Foto bij Hoofdstuk 2 - Deel 3

Jey! Jullie maken me echt heekl erg blij, en ik dacht: nu moet ik wel nog een stukje schrijven.
Haha, ik vind Tom een besst wel cool persionage, al vind Luce hem eng. Hij is best wel raar... XD

Luce en Tom liepen door tot ze bij een strandtent kwamen. Het was er niet heel druk. Een paar mensen zate op het terras achter de wazige windschermen, en een paar mensen zaten in het piepkleine cafeetje.
Tom liep een trap op, die naar het terras leidde, en Luce volgde hem onzeker.
"Zullen we even wat gaan drinken?" stelde hij voor. En Luce knikte stijfjes. Ze voelde zich totaal niet op haar gemak, en ze besefte dat ze met een vreemde jongen mee was gegaan om samen wat te gaan drinken. Heel zeker was ze er niet meer van dat dit een goed idee was.
"Waar heb je zin in?" vroeg Tom. Hij leek zich gewoon op zijn gemak te zijn en keek om zich heen terwijl Luce de kaart bestudeerde. een koude windvlaag ging door hen heen.
"Doe maar een warme chocolademelk," zei ze rillend. Het was in korte tijd een stuk kouder geworden.
Tom bestelde twee warme chocolade melk en kwam met twee grote koppen hete drank terug.
"Binnen of buiten zitten?" vroeg hij.
"Binnen." Ze gingen aan een oud houten tafeltje zitten en keken allebei even naar de duinen. Even was het stil, terwijl ze kleine slokjes van hun chocolademelk namen.
"Dus," zei Luce na een tijdje.
"Dus wat?"
"Ga je me nog wat vertellen?"
"Ohja." Luce zuchtte en zette haar beker op de donkere tafel. Tom begon te vertellen.
"Er zijn een heleboel magiërs over deze wereld. Men zegt dat het is begonnen met een volk dat vroeger in Oost-Europa woonde. Een paar mensen van dat volk, hadden bepaalde krachten ontwikkeld, of verkregen. In ieder geval, ze begonnen in te zien dat ze magische krachten hadden. Meer dan de helft van het volk had er niks mee te maken, en dat wouden ze ook niet. Ze kregen ruzie met de magiërs, en die werden verbannen.
Jarenlang hebben ze toen afzonderlijk geleefd, totdat er een man in opstand kwam: Gurian. Hij zei tot de magiërs dat zij extra krachten hadden, waarom zouden zij die niet mogen gebruiken? Waarom konden zij niet profiteren van de gaven die hen waren gegeven? Waarom moesten zij er onder lijden? Het normale volk mocht vertrekken. De magiërs hadden recht op het land, want zij waren beter, toch?
Hij maakte allen boos, en de magiërs kwamen allemaal met wapens naar de kleine boerendorpjes van het 'normale' volk. Dat moest angstaanjagend zijn geweest. Jarenlang is je volk veilig, ze wisten niet hoe ze zichzelf moesten verdedigen, nooit was dat nodig geweest, en dan komt er een heel leger van magiërs aan, bewapend met zwaarden en pijlen, maar ook met magische krachten. Het werd een bloedbad.
In paniek probeerden de boeren te vluchten, maar vluchten voor een menigte woedende magiërs heeft geen zin.
Alle bewoners werden vermoord, dachten ze. Maar in het middden van de nacht, wist één jongen te ontkomen. Hij reed op zijn paard naar de grote steden in het noorden van het land, en vertelde de koning over de magiërs. De stedelingen werden bang, maar de koning was razend en riep alle inwoners bijeen.
De volgende dag stond er een enorm leger klaar om te vertrekken, allemaal met de beste wapens bewapend. En de magiërs kwamen kwamen vanuit het zuiden aanstormen, aangemoedigd door hun overwinning, en daar zagen ze het grootste leger staan dat ze ooit hadden gezien.
Onder Gurian's bevel sloegen ze een kamp aan de rand van het bos op, uitkijkend over de stad een eind verderop. Maar de magiërs begonnen te twijfelen: Was dit wel hun bedoeling?
Ze kwamen bijeen, terwijl Gurian rustig sliep in zijn tent, en besloten ervandoor te gaan. De menigte vertrok direct, met alle spullen die ze konden bemachtigen, en ze gingen allemaal een andere kant op, met maar één doel: wegkomen.
De volgende ochtend werd Gurian alleen wakker in een uitgestorven kamp. Razend stormde hij op de stad af, waar hij direct gevangen werd genomen, en werd vermoord.
De andere magiërs besloten om nooit weer dat te doen, en deden zich voor als normale burgers, maar kwamen af en toe in het geheim bijeen. Zo ontstonden de genootschappen.
Tegenwoordig zijn er twee genootschappen in Nederland, veel magiërs zijn er niet. Eén in het Noorden, en één in het Zuiden. Die van het Noorden komt bijeen in Groningen, in het Zuiden weet ik niet. Zelf hoorde ik bij het genootschap in het Noorden."

Tom maakte zijn verhaal af en keek me aan. Luce viel het op dat hij de verleden tijd gebruikte. 'Zelf hoorde ik bij het genootschap in het Noorden.'
"Zoiets zei je al eerder, hoor je nu niet meer bij dat genootschap?" vroeg ze, en Tom leek plotseling erg geïnteresseerd in de tafel.
"Ik ben er soort van, uitgeschopt. Het is een lang verhaal, ik zal je er niet mee lastigvallen." Luce keek hem verbaasd aan, maar begon er niet weer over. Het bleef stil en ze keek even rond in het cafeetje. Het was er best wel donker, wat voornamelijk kwam doordat er donker hout werd gebruikt, en er hingen heel veel schilderijen van schepen. Heel veel. Eén oude klok hing boven het raam, en gaf aan dat het zes uur was. Plotseling schoot Luce weer iets te binnen.
"Shit! Ik had afgesproken om samen met Sarah patat te halen! Als ik snel ben, kan het nog. Shit! Ik ben het helemaal vergeten!" Ze jammerde en stond op.
"Wacht!" zei Tom en hij stond ook op. "Mag ik dan je telefoonnummer ofzo? Je moet wel lid worden van het genootschap, als je nog magie wil leren." Luce aarzelde. Ze voelde er niks voor om hem haar telefoonnummer te geven, maar ze moest wel wat weten over dat genootschap als ze lid wou worden, in ieder geval moest ze weten waar het was enzo.
"Oke," zei ze tenslotte, met tegenzin. Ze haalde haar mobiel uit haar broekzak, en gaf hem aan Tom. Die gaf zijn mobiel aan haar.
Snel toetste ze haar nummer erin, maar Tom leek er erg lang over te doen. Ongeduldig klakte Luce met haar tong. Eindelijk was hij klaar, en hij gaf haar haar mobiel terug en kwam wel erg dichtbij. Érg dichtbij. Snel deed ze een stap achteruit, en gaf ze zijn mobiel terug.
"Uhm, doei?" zei ze.
"Tot ziens," antwoordde Tom. Tot ziens? Ziens? Altijd weer dat stomme ziens.
Luce draaide zich om en liep weg, het was nog een eind terug. Hopelijk was Sarah niet boos. Ja, Sarah, denk aan Sarah, denk aan patat halen met Sarah. Dat was nog normaal. De gebeurtenissen van vandaag duizelden haar.

Oh, dat verhaal is best wel onzin eigenlijk... -_- Ik heb het een beetje ter plekke verzonnen, maar goed. ^^

Reageer (1)

  • LeaFlammae

    Haha, had ik ook met dat vage sprookje in Moon, my muse xD
    En dat verhaal over de zwarte storm. Haha, ergens herken ik mijn verhaal in het jouwe :P
    Maar het is geen onzin, het is leuk! (Y)

    Leuk aantal woorden ook, trwns. 1111 xD

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen