Proloog
Mijn haren waaien wild naar achteren door de harde wind. Het is vandaag echt stormachtig en ik wilde thuisblijven, maar mijn moeder vond drie dagen ziek zijn, wel weer genoeg. Ze stuurde me naar school, maar ik voel me nog steeds niet lekker. Ik ben heel moe en voel me misselijk. Ik trap stevig door en kom bij dé bocht aan. Net voordat ik er aan kom, neem ik nog een tuig adem en fiets dan recht tegen de wind in. De wind komt aan als een harde klap en het lijkt in een keer of ik stil sta. Wacht even, ik sta echt stil. Ik zet mijn voeten op de grond, maar zak erdoorheen. Wat is er aan de hand?
Ik lig op de grond. Midden in weiland waar niemand ooit langs komt en ik heb geen flauw idee waarom ik op de grond lig. Ik graai naar mijn mobiel en toets het alarmnummer in. Vrijwel meteen wordt die opgenomen en klinkt een vriendelijke vrouwenstem. Ik wil antwoorde op de vragen van de vrouw, maar mijn adem lijkt weg te zijn. Mijn ogen voelen zwaar aan en vallen steeds dicht. Ik kijk omhoog naar een bord en open mijn mond met het laatste beetje lucht dat ik bezit. 'Paardijlen in het midden', is het enige wat ik kan zeggen. Hopend dat ze het niet als grapje zien en het even komen checken. 'Hallo? Wie is dit? Is dit een grap?' Klinkt de vrouwenstem streng door de telefoon. 'Help', is het enige wat ik nog piep, voordat mijn mobiel uit mijn handen valt en op de grond klettert. De komende seconde gaat alles snel. Mijn ogen vallen dicht en nemen me mee in een zwart gaat, terwijl het enige wat ik nog hoor is het gepiep van een vrouwenstem...
Reageer (4)
Weet je, dit klinkt echt ZO Bekend. Ik ben laatst op de fiets flauwgevallen, op weg naar school. Omdat mijn ouders vonden dat ik wel weer klaar was met ziek zijn, en ik reed langs een weiland.
1 decennium geledenIk heb alleen het alarmnummer niet gebeld
Snel verder! <'3
1 decennium geledenomfg, ga verder <3
1 decennium geleden<33333
1 decennium geleden