~088~
Mary Brooks
‘Fred?’
‘Hmm?’
Fred zit tegen de muur van de toren en heeft zijn armen om mij heen geslagen. Mijn hoofd rust tegen zijn schouder, terwijl ik nog steeds naar de sterren kijk.
‘Dat blonde joch uit Zwadderich…’
‘Malfidus? Wat is daarmee?’
Hij draait zich een beetje zodat hij me verbaasd aan kan kijken.
‘Ik kwam hem onderweg hier naar toe tegen…’
‘Wat heeft hij gedaan?’ Zijn blik staat nu bezorgd.
‘Hij vroeg of ik beter zou reageren als hij me Zwarts zou noemen. Dus heb ik hem gezegd dat ik überhaupt niet luister naar losertjes die denken dat ze heel wat zijn en de sukkels die er meestal achteraan hobbelen.’
Fred grijnst. ‘Briljant…’ Mompelt hij.
‘Zoals altijd.’ Ik grijns nu ook.
‘ Misschien moeten we zo weer gaan, het is al bijna middernacht.’ Zegt Fred na een blik op zijn horloge.
Ik zucht en knik dan, waarna ik opsta. Ik richt mijn blik nog even op de volle maan, die boven Zweinstein hangt. Fred pakt mijn hand en samen lopen we de toren weer in. Ik klim naar beneden en kijk even of de kust veilg is, voordat ik gebaar dat Fred naar beneden mag komen. Stil lopen we door de gangen naar de slaapzaal, als ik ineens een stem hoor. Ik blijf stilstaan en hou Fred tegen, ik gebaar dat hij stil moet zijn. Als ik de stem weer hoor is hij al een stuk dichterbij, paniekerig kijk ik Fred aan. Hij kijkt even om zich heen en trekt me dan mee naar een deur, die hij met zijn toverstok opent. Zachtjes sluit ik de deur achter me en haal opgelucht adem als ik even later iemand voorbij hoor lopen. Nieuwsgierig kijk ik eens rond waar we zijn.
‘Is dit niet het lokaal van Lupos?’ Fluister ik.
‘Ja, volgens mij wel…’
‘Misschien heeft hij de Sluipwegwijzer wel hier neergelegd.’
Fred en ik kijken elkaar even aan en terwijl Fred in de kasten kijkt, loop ik naar het bureau. Ik probeer de bovenste la te openen, maar die zit op slot. Als ik mijn toverstok pak, om de la te openen, besluit ik eerst voor wat licht te zorgen, om op het bureau te kunnen kijken.
‘Lumos.’
Het licht van mijn toverstok verlicht het bureau, maar als ik opkijk, zie ik ook iets anders…
En nu is het tijd voor heel veel lange reacties om mij blij te maken, want dat ben ik niet want ik heb het ontzettend druk met school, dus ik schrijf de komende tijd misschien wat minder...
Reageer (36)
Draco Malfidus een loser?! De knapste jongen van heel Zweinstein, een loser noemen, volgens mij, mist zij een paar procentjes, hoor. Fred is dan ook wel knap maar als ik zou mogen kiezen, zou ik het waarschijnlijk wel weten
1 decennium geleden-ik ben te moe voor een lange reactie, maar ik maak alles goed op een andere dag!!-
1 decennium geledenPappie Sirius moet daar écht aan de bureau zitten, dat zou alles echt meteen goedmaken
<3
1 decennium geleden@Fidem: GE-NI-AAL!Oké, nu mijn geniale lange reactie:
Uhm.. Waar blijft mijn reactieinspiratie? >:[
Oké, dan maar zonder..
Ik wil dat daar Lupos staat, met een lelijke rat in zijn hand en een hondenbeeldje van hout in zijn andere hand, en dat Sirius achter hem vandaan komt springen..
Dan geven zij in een uitermate spetterende show de Sluipwegwijzer terug aan Mary en Fred, en dan gaan ze daarna een slaapfeestje houden in het Toverdranken lokaal.
Dat feestje loopt uit tot een ramp: Lupos wordt weerwolf en verbrijzeld alle drankjes in het lokaal, Sirius wordt krankzinnig van al de alcohol en Mary wordt boos op Fred, waardoor het uitgaat..
Dan rent Snape het lokaal binnen, en brengt Sirius naar de noordertoren om op de dementors te wachten. Lupos wordt weer mens en gedraagt zich als een meisje, en geeft Snape heel veel bitchclappen achter elkaar, net zoals Obelix van Astrix dat kan *knikt overtuigend*
En dan.. Tja, wat dan?Ik denk dat dit wel een lange reactie is, maar ik wil hem nog langer hebben..
Oké, verder waar ik gebleven ben..
Snape tovert een honkbalknuppel tevoorschijn en slaat Lupos zo hard dat zijn hersens uit zijn hoofd puilen, en en opeens een ambulance door de muur komt rijden die Lupos naar binnen laden.
Uiteindelijk loopt alles uit tot de grootste knokpartij van de leraren op Zweinstein in 1000 jaar, en komt het erop neer dat Perkamentus Snape in elkaar slaat en dat Anderling Zwandrift omtovert tot zo'n beker die Ron ook moest maken van zijn rat in het tweede jaar, maar toen nog een staart bleef houden.
Dan komt opeens Smalhart op een bezem aanvliegen, zonder dat hij weet hoe hij erop is gekomen. Dit is wat hij letterlijk zegt: "Het is hier wel een beetje hoog hier, hea? Hoe ben ik hier nou weer gekomen? En dat zijn een boel honkbalspelers! Ze knokken vast allemaal op de hoofdprijs van het honkbal zaalkampioenschap!! Wel een rare omgeving in zo'n big kasteel!.. Misschien zodat ze lekker hoog en ver kunnen slaan! Zouden ze de afgehakte hoofden als bal gebruiken??" En dan is Smalhart opeens weer weg, en komt Omber die het kasteel opblaast, omdat deze knokpartij niet door het ministerie goedgekeurd is. Dan komen de centauren die haar meenemen en haar vastbinden aan een van de deuren van de grote zaal, en dan gaan Mary en Fred haar samen bekogelen met tomaten en ander heerlijk voedsel uit de Grote Zaal. Dat loopt uit tot een voedselgevecht en dan zijn zij weer samen en heeft Mary haar vader gezien!
In ieder geval, het komt allemaal hierop neer:
Snelverder! <3
Je verhaal is super! (hoera):D(dance)
Dus: Snelverder! <3
een hond
1 decennium geledenYes, Yes, Yes, nu komt het!
*Doet net alsof ze in de bioscoop zit en staart naar het scherm terwijl ze smeekt om nog een hoofdstukje*.
Eindelijk, de sluipwegwijzer, het heilige der heilige. Het walhalla der onruststokers. Het paradijs voor nieuwsgierige eerstejaars die de weg nog niet kennen in het kasteel. En de ondergang voor Mary…
Ik bedoel, dat soort dingen zitten heel erg logisch in elkaar.
Mary vind de sluipwegwijzer, ziet Sirius op de kaart. Gaat naar de beukwilg samen met mister Fred, wordt in elkaar geslagen door de eerdergenoemde boom. Vind de knoest. Gaat de geheime gang in, komt terecht in het griezeligste huis ter wereld (als je de kamer van mijn broertje niet meerekent), gaat samen met Freddo de trap op en komt in de kamer waar, Harry, Ron, Hermelien, Sneep, Lupos, Pippeling en Sirius zich bevinden. Ze krijgt een driedubbele hartverzakking. Fred vangt haar op als ze dan in elkaar stort terwijl hij ondertussen eerst naar Rons been kijkt en daarna naar Sirius, Mary leeft weer, Sirius fluistert iets wat niemand kan verstaan. Dan vallen ze elkaar huilend in de armen, maar eerst kwam er nog een uitscheld partij en een langdradige uitleg over die vervloekte rat van Ron en een hoop sentimenteel gedoe.
Of ze ziet gewoon Pippeling op de kaart en dan worden zij en Fred betrapt door Lupos die hun voor straf laat nablijven.
Het leven zit vol verassingen!
Mijn reactie is lang niet zo lang als de vorige dus laat ik dit documentje maar even volschrijven met onzin.
Waarschuwing, Onzin gegarandeerd!
Ondertussen ergens anders in Zweinstein (eigenlijk drie verdiepingen naar beneden en minstens vijfhonderd meter onder Zweinstein). Zit een verbitterde ouwe leraar Toverdranken met zijn vettige haakneus over een vel perkament gebogen, zijn haar hangt in smerige slierten voor zijn ogen dus het is voor iedereen een raadsel dat hij hardop kan voorlezen wat hij schrijft:
Vandaag is er iets vreselijks gebeurd. Ik zat zoals altijd in de grote zaal voor het ontbijt. Minerva had gezegd dat de krentenpap op woensdag het lekkerst was en dus at ik krentenpap.
Die overigens niet te eten was!
Het was hetzelfde als altijd: Aan de tafel van Zwadderich zat Malfidus luidkeels tegen Korzel en Kwast op te scheppen over zijn prestaties op het zwerkbalveld (hij had verkleed als dementor geprobeerd Potter aan het schrikken te maken, jammer dat dat niet gelukt was. Ik had eigenlijk gehoopt dat Potter alweer van zijn bezem af zou donderen en misschien wel zo ernstig permanent letsel op zou lopen dat het onmogelijk voor hem zou zijn om nog langer op Zweinstein te blijven) Korzel en Kwast in kwestie vraten zich vol en het verbaasde me dat ze niet aan de tafel begonnen.
Aan de tafel van Ravenklauw zaten de meesten te studeren en een paar ettertjes gooiden over met een sinaasappel, die lol was gauw over want Banning sprak een bezwering uit over de sinaasappel die zichzelf midden in de lucht ineens uitperste, recht boven het hoofd van een van de vandalen natuurlijk. Geweldige kerel, die Banning. Het was wat minder dat hij daarna het slachtoffer in kwestie weer helemaal schoon en droog maakte met zijn reusachtige toverstok. Dat ding is zo groot als een telescoop!
Aan de tafel van Huffelpuf gebeurde weinig bijzonders, wat me niet verbaasde. Daar zaten alleen maar suffe watjes.
Maar alles beter dan de afschuwelijke tafel van Griffoendor, dat zogenaamd bekend stond om zijn ridderlijkheid en moed. Zet een paar eerste jaartjes in mijn klaslokaal en we zullen eens zijn wie er moedig is. (Aan het begin van het schooljaar deed eentje het in z’n broek!)
Potter en zijn vriendjes werkten hun ontbijt naar binnen en Wemel deed dat uitzonderlijk smerig, ik geloof dat ik nu een levenslang trauma aan eieren met bacon heb overgehouden. De achterlijke tweeling van Wemel was bezig met een kan pompoensap op te blazen.
Ik was natuurlijk zo attent om Minerva daar op te wijzen, en ik was natuurlijk ook helemaal niet in mezelf aan het gniffelen toen er tien punten van Griffoendor werden afgetrokken.
De wereld lachte me toe en de zon scheen vrolijk op mijn inktzwarte haren die glansden als edelstenen en mijn prachtige neus werd geweldig weerkaatst door de gouden beker vol Spinnencider.
Maar toen kwam het,
Zwamdrift liep ineens de zaal binnen. Eerst was ze me niet opgevallen omdat ik dacht dat er alleen maar een grote duizendpoot de zaal binnenliep en in wachtte op de eerste kreten van paniek van armzalige kindertjes die de duizendpoot in het vizier zouden krijgen.
Geen kind die gilde.
De duizendpoot nam naast me plaats en ik merkte met mijn fantastisch IQ op dat het geen veel potig insect was, maar een getikt oud mens dat Waarzeggerij geeft en geloof in dingen zoals: De aarde is rond en het geluk komt vanzelf nar je toe rollen over dat rondje (belachelijk, iedereen weet toch dat de aarde plat is?)
Maar goed, nadat ik dat had geconcludeerd wilde ik alleen maar weg uit de zaal, omdat al meerdere malen was gebleken dat dat mens een oogje op me had (Ach ja, wie niet?).
Toen begon ze te praten, een afschuwelijke stem zei de woorden die ik lang gevreesd had:
‘Severus, gisteren was ik even op een uitstapje naar dreuzel- Londen en ik kwam toevallig langs een boekenwinkel. Ik wist natuurlijk al dat ik daar langs zou komen, maar afijn. Ik zag daar een alleraardigst boek staan. Leuk roze kleurtje en gouden letters’.
Ondertussen was de hele zaal stil geworden en luisterde ze naar dat mens die haar kop niet dicht kon houden.
‘En toen zag ik onder de titel -Prinsesje Madeleine op reis- de naam Alli Baba staan, en je had me wel een verteld dat dat je pseudoniem was.
Je begrijpt het al lief Ponyprinsesje van me, iedereen had natuurlijk onmiddellijk door dat ik dat boek had geschreven. Ik ben zo snel als mijn voeten me konden dragen de zaal uit gestormd.
Gelukkig wist ik in mijn kantoortje mezelf weer op te vrolijken door een High Thea te geven voor al mijn knuffels. Meneer Beer vond de vruchtencake verrukkelijk.
Daarna heb ik ze een stukje voorgelezen uit Prinsesje Madeleine op reis en ze vonden het allemaal prachtig.
Nu ga ik eerst een lekker bad nemen met zo’n lavendel bruisbal zodat ik morgen weer fris tieners kan gaan lastig vallen.
Dag Ponyprinsesje, tot morgen.
Kusjes en knuffels van je Knuffelkoning Severus.
Het is me gelukt, een langere reactie dan de vorige keer!
Snel verder!
xxxx 1 decennium geleden