Canisius liep rustig over de straten van Greenwitch, de herrieschoppers hadden zich teruggetrokken door de sterke handhaving van het Arrestatieteam en de Schouwers. Canisius keek trots om zich heen en bewonderde het werk van de Arrestatieteamleden en de Schouwers. 'Later als ik groot word, ga ik net als hen de criminelen oppakken' zei Canisius zelfverzekerd. Toen hij aankwam bij de Lynincha's aankwam brandde er nog licht in hun huis, namelijk op de bovenste verdieping. Dat moest Lucinda's kamer zijn, dacht hij vastberaden. Gelukkig was Canisius zo lenig als een kat en klom met gemakzucht naar het raam wat het licht door scheen. Hij keek door het raam en zag Lucinda zitten. Hij opende het raam en kwam naar binnen klauteren. 'Hey Lucinda, kom je mee?' zei Canisius met een rood hoofd. Lucinda keek geschrokken op, want ze had hem niet horen binnenkomen. 'Canisius, ik schik me rot! Jij gekkie!' zei Lucinda geschrokken. 'Sorry ik wou je verassen, maar ik zal het voortaan niet meer doen'. Ze liepen samen de trap af en liepen de Lynincha's hun huis uit. Lucinda sloot de deur en pakte Canisius zijn hand vast. 'Zullen we dan maar?' vroeg Lucinda op een zoete toon. Canisius knikte en liep met haar naar het bos van Greenwitch. Toen ze daar aankwamen gingen ze naar de hoogste heuvel die zich in dat bos bevond en gingen toen liggen. Ze keken naar de volle maan en bewonderden haar schoonheid en pracht. 'De maan is net zo mooi als jij' zei Canisius, weer met een rood hoofd. 'Jij mag er ook best wezen hoor Canisius' zei Lucinda blozend. Toen keken ze elkaar diep in de ogen. Canisius' Helblauwe ogen boorden zich in Lucinda haar mooie Ijsblauwe ogen. En toen zoenden ze elkaar onder de volle maan, tot er opeens een geritsel kwam vanuit de bosjes. Lucinda kroop dicht tegen Canisius aan. Canisius gritste in een vloeiende beweging zijn stok uit zijn mouw en richtte deze op de bosjes. 'Wie is daar?! Kom tevoorschijn' riep Canisius kwaad. Er kwam een man in een lange zwarte mantel de bosjes uit lopen. Zijn gezicht zat vol littekens en striemen, absoluut geen fijne kerel dacht Canisius meteen. 'Zozo, kindertjes. Zo laat nog klef aan het doen?' vroeg de man spottend. De man gritste zijn stok uit zijn holster en richtte deze op Canisius. 'Paralitis!' riep de man en een rode straal schoot richting Canisius zijn borstkast. 'Protego!' riep Canisius snel en de Lamstraal kaatste weg dankzij zijn magische schild. 'Zo dus het jongetje kan een paar trucjes? Knap hoor, maar je kan vast niet jullie beidde redden!' riep de man kwaad. Hij richtte dreigend zijn stok op Lucinda. Canisius kookte van de woede. 'Expelliarmus!' riep hij, en een kleurloze straal schoot richting de hand van de man. Zijn stok vloog uit zijn hand en hij keek blind van woede richting Canisius. 'Hoe durf je!' riep de man kwaad. 'Pertrificus Totalus!' riep Canisius snel, en de man viel versteend neer. Canisius was blij dat hij de man overwonnen had. 'Kom Lucinda dan breng ik je naar huis' zei Canisius kalm. Toen liepen ze samen weg en stonden ze weer voor het huis van de Lynincha's. Lucinda gaf hem een kus op zijn wang. 'Dankjewel, held van me' zei ze blozend. Canisius wangen werden knalrood en hij wist niet wat hij moest zeggen. 'Voor jou doe ik alles, dat weet je' zei hij. Lucinda glimlachtte charmant naar hem en sloot de deur. Canisius was opgelucht dat hen niks overkomen was en rende snel naar huis. Toen hij bij zijn huis aankwam stond zijn vader voor de deur. 'Canisius wat is er gebeurd ik zag allemaal flitsen uit het bos komen! Is alles wel goed met je?' vroeg hij bezorgd. 'Met mij wel' zei Canisius grijnzend. 'Ik heb hem is een lesje geleerd. Dankzij uw goede lessen pa' zei Canisius met waterige ogen. Zijn vader omhelsde hem en fluisterde in zijn oor. 'Ik ben de trotste vader van de hele toverwereld'. En toen liepen ze samen naar binnen om een kop thee te drinken, en daarna te gaan slapen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen