Masked || O67
Nu snapte ik er echt helemaal niets meer van. Blaine is dood, maar toch zit hij hier? Toch praat hij met me. Toch heeft hij me verschillende keren gezoend. Om de één of andere gekke manier, geloofde ik hem. Ik geloofde dat hij dood was, of was geweest. ‘Wat ben je?’
Weer grinnikte hij. ‘Je gelooft me.’
‘Ja.’ Ik stond recht van zijn bureaustoel en ging voor hem op mijn hurken zitten. Zo keek ik recht in zijn ogen. Van ver zag ik het niet, maar nu zag ik duidelijk verdriet in zijn ogen. ‘Vertel alsjeblieft verder.’
Eén mondhoek van hem ging een beetje omhoog. ‘Ik zag je, en ik was onmiddellijk verkocht hoewel dat niet mag. Ik ben een Engel.’ Het laatste woord fluisterde hij, alsof hij er plots aan dacht dat er misschien mensen meeluisterden. ‘Ik mag niet verliefd worden op een sterfelijke. Ik heb er lang me rondgelopen maar heb het na een tijd toch eerlijke opgebiecht aan..’ Hij deed –in plaats van zijn zin af te maken– zijn handen open waar het kruis in lag. Het kruis dat hij elke keer vast had wanneer we ruzie hadden.
‘Bestaat hij echt?’ Het kwam er zachter dan een gefluister uit, maar ik was er zeker van dat hij me goed verstaan had.
Hij knikte. ‘Ja. Hij zei dat ik je gewoon juist zoals mij moest maken.’
Met open mond en grote ogen keek ik hem aan. ‘Wat- Wat bedoel je daarmee?’ Eigenlijk wist ik al wat hij ermee bedoelde, maar ik wilde het niet geloven. Dit kon hij niet menen. Dit kon hij niet van me vragen.
‘Het is echt niet zo erg als het lijkt. Bij mij was het onmiddellijk gedaan.’
‘Maar daar gaat het niet om.’ Ik stond weer recht. ‘Ik ben dan misschien wel samen met jou, maar iedereen hier laat ik wel in de steek. Hailey, wat moet ik tegen haar zeggen? Louh. Louh, je weet nu wat er bij me thuis aan de hand is, ik kan haar toch niet alleen naar huis sturen. Blaine, dat kun je niet van me vragen.’
‘Ik snap het. Natuurlijk. Ik heb gefaald.’ Nu stond hij ook op en liep recht naar zijn kast waar hij al zijn spullen uithaalde.
Verward keek ik hem aan. ‘Wat doe je?’
‘Inpakken.’
‘Waarom?’
‘Ik ga weg.’ Hij draaide zich even om. ‘Ik moet weg.’
‘Maar–’ Ik liep naar hem toe en bleef op tien centimeter van hem vandaan stilstaan. ‘Kunnen we hier niet samen zijn? Zoals de laatste drie maanden. Dat ging toch?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Nu is het anders. Je weet het en je verkiest om hier te blijven.’
Hierna nog twee en nog een epiloog. Wat vinden jullie er eigenlijk van? In mijn gedachten zag het er eigenlijk allemaal veel beter uit.
Reageer (6)
Ik moet bijna huilen ja >;'[
1 decennium geledenDit is een van de beste verhalen die ik gelezen heb én waarvan ik het zo jammer vind dat het bijna tot een einde loopt... Kan er geen vervolg op komen of iets? Ik weet niet hoe het afloopt enzo, maar toch.. Tis gewoon kut xl