Donderdag

“Bella?” Verstoorde Edward de –al 6 uren durende– stilte.
“Mmm?”
“Waar denk je aan?” Ik glimlachte.
“Groot geheim, meneertje ik-weet-alles-want-ik-kan-gedachten-lezen, niet bij mij, pech gehad,” zei ik plagend.
“Is het zo erg?” vroeg hij nieuwsgierig.
“Ja, kleine meisjes hebben grote geheimen, wist je dat niet?”
“Het is niet eerlijk,” als hij zo praatte leek hij wel een klein kind.
“Wat is er niet eerlijk?”
“Dat jij kan kiezen wanneer ik je gedachten kan lezen en wanneer niet. Niemand heeft zoveel geluk, kleine gelukzak van mij,” gromde hij terwijl hij mijn armen tegen in grond pinde en met zijn knieën mijn bekken op de grond hield.
“Wat denkt meneer te doen?” vroeg ik en probeerde mezelf los te krijgen. Mijn kracht was terug afgezwakt en ik was niet sterker meer dan hij. Toch kon ik ons omdraaien zodat ik boven hem lag. Ik liet me zakken tot ik met mijn hoofd terug tegen zijn marmeren borst leunde. Hij zuchtte.
“Het leven is hard en niet altijd even eerlijk.”
“Dat is het niet, of misschien wel. Ik heb meer dan waar ik ooit van durven dromen heb, maar er zijn zoveel mensen die helemaal niets hebben,” zei hij serieus.
“Tja, daar kunnen wij niet veel aan doen hé,” mompelde ik.
“Dat is het juist, ik heb er zo wat over nagedacht. Wat dacht je van vrijwilligers werk ofzo?”
“Euh, hoe wilde je naar Afrika gaan en de mensen helpen zonder dat ze allemaal weglopen als ze ons zien?” vroeg ik bedenkelijk.
“Je hebt een punt, maar ik dacht niet onmiddellijk aan Afrika, er wonen in Noord-Amerika genoeg arme mensen. Armoede is veel dichter dan je zelf denk, Bella.” zei hij zachtjes
“Ja, maar wat wou je dan doen? Stelen van de armen en het aan de rijken geven? Robin-Hood-style? Alice schenkt al onze gedragen kleren toch aan goede doelen? En elke keer als ze iets verkopen voor het goede doel zijn we er als de kippen bij. Veel meer kunnen we toch niet doen.” Het was geen vraag, het was een vaststelling, maar hij vond het toch nodig om te antwoorden.
“Jawel Bella, we moeten iets doen,” ik vroeg me af waar die plotse uitval vandaan kwam, ”ik kan langer meer toekijken!” Hij was bijna aan het schreeuwen op het einde.
“Shhh, we zullen er eens over denken, wat wilde je dan precies doen?” Probeerde ik hem wat te kalmeren.
“Ik weet het niet!” Bracht hij uit terwijl hij zijn handen tegen zijn slapen drukte.
Ik trok hem terug naar de grond en nam hem op mijn schoot. Terwijl ik hem zachtjes heen en weer wiegde dacht ik na over de uitbarsting die hij juist had gehad. Ik had hem eerlijk gezegd nog nooit zo gezien. Meestal was ik degene die wel eens een scène schopte en hij de me troostend heen en weer wiegde. Dit klopte niet. Hij moet het ook gemerkt hebben, want toen hij wat gekalmeerd was wisselde hij onze posities zodat ik op zijn schoot kwam te zitten.
“Sorry Bells,” fluisterde hij zachtjes in mijn oor
“Geeft niks’ we praten er nog wel eens over. Wat zou je denken van en warm bad, Charlie en Billy zullen er ook bijna zijn.”
“Goed idee, maar over die 2 hoef je je geen zorgen te maken, ze komen pas deze avond aan.”
We renden samen terug naar het huis, en hielpen de rest van de voormiddag om alles in orde te krijgen, vóór Charlie en Billy arriveerden.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen