Foto bij I

Alice Potter

‘Hebben jullie zin om morgen weer naar school te gaan?’ Mijn moeder kijkt vragend naar James, die zijn avondeten in een moordtempo naar binnen propt. Als hij zijn mond opent om iets te zeggen, stuurt ze hem een waarschuwende blik, dus knikt hij maar en eet dan weer verder. Als ze mij vervolgens vriendelijk aankijkt, kijk ik snel naar mijn bord en mompel iets terwijl ik snel een hapje neem. In mijn ooghoek zie ik hoe James even stopt met eten en in mijn richting kijkt. Maar als ik verder niet meer reageer, concentreert hij zich weer op zijn avondeten dat hij blijkbaar zo snel mogelijk naar binnen wil werken. Mijn moeder zucht even bezorgd, maar eet dan ook weer verder.
Ik kijk niet op tegen een nieuw jaar op Zweinstein, maar ik heb ook niet veel om naar uit te kijken. De lessen zijn meestal leuk en het kasteel is prachtig, maar ondanks alle leerlingen voel ik me er meestal toch erg eenzaam. De bibliotheek is mijn uitvlucht op de dagen dat ik niet buiten kan zitten en de boeken nemen me even weg van de realiteit. Wat eigenlijk best grappig is als je bedenkt dat Dreuzels juist fantaseren over een wereld die voor mij de werkelijkheid is.
‘Eet eens door.’ James, die zijn eten al op heeft, kijkt me geïrriteerd aan en begint onrustig op zijn stoel te wiebelen.
‘Sorry hoor, maar we hebben niet allemaal zo’n grote mond als jij,’ mompel ik en ga weer verder met mijn avondeten, dat ik door mijn gedachten even vergeten was. Dat heb ik ook wel vaker, dat ik gewoon zo ver weg in mijn gedachten ben, dat ik even alles vergeet.
‘Waar is pap eigenlijk?’ vraagt James, die blijkbaar nog niet doorhad dat mijn vader niet aan tafel zit, verbaasd aan mijn moeder.
‘Werken. Hij komt vanavond pas laat thuis.’
‘Maar we gaan morgen al weg,’ zegt James, verontwaardigd over het feit dat onze vader er niet is, de dag voordat we weggaan.
‘Hij gaat morgen mee om jullie nog uit te zwaaien, maak je maar geen zorgen.’ Ze kijkt hem geïrriteerd aan omdat hij achterover in zijn stoel hangt, die nu nog maar op twee poten staat. Hij zucht en gaat weer normaal zitten, maar begint dan met zijn vingers op de tafel te tikken.
‘Doe niet zo ongeduldig,’ snauw ik geïrriteerd in zijn richting en neem dan de laatste hap van mijn avondeten. ‘Mag ik naar buiten?’ Ik kijk mijn moeder vragend aan en als ze knikt sta ik op en loop snel naar de achterdeur. Weg van James.

Met mijn kladblok loop ik door het bos dat achter ons huis ligt, voor mij is het een soort tweede thuis, een plek waar ik echt kan ontspannen. Ik sluit mijn ogen als ik de wind voel die door mijn haren gaat en de zon die mijn gezicht verwarmt. Dan loop ik nog een stukje verder en ga tegen een boom zitten. Ik laat mijn hoofd naar achter rusten waardoor ik zicht krijg op het bladerdek dat me overschaduwt. Het is prachtig om te zien hoe de zon de kleuren verandert en door elk gaatje dat er te vinden valt een lichtpuntje laat vallen. Ik zucht en sluit mijn ogen even, maar als ik een geritsel hoor in de bosjes naast me schiet ik geschrokken overeind.


---

O mijn god. Hoe kom ik aan 50 abo's voordat ik begonnen ben? O.O

Reageer (26)

  • Emrys

    Omg
    Zupermooi <33

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen