|| Fifty One
Tegen de ochtend vielen we eindelijk in slaap. We hingen tegen elkaar aan en mijn hoofd lag op Aiden’s schouder. Maar hoe uitgeput ik ook was, ik sliep niet goed. Elke tien minuten schrok ik wakker door een geluid of door kramp in een van mijn ledematen. Na een paar uur gaf ik het op en bleef wakker. Aiden zat tegen de muur aangeleund met zijn kin op zijn borst. Hij ademde zwaar en ik kon niet stoppen met naar hem te kijken. Zelfs in deze situatie voelde ik zo veel liefde. Was het mogelijk dat je op je zeventiende de ware vond? Of was er niet zoiets als de ware? Alle gescheiden stellen waren ooit ook super verliefd geweest en toch was dat gevoel na een tijdje op. Kon dat ook tussen Aiden en mij gebeuren? Of zouden we doodgaan voordat dat ooit kon gebeuren.
Ik bewoog mijn armen en beet met mijn kaken op elkaar. Mijn spieren brandden van de onnatuurlijke houding en de huid rond mijn polsen deed zeer van het strakke touw. Mijn vingers hadden bijna geen gevoel meer. Ik vroeg me af of ze af zouden sterven. Ik vocht tegen mijn tranen, maar ik kon ze niet tegenhouden. Ik kon gewoon niet geloven dat dit allemaal gebeurde. Het voelde niet echt, meer als een droom.
Ik haalde mijn neus op en kreeg plotseling een idee. De wanden van de grot waren ruw. Misschien was er ergens een scherp stukje waar ik mijn handen los kon maken. Ik speurde de grot af. Een paar meter bij ons vandaan stak een scherpe punt uit de rotswand. Mijn hart begon sneller te kloppen.
“Aiden?” vroeg ik. “Aiden!”
Met een schok schrok Aiden wakker. “Wat?!” vroeg hij bezorgd.
Ik wees met mijn hoofd naar de scherpe punt.
“Denk je dat we daarheen kunnen komen?”
Aiden keek even naar de punt en daarna naar mijn enkel.
“Je enkel..” zei hij.
Ik haalde mijn schouders komen. “Als we zo weg kunnen komen, dan moet het maar.”
Aiden knikte. “Bij drie schuiven we een stukje op oké?”
Ik knikte en beet mijn kiezen op elkaar.
Aiden telde. “Een, twee drie!”
We schoven zo’n twintig centimeter naar links. Tranen schoten in mijn ogen toen ik mijn enkel bewoog.
“Gaat het?” vroeg Aiden.
Ik knikte weer en telde. “Een, twee, drie!”
Weer schoven we een stukje naar links. Dit keer stootte Aiden hard tegen mijn voeten aan. Ik kreunde en kneep mijn ogen stijf dicht.
“Sophie?”
“Tellen” beval ik hem.
Aiden telde weer en we schoven weer een stukje op. Tranen liepen over mijn wangen en ik kon een jammerend kreetje niet onderdrukken.
Aiden telde weer en we schoven nog een stukje op.
Ik huilde nu met lange uithalen.
“Sophie dit gaat zo niet” zei Aiden.
“Nee!” zei ik. “Doorgaan.”
“Maar..”
“Doorgaan!” gilde ik.
Geschrokken door mijn reactie telde Aiden weer af. We verschoven weer en dat herhaalde we nog een aantal keer, tot ik voor de punt zat.
Ondertussen deed mijn enkel zo’n zeer dat ik bijna geen adem meer kreeg en begon te hyperventileren.
“Sophie?” vroeg Aiden angstig.
Adem in. Adem uit. Adem in. Adem uit.
Na tien minuten kreeg ik mijn adem weer onder controle. De pijn in mijn enkel leek minder te worden en mijn tranen droogde op.
Ik keek opzij.
Tranen stroomde over Aiden’s wangen en zijn gezicht stond strak gespannen.
“Wat is er?” vroeg ik bezorgd.
“Ik kan er niet tegen jou zo veel pijn te zien hebben. En dat dat mijn schuld is.”
“Jouw schuld?”
“Kyle moet mij hebben, niet jou. Maar doordat ik met jou ben zit jij hier” snikte Aiden.
“Aiden! Ik ben zelf naar de klif toe gekomen. Hoe kom je er nou weer bij dat dat jou schuld is?”
Aiden keek me aan. “Ik hou van je” zei hij.
“Ik ook van jou” zei ik en ik drukte een kus op zijn lippen.
“Maar nu ga ik ons hieruit krijgen.”
Reageer (6)
Serieus! Het is zo spannend!
1 decennium geledenGa. Snel. Verder!
Xoxo