22.
Natuurlijk was het Bill’s kamer die weer mijn grootste interesse trok. Ik was ondertussen een beetje gewend aan het hele idee, maar dat bureau met al die teksten liet me gewoon niet met rust.
Dat ik in Bill’s huis was, dat ik in zijn bed had geslapen en met zijn moeder en stiefvader aan tafel had gegeten, begon langzaamaan een beetje minder indrukwekkend te worden. Ik kon gewoon niet 24 uur per dag onder de indruk zijn van dit hele gebeuren, momenteel waren het meer een fijne slaapplaats en prettige huisgenoten, dan Bill’s huis en zijn de mensen die hem opgevoed hadden.
Tom’s tekeningen waren mooi, Bill’s tekeningen waren… anders. Ik vond het opvallend dat ze allebei tekenden. Wanneer zouden ze tekenen? Samen, in de woonkamer? Of ’s avonds, terwijl ze zouden moeten slapen? Op school? Ik kon het allemaal niet goed voor me zien. Ze tekenden vast niet meer. Zonde.
Er leken verhalen uit Bill’s tekeningen naar voren te komen maar ik kon het niet goed begrijpen. Mijn grootste bezwaar tegen kunst was het feit dat er achter elk beeldkenmerk een gedachte moest zitten. Wanneer ik iets tekende of verbeeldde, deed ik dat omdat ik het mooi vond, niet omdat ik een gevoel over wilde brengen. Maar over Bill’s kunst dacht ik graag na. Ik was meer geïnteresseerd in zijn teksten dan in de volledige liedjes.
Hij leek zich een buitenstaander te voelen, maar ik was bang dat ik dat zelf verzon omdat dat nou eenmaal mijn beeld van hem was. Ik zag hem graag als een zielige, nadenkende jongen die vaak verdrietig was. Het had iets romantisch.
Ik had alle tekeningen doorgekeken en terug op hun plaats gelegd. Ik had er graag een willen hebben. Gewoon het idee dat Bill’s vingers de potloodstreken uitgeveegd hadden. Dat zijn handen dit getekend haddden. Dat deze ideeën uit zijn gedachten voortkwamen. Maar het was van hem. Van dit huis. Van Loitsche, en Bill’s verleden.
Ik liet mijn hand over een van de schrijfblokken glijden. Ik durfde niet maar ik wilde het zo graag.
Een van de schrijfblokken dateerde uit 2004. Er waren halflege pagina’s met doorgekraste en verbeterde teksten. Ik herkende er liedjes van het debuutalbum in.
Stel je voor dat je de oorsprong van de liedjes die je oneindig vaak gehoord hebt in je handen hebt. Woorden die toen nog maar een idee waren, en die nu al honderdduizenden keren verkocht waren. Liedjes die ontelbaar veel mensen kenden. En dit waren de pagina’s waar ze uit voortkwamen. Afdrukken van het moment dat ze van gedachten tot woorden waren gevormd. Onwerkelijk.
Het waren vooral veel liedjes die zijn schrijfblokken vulden. Liedjes die ik niet kende en die waarschijnlijk niemand ooit zou kennen. Het spijt me dat ik dit lees, Bill.
Er stonden ook hele pagina’s volgeschreven met tekst. Met plaats en datum bovenaan. Het dagboek-idee. Zou ik het lezen?
Ik wist dat ik Bill er niet mee zou kwetsen, want hij zou het nooit te weten komen. Maar wilde ik mogelijke kennis hebben van informatie die me ongelofelijk veel geld op kon leveren? Was ik sterk genoeg om het voor me te houden en voor Bill’s privacy te kiezen in plaats van eigenbelang?
Maar ik had altijd voor Bill gekozen. Hij kwam op de eerste plaats bij alles. Ik zou mijn leven voor hem geven en voor nog geen miljoen zou ik hem kwaad doen. Ik kon het best lezen.
Ik weet niet meer precies in welke woorden hij zei dat hij op jongens viel, en ik weet niet of ik er echt van schrok. Het enige wat ik er over kon denken, was; wat speel je toch een spel met jezelf. Hij had nu al jaren iedereen voorgelogen en verhalen verteld over meisjes. Hij was echt een soort van marionet, die een leven leefde waar hij zelf niet zo veel over te zeggen had. Hij kon hier ook niet voor uit komen, dat kon gewoon niet. Het zou hem zijn carrière kosten, in Amerika misschien wel zijn leven. Het riep zo veel haat op.
En hij wist het al zo lang, de hele tijd al. Ik had vaak het gevoel dat hij loog, maar nu was ik echt mijn vertrouwen in hem kwijt. Hoewel ik de laatste tijd toch al geen woord meer geloofde wat hij zei. Ik vroeg me af of hij zijn eigen waarheid nog wel kende.
Hij schreef vooral over zijn toekomstplannen. Over hoe graag hij beroemd wilde worden, hoe hij de wereld zou veroveren met zijn band. Ik voelde vooral veel medelijden omdat het hem gelukt was.
Er stond geen woord over mij. Natuurlijk niet. Ik vermeed het gevoel van teleurstelling. Wist hij wel hoe vreselijk veel pagina’s ik aan hem verspild had? Hoe hard ik gehoopt had dat hij me zou horen of begrijpen of… voelen? Maar hij was niet paranormaal, hij was ook maar een jongen en ik maakte helemaal geen deel uit van zijn leven. Soms wilde ik de waarheid gewoon niet weten.
Ik las, uren gingen voorbij, en mijn hart bleef al die tijd in hetzelfde snelle tempo kloppen. Hoe meer ik las, hoe minder ik besefte dat het Bill was die deze woorden had geschreven. Ik hield van de manier waarop hij dingen kon verwoorden. Het feit dát hij dingen verwoordde. Het was zo’n heerlijk beeld om Bill te zien zitten schrijven aan zijn bureau of op bed. Maar er was weinig dat me schokte. Ik besefte dat die arrogantie waar ik me zo aan irriteerde nou eenmaal bij hem hoorde, dat het niet de roem was, maar zijn persoonlijkheid. Hoe meer ik las, hoe groter de afstand die tussen ons ontstond. Alsof dit het moment was waarop ik eindelijk inzag dat hij als fantasie leuker was dan als persoon. Ik wilde niet dat hij dichtbij kwam. Ik hield niet van Bill. Ik hield van de persoon die hij in mijn gedachten was.
Opnieuw had ik spijt dat ik iets van een ander gelezen had. Het was alsof mijn liefde voor Bill als sneeuw voor de zon was verdwenen. Alsof ik ruim 2 jaar in een droom had geleefd waaruit ik nu wakker werd. Midden in Bill’s huis, in zijn kamer, aan zijn bureau. En het probleem was, dat het de werkelijkheid was.
Reageer (1)
hehe ik heb weer eens niet naar het genre gekeken.. dit is geen romance of wel? nja het is goed geschreven dus denk dat ik nog wel ff doorlees
1 decennium geleden