~6~
XxX
Ik keek Jasper aan en zijn ogen waren zwart. ‘Je moet jagen, Jasper’ zei ik en hij zuchtte. ‘Ik weet het maar ik wil niet weg van jou, jij begrijpt me, door mijn gevoelens, maar ook omdat je me snapt’ zei hij. ‘Ik kan wel met je mee, ik heb alleen geen dorst’ zei ik. ‘Nee, ik ga wel even snel jagen’ zei hij en hij stond op. Hij drukte een kus op mijn lippen en rende weg. Ik zuchtte, wat ging ik nu doen? Ik stond op en liep rustig naar buiten. Ik moest mijn auto nog bij de Cullens op halen. Ik liep rustig door het bos naar hun huis. Emmett zat nog steeds op de bank voor zich uit te staren, toen ik binnen kwam keek hij mij boos aan, net zoals Edward die naast hem zat. Ik zuchtte, beide wisten ze mijn geheim, een geheim waarvan ik wou dat ik het nooit gedaan had. ‘Dat had je dan eerder moeten bedenken’ mompelde Edward. Ik gromde zacht en pakte mijn auto sleutels die op de tafel lagen. Net toen ik mijn auto wou instappen hield Esmé mij tegen. ‘Wat is er met die jongens, Amedea? Wat was er zo erg in jou dagboek dat ze jouw haten?’ vroeg Esmé ‘Mijn geheim, die geheim moest blijven’ zei ik en stapte in. ‘Amedea, ik beloof dat ik je niet ga haten als je me het vertelt’ zei ze nog. ‘Nee, dat zal je dan automatisch doen’ zei ik en ik reed weg. Ik parkeerde mijn auto voor mijn huisje. Ik rook Alice. Ik gromde en liep naar binnen, waar Alice op de bank zat. ‘Wat kom je doen, Alice?’ vroeg ik. ‘Ik wil weten wat er aan de hand is met Emmett en Edward, eerst mogen ze je, en nu haten ze je?! Wat is er aan de hand?’ vroeg ze onrustig. ‘Alice, dat is mijn geheim! Dat mag niemand weten, wat zo te zien niet gelukt is’ zei ik boos. ‘Zo erg kan het toch niet zijn?!’ vroeg ze. ‘Laat ik dan maar zeggen dat ik niet zo fijne dingen in mijn verleden heb gedaan’ zei ik en ik wees naar de deur. Ze stond op en liep naar buiten. Ik zuchtte en ging op de bank zitten. Nog even en dan word ik nog weggestuurd, alleen maar door mijn verleden! Ik ben veranderd. Ik ben anders nu, het gaat over het heden, en niet over het verleden. Er valt nu nog maar één ding te doen, voordat ze me zo erg haten dat ze me vermoorden, en dat is vertrekken. Ik zuchtte nog dieper en stond op. Ik liep naar mijn kamer, pakte mijn reistas. Ik deed er wat kleding en persoonlijke spullen in en liep naar beneden. Ik woonde hier net, zat net op een leuke school, had net mijn hele huis opgeknapt, maar ik moet nu al weer weg. Ik ga een ding niet vergeten in de tijd dat ik hier was, en dat is Jasper. Ik hield van hem maar ik moet hem loslaten. Hij vond wel iemand, iemand zonder een slecht verleden. Ik had een briefje voor hem op mijn bed neergelegd. Met mijn geheim en nog iets voor hem. Ik ga nu opzoek naar een andere plek. Waarschijnlijk Denali, daar blijf ik tot ik vind dat het lang genoeg was of tot zij ook mijn geheim komen te weten via de Cullens. Ik zuchtte diep en liep naar buiten. Ik keek naar mijn auto. Rennend was ik sneller dus liet ik hem maar staan, ik had mijn sleutels op het briefje voor Jasper gelegd. Ik zag Rosalie er al naar staren, dus mag ze hem hebben totdat ik hem ooit weer terugwil. Ik pakte mijn tas stevig vast in mijn hand en rende weg, richting Denali.
Reageer (8)
verder!
1 decennium geledensnel
1 decennium geledenheel
1 decennium geleden