Foto bij Hoofdstuk één.

- Drew.

Ik hoor mijn poten op de grond neerploffen terwijl ik langs de rivier ren. Ik kijk om me heen en zie een eindje verderop al een andere weerwolf staan, wat betekent dat ik weer terug moet. Ik ren weer terug langs de rivier en blijf zo de hele tijd doorrennen. Er is niets te zien, geen enkel gevaar. Ik zucht en denk diep na, is dit het enige wat ik kan? Elke dag op en neer lopen, wachtend op een vijand die nooit zal komen? Mijn broers denken er ook zo over, behalve Sam en Jacob, natuurlijk. Die twee zouden het liefst die vijanden vermorzelen, daarom moeten we op de wacht blijven. Het zou een ramp zijn als er perongeluk een vampier ook maar 100 meter bij hen in de buurt zou komen.

Drew, Ik neem het van je over. hoor ik iemand achter me denken. Ik draai me om en zie dat Jacob inmiddels naast me staat. Oke, bedankt. Ik knik naar hem en ren richting het bos. Ik verander mezelf en loop rustig naar het dorp terwijl ik om me heen kijk. Ik zie Seth en Embry samen wat stoeien. Ik sprint op ze af, terwijl ik weer in mijn wolvengedaante kruip. Ik meng me tussen het gevecht en ik val samen met Embry Seth aan, als hij even met iets anders bezig is. Hij stribbelt niet tegen en blijft om zich heen kijken Ik hoorde iets zegt hij zacht en ook ik kijk om me heen of ik iets verdachts zie. Wat dan? Seth zucht Ik weet het niet, het was iets. Ik schud een keer met mijn kop en zucht dan diep Het zal wel niets zijn geweest. Maar ik moet nu gaan, mijn moeder verwacht me waarschijnlijk al. Ik loop een stukje verder het bos in en verander me weer in een mens. Snel trek ik mijn broek aan en loop richting het dorp. Net op het moment dat ik het dorp binnen kom hoor ik mijn moeder in de verte roepen. 'Drew!' Ik loop een stukje door naar mijn huis en zie mijn moeder in de deuropening staan 'Kom je eten?' Ze wijst naar binnen en meteen loop ik de deur door.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen