Plots stopte ik met lopen en al snel stond zij ook stil. Vragend keek ze me aan. “Voordat ik je weer kwijtraak en ik je weer een hele dag moet zoeken moet ik echt je naam weten. Ik heb er niet van kunnen slapen omdat jij steeds door mijn hoofd spookte.” Ik zette een stap dichterbij zodat we nog maar enkele centimeters van elkaar verwijderd stonden. Haar prachtige blauwe ogen doorboorden die van mij en ik moest er niet aan denken om dit contact ooit nog een keer te verbreken. “Maraya, ik heet Maraya” fluisterde ze bijna geluidloos. Haar warme adem sloeg in mijn gezicht toen ze het zei en ik deed me best om haar te weerstaan. “Niall, aangenaam” fluisterde ik glimlachend terug. Ze sloot even genietend haar ogen terwijl een kleine glimlach zich rond haar lippen speelde. Hoe zou het voelen om nu mijn lippen op die van haar te drukken? Snel zette ik die gedachten uit mijn hoofd. Ook al had ik echt het gevoel dat ik haar meer dan leuk vond, toch vond ik het belangrijk dat ik meisjes eerst beter leer kennen voordat ik een relatie aanga. Zeker bij zo’n meisje als Maraya. Ik wist gewoon hoe ze heette, Maraya. Langzaam begon ik weer met lopen en Maraya volgde mijn voorbeeld. We liepen weer naast elkaar toen mijn hand tegen die van haar aan botste. Verontschuldigend glimlachte ik even naar haar. Ze haalde haar schouders op als teken dat het wel goed zat. Zwijgend liepen we verder terwijl mijn hand nog een aantal keer die van haar raakte. Ik vulde mijn longen met extra zuurstof en reikte daarna zenuwachtig naar haar hand. Vanuit haar ooghoeken keek ze even naar me terwijl haar vingers zich met die van mij verstrengelde. Het voelde zo goed, dit was mijn eigen sprookje. Wacht maar tot de jongens dit zouden horen, die zouden het echt niet geloven dat ik haar met mijn idiote plan toch nog tegen ben gekomen.
Reageer (8)
Aawh, hij heeft haar gevonden, wat lief (:
1 decennium geledenSnel verderr! x
Geweldig.
1 decennium geledenAhwwww snel verder???
1 decennium geledenDit verhaal is ajeuhfubfidibdijdfh moooii