|| prologue
Januari
Het was koud. De wind waaide dwars door mijn kleding heen. Maar de kou was niets vergeleken met de kou in mijn hart. Mijn koude hart dat koud bloed rond pompte in mijn koude aderen. Deze kou voelde ik al dagen. Het ging niet weg door een warme trui of een warm bed. Deze kou bleef voor altijd, en ik kon me niet voorstellen dat hij ooit nog zou verdwijnen.
Ik liep achteraan. Zoals altijd eigenlijk. Altijd achteraan, om maar niet op te vallen. Mijn gympen knerpten op het grindpad. Ik haatte grindpaden. Ze maakte altijd veel te veel geluid, juist als ik wilde dat het stil was. Nee, ik wilde niet dat het stil was. Ik wilde dat er mensen zouden praten, lachen, plezier hebben. Dat zou betekenen dat er niets was gebeurd. Dat alles nog was zoals het was. Maar een blik op de witte kist was voldoende om te weten dat het allemaal anders was. Dat het nooit meer zo zou worden als het was.
De stoet was gestopt. Men stond in een kring om het gat heen. Sommigen huilde, anderen keken verdrietig en weer anderen leek het niets te doen. Ik bekeek de gezichten. De meeste kende ik niet. Ga weg! wilde ik roepen, ga weg want ik ken je niet. Hou op met de medelijdende blikken, met de handen die troostend op mijn schouder werden gelegd. Ga gewoon weg. Laat me met rust.
Er begon iemand te praten. Een vreemdeling. Hij sprak over haar leven, dat veel te vroeg was beëindigd. Hij sprak over de mooie dingen die ze gedaan had, ze mooie momenten die ze meegemaakt had en over de momenten die ze moest missen. Mijn ouders huilden. Ik niet. Ik kon niet meer huilen. Ik was leeg. Ik voelde niets meer, alleen maar leegte. Ik was veranderd in een groot koud zwart gat. Niets leek mij meer uit te maken. Ik richtte mijn aandacht weer op de vreemdeling. Hij was klaar met zijn betekenisloze praatje. Langzaam zakte de kist de grond in, waar hij voor altijd zou blijven. Op de kist lag een roos. Eentje maar, want ze hield niet van overdreven gedoe. Steeds verder zakte de kist weg, totdat ik hem niet meer kon zien. Mensen draaide zich om en liepen weg. Maar ik bleef staan. Totdat ik alleen stond. Starend naar het gat. Mijn aandacht werd gevangen door een witte vlinder, hij cirkelde rondjes boven het gat en landde op mijn schouder. Twee seconden maar, toen vloog hij weer weg. Maar die twee seconden, waren voor mij genoeg om te weten dat ze bij me was. Voor altijd.
Eerste hoofdstukje (: Do you like it??
Reageer (13)
Heel mooi en gevoelig. Supermooi dat er een witte vlinder midden in de winter komt, dat betekent echt wel wat! <3
1 decennium geledenOoh al heb ik nog superveel hoofdstukjes te learn ik wou even reageren op dit hoofdstuk.
1 decennium geledenWauw! Ik weet Niet waar het over gaat, over wie. Maar dit raakte me zo erg. Ik zit te huilen door dit enorm mooie hoofdstuk. Ik Ben echt blij dat Quizlet dit verhaal stuurde via het wekelijkse mailtje.
Ik hou van All Time LowXoxo
Wuaae je schrijft super
1 decennium geledenMooooi!!...
1 decennium geledenOmg ik kan wel janken:(
1 decennium geledenZo zielig maar toch zo mooi geschreven(flower)