Foto bij Hoofdstuk 6.

Een beetje nerveus kijk ik haar aan. Ze komt nog steeds dichterbij, en ineens houdt ze halt vlak voor mijn voeten. "Jij moet Almira Kerianna zijn, is het niet?" Zegt ze dan, met haar oude strenge stem die overal doorheen snijdt. "Ehm, ja dat ben ik." Antwoord ik snel, ze kijkt me doordringend aan, wat mij alleen maar nerveuzer maakt. "Ik ben Minerva Anderling, lerares in Transfiguratie en hoofd van de afdeling Griffoendor." Alsof ik nog niet wist wie ze was, maar toch knik ik begrijpend. "Aangenaam kennis te maken." Zeg ik met een fake glimlach.
Ze knikt en haar ogen blijven priemend in de mijne kijken, ik krijg koude rillingen over mijn rug van dat mens. "Omdat jij een instromend derdejaars bent, moet jij zometeen voor aan naast mij de zaal in lopen. Dan loop je gelijk met mij mee naar het verhoogde stuk van de zaal, waar ik een krukje neer zal zetten waar je op moet gaan zitten. Als je zit zal ik de zaal uitleggen dat je een derdejaars bent en dat je ingedeeld wordt. Ik zal deze grote oude hoed op je hoofd zetten, die je karakter en identiteit zal uitkammen om erachter te komen in welke afdeling je thuis hoort. Begrepen?" Vaag knikt ik van wel, en loop met een klein glimlachje naast Professor Anderling met alle eerstejaars achter me.
Wanneer de deuren van De Grote Zaal geopend worden, zijn alle leerlingen ineens een stuk stiller en kijken ze allemaal deze kant op. Ik krijg een hoop vragende blikken, en er ontstaat zo hier en daar geroezemoes. Als ik de blik van Hermelien vang steekt ze haar duimen op en geeft ze me, net als Harry en Ron, een bemoedigend knikje. Ik glimlach alleen terug en ik loop weer verder met Professor Anderling aan mijn zijde. Als ik verder de zaal rond kijk, zie ik twee heel bekende, storm grijze ogen de mijne kruisen. Draco Malfidus. Hij grijnst naar me en ik grijns lekker net zo hard terug. Arrogant, zelfvoldaan, maar toch erg knap, kind dat ie is. Aangekomen bij het opgehoogde stuk van de zaal loop ik, zoals Professor Anderling gezegd had, gewoon met haar mee het verhoogde stuk op.
Ik voel vele ogen op mijn rug branden, maar doe alsof het me niks kan schelen en ik ga zitten op het krukje dat er net is neer gezet. Ik kijk even naar Harry, Hermelien en Ron, Hermelien heeft tot mijn verbazing haar vingers gekruisd - ze hoopt dus dat ik bij hun kom. Há, beter van niet, vieze Mudblood - ik mag het dan nog wel bij hun in de trein gezeten hebben, maar ik zal nooit bevriend raken met een Mudblood.
Mijn lippen vormen een gemene grijns, die gemene grijns, waar ik zovaak mee te maken had gehad toen ik nog veel contact met mijn vader had. Dan voel wordt er iets op mijn hoofd gezet, waarschijnlijk de oude hoed want het ruik erg oud en muf, en zie ik niks meer. Ik hoor een vreemde stem in mijn hoofd, die al mijn goede en slechte eigenschappen op noemt en ook wat herinneringen langs gaat. "Als het aan je vader lag absoluut Zwadderich en als het aan je moeder's kant lag overduidelijk Griffoendor." Pfft, wat boeid mij dat nou. "Nou, nou, een beetje aardiger kan ook wel." Ik grinnik even zachtjes, maar nee, iets vriendelijker kan níet. "Dit is een lastige" Hoor ik ineens hard op, "twee afdelingen blinken er zeker weten uit, maar ik denk dat Zwadderich het beste is voor deze dame!". De hoed wordt van mijn hoofd gehaald, en mijn ogen worden meteen verblind door het licht uit de zaal. Ik knipper even met mijn ogen, en mijn blik valt op Hermelien die een beetje pissed voor zich uit kijkt. Ze dacht zeker dat ik haar nieuwe vriendin werd - ha-ha-ha amehoela, vieze Mudblood. Ik glimlach breed en loop op de tafel van Zwadderich af, waar iedereen luid zit te joelen en me vrolijk verwelkomen. Althans, vrolijk, gewoon op z'n Zwadderichs.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen