Thuis wist ik dat het niet klopte. De deur zat dubbel op slot, iets wat ik of Marcus nooit doen. Toen ik binnen kwam zag ik dat er gevochten was. De kussens waren van de zetels gegooid en enkele stoelen lagen op hun kant. Ik kreeg een déjà vu gevoel, het zag er bijna hetzelfde uit als toen Theo achter Marcus zat.
“Marcus?” riep ik aarzelend. Ik liep angstig naar de keuken, het briefje lag er nog. Ik struikelde bijna toen ik de trap op scheurde. Ik moest hem vinden. De slaapkamer deur stond wijd open.
“Niet goed!!!” dacht ik razendsnel. De slaapkamer was een grote puinhoop. De dekens lagen naast het bed en ik zag wat bloed op de grond liggen. Mijn maag draaide zich om, ik liep snel naar het raam om wat lucht binnen te laten. Ik stootte mijn teen tegen de poot van het bed, waardoor ik een gek dansje deed.
“Marcus?” riep ik tegen een lege kamer. Radeloos; ja, dat was ik nu wel.

Er werd geklopt, ik snel naar beneden om open te doen. Het was Lore.
“Weet jij waar Marcus is?” vroeg ze. Ik sloeg mijn ogen neer naar haar voeten. Ik wenkte haar naar binnen, naar de grote ravage. Ze knipperde even en keek verbaasd naar mij.
“Wat is er hier gebeurd?” riep ze nog steeds verbaasd kijkend naar mij.
“Geen flauw idee. Maar boven, daar is het nog erger!” Ik barste in tranen uit op haar schouder. Ze had echt geen flauw idee wat er wel niet gebeurd moest zijn. Ik trok me los van haar en rechte mijn schouders.
“Gaat het?” vroegen al haar gedachtes op dat moment. Ik zag mezelf in de armen van Marcus van die ene nacht. Ze was weer zo bang als toen. Ik knikte alleen maar. Ik trok haar naar de gang, de trap op. Bij de slaapkamerdeur hield ik even rust. Het bloed lag er nog, en alles was nog in de staat dat ik het gevonden had. Ik opende langzaam de deur voor haar. Ze hapte stokkend naar adem, ze kneep hard in mijn hand dat ze op een, twee, drie vast had.
“Wat is er hier gebeurd?” vroeg ze nog eens. Deze keer had haar stem een lichte trilling. Ze was echt bang, ik voelde het al aan. Ik moest niet eens haar gedachte lezen. Ik schudde mijn hoofd als antwoord op haar vraag. Samen liepen we naar binnen om ‘de schade te gaan op meten’ zoals ze in het dacht. We waren de hele avond bezig met opruimen. Maar met twee ging het sneller dan alleen. Lore ging rond een uur of elf naar huis, ze was kapot. Ik probeerde ook te slapen, maar het ging niet echt. Marcus was weg, dus ik was alleen en kon niet in slaap gewiegd worden. Ik draaide me om in mijn bed, met mijn gezicht naar het raam. Het sneeuwde weer. Ik trok mijn benen op, en mijn handen hielden het kussen stevig vast. Ik voelde iets koud bij mijn handen. Een klein houten kistje met een papiertje aan vast gemaakt met een blauw lint. Ik ging nieuwsgierig rechtzitten en deed het licht aan. Ik maakte voorzichtig het lintje los. Het was prachtig; het had de kleur van een heldere nacht. En als je het in het licht hield leek het precies op de kleur van de ogen van Marcus. Het ebbenhouten doosje hield ik nog steeds vast in mijn linkerhand. Met het andere hield ik het papiertje. Het was vrij dik papier, iets dat ik nog niet vaak had gezien. Ik legde het doosje voorzichtig op het kussen. Ik rolde het papiertje open. Er stond:

Aller-, allerliefste Kimberley,
Het liefst van al wou ik je dit persoonlijk vragen, maar blijkbaar dacht het lot hier anders over;
In het doosje, dat je waarschijnlijk al gevonden hebt. Anders kon je dit niet lezen; vind je iets wat me zeer nauw bij het hart licht.
Als je het doosje opent, (nu doen, a.u.b.)…
Ik deed snel wat er stond en las verbaasd verder.
Als je het doosje opent, (nu doen, a.u.b.) , dan zie je normaal gezien een ring.
Ik wou hem je al een tijdje geven, maar ik durfde het niet.
Wat als je ‘nee’ zou zeggen?
Dus ik vraag je, en als ik het kon zou ik het je smeken op mijn blote knieën…
(Als ik het zou kunnen, als ik bij jou was.)
Wil je alsjeblieft met mij trouwen???

Marcus xxx

Nu was ik echt de kluts kwijt. Hoe lang had dat doosje al wel niet onder mijn kussen gelegen? Snel deed ik zijn ring om mijn vinger en bekeek hem eens goed. Het was een fijne ring met een gouden en een zilveren draadje die een kleine saffier vast hielden op zijn plaats.
Ik sloot mijn ogen en legde mijn hand, nu met ring, op mijn hart. Ik geeuwde even, en moest meteen weer grinniken.
“Ja, ik wil,” mompelde ik tegen de herinnering van Marcus die ik voor mijn geest hield. Ik weet nog dat ik mijn hand vlak naast mijn hoofd legde en mijn ogen sloot. Ik wist dat ik nu zeker ging slapen. Ondanks wat er allemaal gebeurd was.
Ik keek verbaasd naar de ring aan mijn hand. Ik was even vergeten hoe die daar was gekomen totdat ik het briefje zag liggen bij mijn gsm. Ik besloot om te gaan douche en dan verder op te ruimen. Wie weet ging ik daarna nog even op bezoek bij Florence en Theo. Ik wist zeker dat ik de ring geheim ging houden voor iedereen, totdat Marcus en ik er zeker van zouden zijn, en dat we er mee naar buiten wouden komen. Het hete water deed deugd op mijn verkleumde huid. Mijn hoofd moest even op orde gezet worden en er was niets beter dan een hete douche. Ik hoorde weer iemand op de deur kloppen, waarschijnlijk zou het toch Lore zijn. Ik spoelde mijn haar uit, en sloeg snel een handdoek rondom me. Het geklop werd nu eerder gebonk. Ik liep verbaasd de badkamer uit, mijn haar drupte achter me. Ik zou de vloer zeker nog moeten schuren om de vlekken er uit te krijgen. Ik struikelde bijna over een paar schoenen dat op de overloop lag. Weer geklop.
“Ja, ik kom al!!!!” schreeuwde ik tegen de deur. Ik zocht naar de sleutel. Waar had ik die nu weer gelaten? Op de vensterbank? Mijn jaszak? Nee, ik weet zeker dat ik hem er uithad gehaald gisteren. Ik voelde aan mijn benen, wat ik normaal gezien doe als ik mijn gsm zoek of mijn sleutel, alleen was ik vergeten dat ik niets aan had.
“De schuiven,” mompelde ik hoopvol. Ik trok de schuiven uit een klein bijzet tafeltje en in een klein zijde tasje lag het sleuteltje. Er werd weer geklopt, ik morde wat in het sleutelgat en deed hijgend de deur open, terwijl ik probeerde om me te bedekken. Theophilus en Florence stonden met grote ogen naar mij te kijken.
“Waarom zijn jullie hier zo vroeg?” vroeg ik een beetje boos, “en waarom zo gehaast?”
“Hoe kun jij het uithouden in het huis waar je geliefde is uit ontvoerd?” vroegen zij op hun plaats. Ik maakte een uitnodigend gebaar om ze binnen te laten. Lore stond al naast me, Theo nog in de deur opening.
“Ik kom je helpen met inpakken van je kleren, mijn vader zorgt voor de benodigdheden die hij nog kan zien…” Haar gedachte schreeuwden “ondergoed” naar mij. Ik moest lachen en Lore wist wel waarom, en die arme Theo wist niet wat hem overkwam. Ik liep al naar boven om me om te kleden, en ik riep nog snel naar beneden:
“Wat moet ik aandoen voor kledij? Gaan we nog iets speciaals doen?”
“Ja, we gaan een beetje wandelen in het bos, niet te veel prulletjes dus,” luidde het antwoord van Lore. Ik droogde mijn haar en trok een stevige jeans aan met een houthakkersblouseje. Ik deed snel het briefje in mijn zak toen ik Lore hoorde kloppen op de dichte kamer deur.
“Bijna klaar?” klonk het ongeduldig aan de ander kant van de muur. Ik stak het doosje in mijn broekzak, en de ring hield ik aan mijn hand.
“Kom maar binnen,” zei ik tegen de Florence. Ze wachtte even, maar opende de deur dan toch.
“Ik help je met inpakken, je komt mee naar ons huis. Je weet niet wat er hier nog allemaal gaat gebeuren.” En ze trok me mee naar de kleerkast. Ze propte een paar jeansbroeken in mijn handen en legde er eentje apart. Ik keek even raar.
“Deze doe je aan, toch ik denk niet dat je echt in die goede broek buiten wil gaan ploeteren in de modder. En trek ook maar best een extra trui aan, je jas nemen we wel mee.” Ik gehoorzaamde haar, ik trok alles weer uit tot op mijn ondergoed na. Ze glimlachte toen ze me zag beven.
“Sadist,” mompelde ik. Ik trok snel de broek aan die ze me gegeven had en het truitje, met dan nog een extra warme, gebreide trui die ik nog van mijn oma had gekregen. Ze duwde een rugzak in mijn handen.
“Klaar,” zei ze triomfantelijk. Ik draaide met mijn ogen en zuchtte diep. Ze keek wat gekwetst naar me en klakte met haar tong. Toen moesten we allebei lachen. Al na snikkend liepen we naar beneden waar Theo al klaarstond met nog een tas.
“Klaar?” vroeg hij onderzoekend, hij vertrouwde het nog altijd niet als er iemand lachte. Ik knikte, blijkbaar was het grappig. Lore klapte bijna dubbel van het lachen. Ik keek van haar betraande gezicht naar het ongeruste gezicht van haar vader dat om antwoorden vroeg.
“Kom, moest ik me daarom zo haasten?” vroeg ik gespeeld boos, “moest ik daarom alles zo snel mogelijk doen, om hier nu een beetje te lachen?!” Lore keek raar op en slikte haar opkomende giechelbui in. Theo hield de deur open voor ons. Ik stapte als laatste het huisje uit. Het was mijn thuis geworden, nu moest ik weg. Had Tyler dan toch gelijk wat betrof dat ik onder de hemel zou moeten slapen? Ik stond nu bij de brievenbus en draaide me nog eens om en keek naar het witte huisje. De bloembakken leken al zo bekend. Ik wist nog dat het eerste moment was dat ik Marcus voor het eerst goed zag, wel in de reflectie van de ruit.
“Kom op, niet treuzelen !!!” Lore trok me mee de weg op.
“Leuk een ochtendwandelingetje,” mompelde ik onverstaanbaar.
“Wat zei je?” vroeg Lore, “ik heb je niet goed verstaan, ochtendmaalsteending?” Ik draaide met mijn ogen. Dit kon nog eens een lange dag worden.
Bij de rand van het bos hielden we even stand. We waren veel verder gegaan dan dat ik had verwacht. Ik ging meestal meteen door het bos aan de overkant van de weg. Nu waren we zeker naar het oosten gegaan, want we liepen naar de zon toe die ik af en toe kon zien door de begroeiing. Op de Hoofdweg waren er al enkele kinderkopjes te zien tussen het beton, en verder werd het al een kiezelpad. Ik liep met goede moed stevig door. Ik voelde de fijne ring aan mijn vinger. Ik dacht aan Marcus, waar hij ook mocht zijn. Ik had eigenlijk geen flauw idee waar ze hem konden verstoppen. We liepen eindelijk het bos binnen en Lore pakte mijn hand stevig vast.
“Gaat het?” vroeg ze, “je bent zo stil…”
“Ik mis hem gewoon,” antwoordde ik vermoeid, “daarom ben ik zo stil…” Daarna was ze ook even stil.
“Ik mis hem ook,” zei ze tegen niemand speciaal. Theo liep stug verder, ondertussen was er al een klein tien meter tussen hen. Ik kneep in Lores hand voor mijn medeleven te tonen, alsof ze het nog niet merkte… Lore grinnikte even wat moeilijk en keek toen terug serieus.
“We vinden hem wel terug,” stelde ze me gerust. Ik glimlachte en liep toen wat harder om Theo in te halen.
“Het weer zit nog mee,” hijgde ik.
“Hmm, ja. Ik heb al erger geweten. Het is te rustig,” mompelde hij. Ik keek verbaasd naar zijn gezicht en dan naar dat van Lore. Zij keek ook raar naar mij.
“We zijn er bijna,” sprak Theophilus tegen ons getweeën. Ik keek automatisch rond opzoek achter het bijna thuis geworden houten huisje. Ik zag het nergens.
“Waar zijn we?” vroeg ik verbaasd.
Florence en Theophilus keken even naar elkaar en liepen toen dreigende naar me toe.
“Vertrouw niemand,” klonk het maar de monden van mijn toekomstige familie bewoog niet. Toen ze wel hun mond opende en een diepe grom lieten horen, begon ik te gillen. Ik sloeg verwoed met mijn handen en viel hard op de grond. Ik deed mijn ogen open. Ik was niet meer in het bos, ik lag naast mijn bed badend in het zweet. Ik moest lachen toen ik besefte dat alles wat daarnet gebeurde allemaal een droom was geweest.
“Het was maar een droom,” bleef ik voor mezelf herhalen. Het leek toch zo echt, de bomen, de weg… Ik bleef mezelf herhalen maar, na de zevende keer begonnen er tranen over mijn wangen te stromen. Ik snikte Marcus’ naam en kroop terug, als een bolletje, op het bed.
Gisteren had ik Lore een sleutel gegeven en die kon ze zeker gebruiken. En blijkbaar kon ze toch gedachte lezen, of ze nu wou toegeven of niet. Ze kwam naast me zitten enkele minuten na mijn ontwaken. Ze had zichzelf blijkbaar binnen gelaten. Ze sloeg haar arm om me heen en troostte me zo goed als ze kon. Toen ik wat rustiger was trok ze me van het bed, en dropte me in de badkamer. Ze zei dat het nodig was, en dat het warme water deugt zou doen. Ik luisterde maar half naar wat ze zei, mijn hoofd zat nog steeds bij die droom. Ik rilde en liet het warme water over mijn schouders glijden, rilde nog eens. Maar dat was van genot. Lore had gelijk, het water deed deugt.
Na een paar minuutjes was ik terug helderder. Ik spoelde mijn haar nog eens uit en dacht na over wat er net gebeurt was. Ik droomde, ik durfde het geen werkelijkheid te noemen, dat ik werd meegenomen door mijn aanstaande familie en vermoord werd door hen. Even schoot er een gruwelijke gedachte door mij heen. Stel dat ik een soort gave had waarmee ik de toekomst mee kon voorspellen? En zo ja, kan een persoon dan meerdere gaven hebben want, volgens Marcus en de andere had ik er al eentje… En stel dat zo was, ging dan dat alles nog gebeuren? Ik rilde nog eens van angst. Ik moest er maar niet aan denken. Ik ademde nog een eens diep in en stapte uit de douche. Lore had een witte handdoek klaargelegd die ik niet kende. Ik raapte hem op en bekeek hem eens goed. Een tiental centimeter van de kant was er een harder stukje stof waarin een naam met sierlijke letters op geborduurd was. Mijn vingers gleden voorzichtig over de letters, een voor een. Er stond: “Aan wie mijn hart voor eeuwig toebehoord”. Ik lachte schampachtig naar mijn spiegelbeeld. Dit was de handdoek van Marcus.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen