|| Twenty Four
We stonden aan de rand van een kleine open plek. Omdat hier geen bomen stonden stortte de regen op de grond.
Midden op de open plek was een soort dak gemaakt van zeil, waardoor de grond eronder droog bleef. Op de grond lagen dekens en kussens die werden omringd door kaarsjes.
“Oh My God!” gilde Hailey en ze rende naar het plekje toe, maar toen ze de regen in stapte bedacht ze zich en rende weer terug naar Jules en zijn paraplu.
“Vind je het wat?” vroeg Aiden.
“Het is prachtig!” zei ik enthousiast. “Maar hoe hebben jullie dit voor elkaar gekregen?”
Jules en Aiden keken elkaar lachend aan.
“Het duurde even” zei Aiden.
“En daarom waren we ook te laat” vulde Jules aan.
Ik knikte begrijpend en met zijn allen liepen we naar het ‘tentje’.
Hailey plofte neer op een paar kussens en slaakte een diepe zucht.
Jules ging naast haar zitten en Aiden en ik gingen ook naast elkaar zitten.
Jules haalde een mand met eten tevoorschijn en haalde er een fles wijn uit.
“Voor de dames” zei hij en hij ontkurkte de fles.
Hailey en ik kregen allebei een glas in onze handen geduwd.
“En voor ons natuurlijk wat anders” zei Jules en hij gooide een flesje bier naar Aiden.
We toostten op een mooie vakantie en ik nipte van de wijn.
Jules haalde eten uit de tas. We aten en lachten, we vertelden verhalen en dronken veel alcohol. Op gegeven moment stopte het met regenen en melde Hailey dat ze naar de wc moest. Ze verdween tussen de bomen en toen ze na een tijdje nog steeds niet terug was ging Jules haar zoeken. Ik maakte me geen zorgen, Hailey had vast een of ander plannetje bedacht om alleen te zijn met Jules.
Ik had veel wijn op en ik voelde me gelukkig en rozig. Ik leunde tegen Aiden aan en besloot de vraag te stellen die al even door mijn hoofd spookte.
“Je zei dat ik op je zusje leek” zei ik.
Aiden verslikte zich in een slok bier en ik klopte op zijn rug terwijl hij hoestte.
“Sorry, dat was niet de bedoeling” zei ik verontschuldigend.
Aiden trok een scheve grijns en haalde zijn schouders op.
“Maar hoe bedoel je dat? Dat ik op je zusje lijk?”
Aiden zuchtte even en staarde naar de bomen.
“Niet qua uiterlijk, maar qua innerlijk. Je bent altijd vrolijk en positief, net zoals Noa was” zei hij.
“Was?” vroeg ik.
Aiden knikte somber. “Deze winter, heeft ze een ongeluk gehad. En ze is….overleden.”
Ik sloeg mijn hand voor mijn mond.
“Wat erg voor je.”
Aiden wreef in zijn ogen, maar ik had al gezien dat er tranen in stonden.
“Ze was pas veertien. Ik kwam thuis van mijn gitaarles, en toen zaten mijn ouders huilend op de bank. Ze is van de trap gevallen.”
Ik wist niet goed wat ik moest zeggen, dus sla ik een arm om hem heen.
“Wat een vreselijk ongeluk” zei ik na een tijdje.
Aiden ging met een ruk rechtop zitten.
“Wat is er?” vroeg ik.
“Niets” zei Aiden.
“Jawel.”
Aiden beet op zijn lip.
“Dit zal wel stom klinken” zei hij.
“Dat weet je pas als je het gezegd hebt” zei ik.
Aiden glimlachte even. “Vorig jaar in Spanje heb ik van Noa een kettinkje gekregen” zei hij en hij haalde een kettinkje onder zijn shirt vandaan. Het was een zilver kettinkje met een hangertje in de vorm van een gitaar.
“Noa had voor zichzelf ook een kettinkje gekocht, een zilveren met een blauw steentje. Ze droeg het áltijd. Ik heb haar nog nooit zonder gezien. Ook de ochtend voor haar ongeluk droeg ze het. Maar na haar ongeluk, ik merkte het pas op de begrafenis, had ze het niet meer om. Ik heb haar kamer doorzocht, ik heb het aan mijn ouders gevraagd, ik heb zelfs de stofzuigerzak leeggemaakt. Maar ik kon haar kettinkje nergens vinden. En dat is onmogelijk, want Noa zou zoiets nooit kwijtraken.”
Het bleef even stil en langzaam begon te dagen wat Aiden bedoelde.
“Dus je denkt dat…”
“Ja, ik denk dat iemand haar kettinkje meegenomen heeft, misschien voor het ongeluk, misschien erna, en in het ergste geval tijdens het ongeluk. Degene die het kettinkje heeft, heeft haar misschien wel van de trap geduwd. Noa was niet onhandig, hoe kan ze dan zomaar van de trap afvallen?”
Ik dacht even na over deze theorie. Het idee bezorgde me rillingen.
“Je gaat nu vast zeggen dat het nergens op slaat” zei Aiden.
Ik schudde mijn hoofd. “Helemaal niet. Ik geloof je.”
“Dank je Sophie, je bent de eerste aan wie ik dit vertel” zei hij. Hij trok me tegen zich aan en ik leunde op zijn borst. Ik had kippenvel, en niet omdat het koud was. Ik vond het vreselijk wat er met Noa gebeurd was, ik vond het vreselijk voor Aiden. Maar wat nog erger was, wat als Aiden’s theorie nou waar was?
Reageer (6)
Ja idd, volgens mij ook van een surfplank omdat Aiden zo op een surfer leek met dat surfershaar enzo...
1 decennium geledenSorry ik wil niet raar klinken maar het was toch een kettinkje met een surfplank en niet een gitaar?
1 decennium geledenLET'S PLAY NCIS AND SOLVE THAT MURDER (: THEN AIDEN AND SOPHIE WILL BE HAPPY ^^ EN IK HOU VAN CAPS LOCK ;P
1 decennium geledenSNEL VERDER!
.........
1 decennium geledenDit is creepy. SNEL VERDER
Snel verder!!<3
1 decennium geleden