Hoofdstuk twee.
Ik ren door het bos. Mijn voeten raakte de grond bijna niet aan, en als ze het deden dan duurde het een milliseconden voordat ze er weer vanaf waren. Toen ik gewoon op de bank lag voelde ik mijn, normaal gezien, gouden ogen langzaam zwart worden. Nou, eigenlijk kwam Rosalie ermee, maar daarom was ik naar buiten gegaan om te jagen. Eerlijk gezegd hield ik er niet zoveel van, al die onschuldige beesten dood maken, maar om nou mensen te vermoorden. Dat ging een beetje ver. Midden in het bos blijf ik staan en vertrouw ik op mijn zintuigen. Als een kogel uit een geweer schiet ik weg en volg ik het spoor van een hert, die ik al snel zie lopen door het gras. Een bosje dient als camouflage en voor een minuut observeer ik het dier. Na de minuut neem ik een grote sprong en land op de rug van het dier, ik boor mijn vlijmscherpe tanden in zijn nek en voel het rode goedje door mijn keel vloeien.
Na van een paar dieren te hebben gedronken kom ik aan bij de rivier die het Cullen gebied splitst van het Wolven gebied. Met een glimlach kijk ik naar de wolven die heen en weer lopen en ga zitten aan de rand. Mijn benen bungelen vrolijk heen en weer en een zachte lach ontsnapt uit mijn mond. Hadden die honden nou echt niet door dat ik hier zat? Blijkbaar heb ik te vroeg gejuigd want een van de wolven kijkt me recht aan. Ik hef mijn hand op en begin blij te zwaaien. 'Hay!' roep ik blij. Een zwarte wolf kijkt me woedend aan en een lage grom ontsnapt uit zijn mond. Mijn wenkbrauwen gaan omhoog, maar op mijn gezicht komt een glimlach tevoorschijn. 'Stoute hond! Foei!' roep ik, nep kwaad, 'Wat jij kan, dat kan ik ook.' en zonder moeite laat ik een sis door mijn rode lippen gaan.
Reageer (5)
NICeee snel verder kan niet wachten
1 decennium geledenleuk verhaal en snel verder!
1 decennium geledenooh mooi!!<3 ga verder!!<3
1 decennium geledenVerder
1 decennium geledenVerder!
1 decennium geleden