Foto bij 1. I was Amarante Grass

Opdracht 1
Oké dan, de 1e opdracht luid als volgt:
Schrijf een verhaal waarin we een fictief personage beter leren kennen. Dus een soort voorstel verhaal. Niet aankomen met een lijstje met naam, leeftijd, woonplaats etc, maar echt in verhaal vorm. Laat je creativiteit de vrije loop!
Praktische zaken:
Inleverdatum: Maandag 09 mei 2011, 23.00 uur.
Hoe in te leveren: Aparte story aanmaken met je verhalen voor deze wedstrijd erin als hoofdstukken.
Hoeveel woorden: Minimaal 250. Er is geen maximum aantal woorden.

Ontelbare keren heb ik het trappetje voor de ingang van de kerk al opgeklommen, maar deze zal het anders zijn. Ik sla een zucht en klim de trap op. In de grote deuropening blijf ik staan en kijk ik de kerk in. Het hele dorp zit in de houten bankjes. Met een brok in mijn keel kijk ik naar de mensen. Ik kan elk gezicht bij naam noemen, ze waren zestien jaar lang de hele mensheid voor mij geweest. Daarna was ik naar de stad gegaan om te studeren, maar het kleine dorpje was altijd de mooiste plek op de wereld gebleven. Ik haal diep adem en loop over het pad richting de dominee, die op het punt staat zijn verhaal te beginnen. Een verhaal over mij.
'Geliefde mensen, we zijn hier bijeen om onze dochter, zus, kleindochter, nicht en vriendin Amarante Grass te herdenken. We herdenken haar moedige daden om Gods glorie te delen met de slachtoffers op plekken waar Kwaad zich huis houdt. We herdenken de prachtige herinneringen van de tijd dat ze zich nog onder ons bevond. We bidden tot God en vragen Hem onze jonge strijdster in Zijn paradijs op te nemen. We vragen Hem Zijn bescherming tot in de eeuwigheid over haar te laten rusten. Moge haar geest in Zijn paradijs rusten. Amen.'
Mijn ziel wordt overstroomt door verdriet. De woorden van de dominee bereiken me niet meer en ik merk niet dat de mensen een voor een opstaan om afscheid te nemen bij de kist. Hoe kan het dat ik, juist ik, een heel dorp in het zwart kan hullen? Waarom doe ik ze zoveel verdriet door deze wereld te verlaten?
Een harde snik laat me opschrikken. Met een zwaar drukkend gevoel over me heen loop ik naar de kist. Voor de kist staat Kyrene. Ik wil schreeuwen dat ik altijd bij haar blijf, maar het is nutteloos. De hele wereld lijkt om me heen te verbrokkelen. Ik had Kyrene, mijn bloedeigen tweelingzus, pijn gedaan door naar de oorlog te trekken, en nu heb ik haar gebroken door mijn laatste adem te hebben uitgeblazen. Altijd waren wij een geweest, we waren dol op elkaar geweest en ons hele leven met elkaar gedeeld. Hulpeloos ga ik naast Kyrene staan. Ik voel me radeloos. Ik kan niks doen; ik kan geen arm om haar heen leggen, ik kan haar niet gerust stellen met mijn woorden, ik kan haar tranen niet wegvegen met mijn hand.
Gevuld met tranen kijk ik naar de kist. Daar lig ik. Mijn korte bruine plukken liggen netjes om mijn gezicht heen. Mijn bleke dode handen liggen in elkaar verstrengeld op mijn borst. Een bruine zwierige jurk siert mijn lijk. Mijn ogen zijn gesloten. Over mijn buik liggen de koppen van zwarte rozen, mijn favoriete bloemen, slordig gestrooid. Een herinnering, mijn laatste herinnering, drijft bij me naar boven. Wanhopig probeer ik de herinnering weg te drukken, maar ik zie de kerk verdwijnen en zie mijn laatste minuten voor mijn ogen gebeuren.


Ik liep de operatiekamer uit, het keukentje in. Mijn dienst zat erop en de wallen lagen onder mijn ogen. Door een raampje zag ik de eerste zonnestralen binnenkomen. Vermoeid waste ik het bloed en het zand van mijn handen af. Kijkend naar mijn handen vroeg ik me nog eens af waarom ik verpleegster in een legerkamp wou zijn, en waarom juist dit legerkamp midden in een woestijn waar vierentwintig uur per dag gewonde soldaten binnen kwamen. Ik haalde mijn haarkapje van mijn hoofd en ging met mijn hand door mijn haren. Achter me hoorde ik voetstappen het keukentje binnenkomen.
'Wat wil je van me, Jurre?' vroeg ik zonder me om te draaien. Ik wist prima wat hij van me wou, en hij wist ook prima dat ik hem dat niet kon geven.
'Jou. Ik. Wil. Jou.' fluisterde een stem naast mijn oor. Ik verstijfde door de nabijheid van zijn stem. Razendsnel draaide ik me om en keek in de bruine ogen van Jurre Heutemann, een zevenentwintigjarige bruinharige soldaat met spieren waar elk dom jong meisje voor viel. Gelukkig was ik dat niet.
'Voor de honderdste keer: ik hou niet van je. Ik wil je niet. Ik kan je geen liefde terug geven en wil die van jou niet.' beet ik hem toe. In zijn ogen veranderde iets, alsof het eindelijk tot hem door drong. 'En ga nu weg. Jij moet ik je werk gaan doen, ik moet gaan slapen.'
In plaats van weg te gaan, ging Jurre nog dichter tegen me staan, zodat ik werd platgedrukt tussen het aanrecht en zijn lichaam. Ik voelde zijn hand op mijn rug en koel voorwerp tegen mijn buik.
'Blijf van me af!' schreeuwde ik naar Jurre toen ik me niet kon bevrijden van zijn greep. Jurre boog voorover zodat zijn mond vlak naast mijn oor was.
'Heroverweeg je antwoord nog eens. Hou je van me? Ja of nee?' fluisterde Jurre dreigend in mijn oor.
'Jurre, zie de waarheid toch onder ogen, mijn antwoord is en blijft nee!' bracht ik uit. Jurres gespannen houding maakte me bang. Ik zat klem en voelde me als een prooi. 'Ga oorlogje spelen, Jurre, alsjeblieft..' fluisterde ik zo zacht dat hij het nog het hoorde.
'Verkeerde antwoord, Amarante, verkeerde antwoord.' mompelde Jurre en een felle pijn schoot door mijn buik. De pijn liep naar beneden en een pijnlijke kreet ontsnapte uit mijn mond. Jurre deed een paar stappen naar achter en ik viel op mijn knieën. De pijn was ondragelijk.
'Als je niet van mij bent, ben je van niemand.' zei hij met een kille blik in zijn ogen. Hij keek nog even naar me en liet me daarna in het keukentje alleen achter. Met natte wangen van tranen keek ik naar mijn buik. Mijn ogen werden groot. Hij had mijn hele buikwand opengesneden. Woede overspoelde me, maar werd al snel overstemd door de pijn. Kreunend lag ik op de grond, wachtend tot de dood me kwam verlossen.


Voorzichtig komen de beelden van de kerk terug en sta ik weer te kijken naar mijn lijk in de kist. Misselijk van verdriet kijk ik van de kist weg, naar Kyrene. Haar verdriet is ondragelijk en de woorden vliegen uit mijn mond.
'Kyrene, ik weet dat je me niet hoort, maar ik moet je dit zeggen: treur niet om mijn dood en word niet kwaad op die moordenaar, maar vier elke dag het leven en denk aan me in al die prachtige herinneringen die we hebben! Wees gelukkig en vergeet me niet. Ik zal er altijd zijn als je me nodig hebt.' Ik weet niet hoe ik het doe, maar Kyrene's tranen stoppen en ze lijkt rustiger te worden.
'Amarante, je zal altijd in mijn hart zijn.' fluistert ze en ze legt een bosje paardenbloemen tussen de zwarte rozen. Een lach verschijnt op mijn gezicht. Ik heb mijn hele leven lang beweerd dat een bloemist altijd een bosje paardenbloemen moet hebben staan, want dat zijn ook mooie bloemen. Voorzichtig ga ik met mijn hand door het haar van Kyrene, proberend om niet door haar hoofd te gaan, en al het verdriet en alle pijn glijdt van mijn schouders af.
'Wees gelukkig mijn zusje, ik moet gaan.' fluister ik en ik draai me om. Nog een keertje kijk ik om en loop daarna het licht in.

Reageer (4)

  • Fabula

    wauw ontzettend mooi!!
    bijna een jaar te laat maar toch moest ik het effe melden:)
    ik hou van dat leuke willekeurige story knopje!!

    1 decennium geleden
  • Sepulchrum

    Mooi geschreven!

    1 decennium geleden
  • Sjenkie

    Wauw, een heel mooi verhaal. De wisseling tussen heden en verleden heb je heel goed gedaan. Ik heb een paar kleine dingen:
    - Ontelbare keren heb ik het trappetje voor de ingang van de kerk al opgeklommen, maar deze zal het anders zijn. Ik sla een zucht en klim de trap op. Hier mist een woord: ...maar deze keer zal het anders zijn. Verder heb je het over een trappetje, en een trap. Doordat je eerst het verkleinwoord gebruikt, en daarna het normale woord, zorgt het voor verwarring.
    - Jij moet ik je werk gaan doen, ik moet gaan slapen. Deze zin klopt niet.

    1 decennium geleden
  • LeaFlammae

    Wauw...
    Vet mooi! Ö

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen