Zijn zwarte wenkbrauwen gaan omhoog van verbazing. 'Ík moet hier weg? Ik woon hier al anderhalve eeuw. Waarom zou ík hier weg moeten?' 'Daarom!' Snauw ik naar hem en rits mijn witte vestje kwaad open, nog even en ik was rood over mijn hele lichaam van woede, niet van het verbranden. 'Dit is nu míjn kamer en die wens ik niet te delen met een dode cowboy.' Snuif ik en voel het zweet op mijn rug staan. Die opmerking viel totaal verkeerd. Met een harde klap zet hij zijn voeten op de grond en staat pal voor me. Had ik nu maar niks gezegd. Hij was lang, veel langer dan ik, zeker anderhalve kop. Te bedenken dat ik met mijn een meter negenenzeventig al erg lang ben. 'Ik ben géén cowboy.' Zegt hij boos. Vervolgens mompelt hij nog wat in het Spaans wat ik niet versta. Op het zelfde moment begint de antieke spiegel aan de muur te trillen. 'He, rustig!' Zeg ik en maak met mijn handen een gebaar dat hij moet kalmeren. Geesten waren zo snel op hun teentjes getrapt. Hij begint in het Spaans tegen me te roepen terwijl hij met zijn vinger voor mijn gezicht zwaait. alles wat ik eruit op kan maken is dat zijn familie ergens moeite voor had gedaan, maar nooit als vaquero wat cowboy betekende. 'Hè!' Riep ik naar hem en grijp zijn vinger vast en trek hem naar me toe zodat hij mij zeker kan horen. 'Houd je vinger thuis of ik zal deze breken en laat die verdomde spiegel met rust.' Ik duw hem van me af, stel tevreden vast dat niks meer trilt, maar zijn gezicht..Geesten hebben geen bloed want ze zijn dood. Maar ik zweer dat alle kleur uit Jesses gezicht was weggetrokken. Hij is met stomheid geslagen en staart naar zijn vinger alsof ik er zojuist een gat in heb gebrand. 'Moet je luisteren, Jesse. Dit is nu van mij, je kunt hier niet blijven, begrepen? Óf je laat je door mij helpen daar te komen waar je als dode geacht wordt heen te gaan, óf je zoekt een ander huis om in rond te spoken. Het spijt, maar het is niet anders.' Jesse keek op van zijn vinger. Zijn gezicht straalde nog puur ongeloof uit. 'Wie bén jij?' Vroeg hij zacht. 'Wat ben jij voor een meisje?' 'Ik zal je zeggen wat voor meisje ik níet ben,' Zei ik gekrenkt. 'Ik ben niet het soort meisje dat haar kamer wenst te delen met een dooie pier! Je mag er even over nadenken over wat je van plan bent, maar als ik straks terug kom, Jesse, wil ik dat je weg bent.' Snuivend draai ik me om en loop de kamer uit. Dit was de eerste keer dat ik me eigenlijk door een geest, tja, liet verjagen uit míjn kamer. Shit, ik had gewoon niet verwacht dat er zo'n leuke geest in mijn kamer zou zijn. Het geschreeuw van Adam, Jack en Ramon dringt mijn oren al binnen wanneer ik de trap af loop.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen