9. a surprise
We fietsten naar mijn huis. Lachend gingen we naar binnen, naar mijn kamer toe. Toen we op mijn kamer zaten, werden we stil. Ik moest even nadenken. Er was iets dat ik miste, maar ik wist niet precies wat. Jake’s ouders, dacht ik plotseling. Waarom doet hij zo geheimzinnig om zijn ouders? Ik wou het hem vragen, maar hield mijn mond dicht. Waarom zou ik het vragen? Als hij erover wou vertellen, zou hij dat toch al lang gedaan hebben?
‘Ik moet je wat vertellen over mijn ouders,’ zei Jake toen. Alsof hij mijn gedachten kon lezen. ‘Ik…ik ken mijn ouders ook niet. Ik ben ook geadopteerd.’
Mijn mond viel open. Hij was ook geadopteerd. Was er iets waar we geen gelijkenis in treften? Ja, dacht ik bitter. Hij is een god en ik ben een lelijk eend.
‘Maar op een dag ga ik ze zoeken,’ zei hij vastberaden,’ en dan zal ik ze vinden. En ik weet zeker dat jij jouw ouders ook zal vinden.’
Ik was sprakeloos. Hoe kon hij zoveel hoop hebben? Ik zei niets, staarde hem alleen een beetje verdrietig aan.
Na nog een uurtje te hebben gepraat, ging Jake naar zijn huis, en zei dat hij over twee uur terug zou zijn. Hij zei dat ik iets leuks aan moest trekken.
Nadat ik me had gedoucht, vroeg ik me af wat ik aan moest trekken. Hij had nog steeds niet gezegd waar we heen zouden gaan. Ik besloot om mijn leukste jurk aan te trekken. Hij was zwart met een zwarte strik op mijn rug. Ik trok hem alleen voor speciale gelegenheden aan, en dit leek me wel een heel speciale gelegenheid. Ik krulde mijn haar een beetje en deed een zwarte ketting om. Jake’s ring deed ik om mijn vinger.
Na precies twee uur was Jake terug. Hij had een spijkerbroel aan met een wit shirt en een slordig geknoopte stropdas.
‘Ben je d’r klaar voor?’ vroeg hij.
‘Ja,’ zei ik,’ maar waar gaan we eigenlijk heen?’
‘Dat is nog steeds een verrassing,’ zei hij,’ en daarom moet jij deze blinddoek om.’
Ik haalde mijn wenkbrauwen even op, maar deed wat me gevraagd werd. Langzaam leidde hij me naar zijn fiets en zette mij achterop. Toen hij erop ging zitten, sloeg ik mijn armen om hem heen.
Hij fietste voorzichtig verder. Ik probeerde de richting in mijn hoofd te halen terwijl we fietsten, maar na een paar bochten gaf ik het op.
Na wat mij ongeveer vijftien minuten leek, stopte hij. Ik was een beetje blij, omdat ik nu niet meer zonder de weg te zien hoefde te rijden, en ook een beetje verdrietig, omdat ik hem nu los moest laten. Maar Jake had andere plannen. Toen ik, nog steeds geblinddoekt, van de fiets af wou stappen, tilde hij mij op.
‘Jake Hashnew, zet mij nu meteen neer!’ riep ik verschrikt uit. Hij negeerde mij en liep vrolijk verder.
‘We zijn er bijna,’ zei hij.
‘Waarom mag ik dan niet zelf lopen?’
‘Omdat het jouw verjaardag is.’
‘Ik snap het niet.’
‘Hoeft ook niet.’ Op dat moment zette hij me neer.
‘Bedankt,’ zei ik, nog steeds een beetje boos.
‘Doe je blinddoek maar af,’ zei hij.
Ik trok de blinddoek van mijn hoofd af.
Reageer (1)
oehhh ben benieuwd
1 decennium geleden