~091~
Een paar weken later
Mary Brooks
Tijdens het avondeten prik ik lusteloos in mijn eten en vertrek eerder, zonder mijn eten te hebben aangeraakt. Fred en George hebben strafwerk, Anne is met Hermelien aan het praten en met Jennifer heb ik nog steeds geen contact, dus niemand merkt dat ik niets heb gegeten. Ik loop in een rechte lijn door naar de leerlingenkamer en als ik daar ben naar de slaapzaal, waar ik me op mijn bed laat vallen. Ik zucht en ga op mijn zij liggen. Ik snap er echt helemaal niks meer van, sinds dat laatste rare gesprek met Lupos, heeft hij geen woord meer tegen me gezegd. Sinds ik Pippeling op de kaart heb gezien, kan ik alleen nog maar denken dat hij misschien nog wel leeft. Ik zucht weer en trek de la van mijn nachtkastje open en haal de kaart eruit. Als ik de vertrouwde lijntjes die Zweinstein en zijn inwoners voorstellen zie, glimlach ik even. Ik laat mijn blik over de kaart glijden, op zoek naar twee namen, twee namen die ik al heel lang niet meer op de kaart heb zien staan. Mijn blik verplaatst zich buiten Zweinstein en ik schiet overeind als ik eindelijk één van de namen zie. Peter Pippeling, hij is in het huisje van Hagrid. Ik twijfel even wat ik met deze informatie moet doen, maar besluit dan toch naar Lupos te gaan. Na zijn vage reactie van de vorige keer, wil ik zien hoe hij hierop zal reageren.
Met mijn blik nog steeds op de kaart gericht, loop ik door Zweinstein en loop het lokaal van Lupos binnen. Lupos, die aan zijn bureau zit te schrijven, kijkt verbaasd op.
‘Hoe kom je daaraan. Ik dacht dat ik-’
Ik leg de kaart op zijn bureau en wijs naar het puntje dat ik al een tijdje volg. ‘Peter Pippeling.’
Hij kijkt even naar de kaart. ‘Onmogelijk.’ Mompelt hij. ‘Dat is onmogelijk.’
Hij kijkt me verbijsterd aan en kijkt dan weer naar de kaart. ‘Maar als Peter niet dood is… Wat is er dan gebeurd?’
‘Er is maar één manier om daar achter te komen.’
‘Hij rent weg.’
‘Wat?’ Ik kijk hem verbaasd aan.
Hij wijst naar het puntje op de kaart. ‘Hij rent weg.’
Als ik naar de kaart kijk, zie ik dat Peter Pippeling met een noodvaart over het terrein van Zweinstein rent. Ik zie ook dat Ron, Harry en Hermelien achter hem aan rennen. Wat doe die nou met Peter Pippeling? Ze rennen gevaarlijk dicht bij de Beukwilg en dan stoppen Ron en Pippeling, ze staan wel heel dicht bij elkaar… Ineens zie ik het puntje Sirius Zwarts uit de Beukwilg tevoorschijn komen en de puntjes Ron Wemel en Peter Pippeling verdwijnen niet veel later met Zwarts in de boom. Lupos kijkt fronsend naar de kaart als Harry en Hermelien op de een of andere manier ook in de boom weten te komen. Hij kijkt me even aan en staat dan op en loopt haastig het lokaal uit, ik ren snel achter hem aan.
Als we bij de Beukwilg aankomen, staat die nog gevaarlijk met zijn takken te zwaaien. Lupos staat er een beetje hulpeloos bij.
‘Er zit een knoest op die boom, als je daarop drukt dan stopt de boom met slaan…’
‘Waar?’
Hij wijst naar de boom en staart dan naar het punt waar hij zojuist naar wees. Hij heeft niet eens door dat ik verander. Pas als ik richting de boom loop, komt hij weer in beweging. Ik schiet tussen de takken door en druk op de knoest. Als de boom inderdaad stopt met zwaaien, verander ik weer terug en kijk Lupos tevreden aan.
‘Wat… Ach, laat ook maar.’ Hij loopt naar de tunnel en laat zich er doorheen zakken.
Ik volg en niet veel later staan we in het Krijsende Krot.
Hmm... Zou ik misschien een keer in de Top Vijf mogen? Nog maar negen hoofdstukken Ö
Reageer (26)
Waar kan ze dan in veranderen? Ik ben het ff vergeten, Hihi.
1 decennium geleden