Foto bij Part 4

'Een adres? Herken je het?' vraag ik.
'Nou, ja, maar dat huis staat al heel lang leeg. hoe kom je aan dit briefje?' antwoord Sharon.
Ik haal mijn schouders op, 'Zat in m'n broekzak...'.
'Hoe bedoel je?'
'Nou...Ik deed mijn handen in m'n zakken, en toen voelde ik het ineens zitten.' Zeg ik.
'Ja, heel slim antwoord hoor, ik bedoel, hoe komt het daar?'
Ik twijfel. Zal ik haar vertellen dat ik één van de mannen verdenk? Het zou heel vreemd zijn, waarom zou zo%u2019n man een briefje in mijn broekzak stoppen? Ik besluit dat ik Sharon kan vertrouwen en zeg haar wat ik aan mijn been voelde.
'Maar waarom...'begint Sharon,
'zou zo'n man een adres in mijn zak stoppen?' maak ik haar zin af, 'Ik heb werkelijk geen flauw idee. Laat maar zitten, het zal wel niks zijn, misschien is het van mijn moeder ofzo.'
'Inderdaad, ik leg het hier op tafel oké?'
'Ja, is goed.'

Sharon is naar huis en ik loop naar mijn kamer, 'Kom alleen' hoor ik iemand fluisteren, ik doe drie sprongen naar achteren tot ik tegen de muur aan knal, 'Wie is daar!?' roep ik,geen antwoord, 'Woof!'. Ik hoor Woof aan komen rennen en naast me komen zitten. 'T-t-tel mensen Woof', hij blaft één keer. Rustig laat ik alle lucht weer uit mijn longen lopen en ik sla mijn arm om hem heen, 'Ik hoorde iemand praten Woofie' zeg ik, 'Ik weet het zeker'. Ik bedenk me ineens dat Woof kan ruiken wie er in de kamer is geweest en ik geef hem opdracht dat te doen, als hij met gepiep aangeeft dat hij iets onbekends ruikt loopt er een rilling over mijn rug. Dus er is hier echt iemand geweest. Ik loop mijn kamer rond tot ik het raam gevonden heb, open. Kom alleen, had hij gezegd, en toen was hij blijkbaar verdwenen. Waar moet ik heen, alleen? Maar dan bedenk ik me iets, het briefje met het adres. Zou het iets met elkaar te maken hebben? Moet ik erheen? Zonder Sharon? Maar hoe wisten die mannen dat ik hier woon? Hebben ze me gevolgd? Er liep weer een rilling over mijn rug en ik ging op mijn bed zitten. Ik haat dit, ik haat mezelf, mijn ouders. Waarom ben ik nou blind? Waar is dat goed voor!? Ik knijp mijn ogen dicht -ook al maakt dat geen enkel verschil- en laat een schreeuw, die aanhoudt tot mijn adem op is, over mijn lippen komen. Dat lucht een beetje op, maar hopen dat niemand het gehord heeft want mijn raam staat nog open.

Tijdens het eten ben ik er niet helemaal bij, mijn gedachten dwalen steeds af naar het adres en de stem in mijn kamer. Zal ik erheen gaan? Ik had bedankt dat één van de twee mannen mij misschien wilde spreken, dat hij misschien toch iets wist om mij te 'genezen'. Hij had in bibliotheek nog gezegd, Als we ooit iets hebben gevonden, zullen we het je laten weten. Misschien was dat helemaal geen grapje, maar heeft hij echt iets gevonden. Waarom zou hij dat dan niet gewoon zeggen? Waarom moest dat in een leegstaand huis? Zoveel vragen, en er was maar één antwoord, en dat zou ik vinden in een leegstaand huis.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen