'Ik ben wel ouder dan jou hoor.' 'Precies, en daarom ben je een stommeling.' Grauw ik naar hem en vis mijn tijdschrift van de grond.

'We zijn er.' Klinkt mijn moeders gelukkige stem en trekt mijn deur al snel open waardoor ik half de auto uit val; ik had geen riem om. Ik hoor Adam zich slap lachen. Grommend stap ik uit de auto en gooi mijn tas met een slinger tegen hem aan wanneer hij wilt helpen met uitladen. Nu was het mijn beurt om te lachen. Snel pak ik twee tassen van mij en loop het huis nerveus in. Nergens was er ook maar iemand onbekends te zien. 'Allistor!' Hoor ik dan mijn tweede naam en draai mij om naar Jackson die onder de opgedroogde verf op mij af komt gelopen. Met een klap vallen de tassen op de grond wanneer hij mij samen knijpt in een knuffel en een beetje van de grond tilt. 'Ook hallo.' Lach ik en pak mijn tassen weer op zodra ik weer sta. Jackson leidt mij naar mijn kamer terwijl Jack en Ramon, met nog vier andere tassen van mij, achter ons aan lopen. 'Zo dit is jou kamer.' Grijnst hij voldaan en knipt met zijn vingers waardoor de grote lamp aangaat. Met een plof vallen de zes tassen op de grond. Vol verbazing kijk ik rond, maar ook om te kijken of er hier nergens een of andere zieligerd rond hangt die nu eindelijk om hulp zou kunnen vragen. Mijn moeder komt naar binnen en bekijkt mijn gezichtsuitdrukking. 'Ik vind het mooi mam, echt.' Glimlach ik naar haar. Al het hout was van licht eiken hout en de muren waren in gebroken wit geschilderd. Ik had een enorme zweefdeurkast, groot tweepersoonsbed en een enórme badkamer. Mijn moeder kijkt mij met een brede glimlach aan die snel verdwijnt wanneer mijn gezicht betrekt. Daar op de vensterbank waar Jackson een zitje had gemaakt zat er een. 'Allis, nee.' Haar stem klinkt triest. Natuurlijk konden ze hem niet zien. 'N-nee mam! Echt ik vind de kamer echt mooi! I-ik, moest alleen even aan vroeger denken.' Lieg ik het laatste, maar haar gezicht klaart weer op. 'Zal ik je helpen met uitpakken?' Vraagt ze rustig. Snel blik ik op de geest die naar buiten staart. 'Nee, dankje mam, ik doe het liever zelf.' Ze knikt en loopt naar de dikke eiken deur waar ze nog even omdraait. 'Vind je het echt mooi?' In haar ooghoeken stonden tranen. Ik knik en zucht wanneer ze echt weg is. 'Oké, wie ben jij in vredesnaam?'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen