Foto bij LIV

Alice Potter

N
iet veel later komt hij gelukkig al weer de trap afrennen, hij heeft een stuk perkament in zijn handen waar hij bedenkelijk naar staart.
‘Lucy, toch?’ mompelt hij. ‘Weet je ook haar achternaam?’
Ik schud mijn hoofd, maar hij staart nog steeds naar het perkament. ‘Nee,’ zeg ik snel als hij me vragend aankijkt. Ik sta op en loop naar hem toe om het stuk perkament te kunnen bekijken, dat hij inmiddels op een tafel heeft gelegd.
Dit is een kaart van Zweinstein, met al z’n inwoners.’
‘Waar heb je die vandaan?’ vraag ik bewonderend. Ik vraag me af of ik de Zweinstein cadeauwinkel ben misgelopen.
‘We hebben hem gemaakt,’ zegt Remus, alsof het niets bijzonders is.
Ik besluit de rest van mijn vragen te bewaren voor een andere keer, eerst Lucy vinden. Remus’ voorbeeld volgend, ga ik aan de tafel zitten en begin de bewegende stipjes met namen af te zoeken naar Lucy.

‘Oh, hier is een Lucy,’ zegt Remus, enthousiast wijst hij naar het perkament.
‘Dat is nog steeds dezelfde Zwadderaar.’ Ik zucht en voel de tranen in mijn ogen prikken. ‘Ze is er niet, Rem.’
‘We vinden haar wel,’ zegt hij geruststellend, hij legt zijn hand even op de mijne. ‘Ga een jas halen, we moeten in Zweinsveld zoeken.’ Hij staat op en rent weer naar boven.
De leerlingenkamer is nog steeds leeg en zuchtend pak ik mijn jas en tas van de bank, waar ik ze nog niet zo lang geleden op gemikt heb. Remus is zo lief dat hij me zomaar helpt, je hoeft het niet eens te vragen. Maar zo is hij altijd, ook als ik de hele tijd chagrijnige opmerkingen tegen hem snauw, blijft hij lief en rustig. Ik vraag me af of Lucy echt in Zweinsveld is, en of we haar daar nog kunnen vinden. Ik hoop dat er niks mis is…
‘Hoe komen we in Zweinsveld?’ vraag ik aan Remus als hij terug is.
Hij houdt zijn tas omhoog en grist de kaart van de tafel. ‘Ik heb het onder controle.’
Ik besluit niet door te vragen en loop achter hem aan naar beneden. Niemand merkt het als we naar buiten glippen en richting de beukwilg lopen. Ik heb die boom nooit gemogen. Remus lijkt iets te zoeken en ik kan het niet helpen zenuwachtig om me heen te blijven kijken. Als ik weer naar Remus kijk, zie ik dat hij met een lange tak richting de beukwilg staat te zwaaien.
‘Wat ben je aan het doen? Als je van plan bent om naar Zweinsveld geslingerd te worden-’ Ik val stil als de grote boom opeens stil staat.
Remus gooit de tak weer aan de kant. ‘Wat zei je?’ Hij grijnst. ‘Kom.’


---
Ik ben niet zo goed in overtypen, dus er staan vast nog wat fouten in...
<3

Reageer (27)

  • l_l3

    Verduurrrr.
    Anders val ik aan met mijn hooivorken:Y)

    1 decennium geleden
  • xEskimoKiss

    Hopelijk vinden ze Lucy snel :O

    1 decennium geleden
  • McGuiness

    Oehh, Remus<3

    1 decennium geleden
  • Nixon

    JAaaaaaaaaa.
    Snel verderr!! x

    1 decennium geleden
  • MoonyLove

    YAAY :'D
    Verder<3

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen